ECLI:NL:RBNHO:2024:13440

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
11168319
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagier na annulering vlucht door staking Franse luchtverkeersleiding

In deze zaak heeft een passagier compensatie verzocht van de luchtvaartmaatschappij Ryanair DAC voor een geannuleerde vlucht van Amsterdam naar Malaga op 6 juni 2023. De luchtvaartmaatschappij heeft de annulering gerechtvaardigd door te stellen dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van de Franse luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de annulering inderdaad het gevolg was van deze staking, die op 5 juni 2023 begon en duurde tot 7 juni 2023. De vervoerder heeft voldoende aangetoond dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering te voorkomen, waaronder het informeren van de passagier over zijn rechten en het aanbieden van een restitutie. De kantonrechter heeft het verzoek van de passagier om compensatie afgewezen, omdat de vervoerder niet aansprakelijk was voor de annulering onder de Verordening (EG) nr. 261/2004. De proceskosten zijn toegewezen aan de passagier, die ongelijk heeft gekregen in deze procedure. De beschikking is gegeven door de kantonrechter en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11168319 \ CV FORM 24-4136
Uitspraakdatum: 13 november 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: [gemachtigde] (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Ryanair DAC
gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J. Croon (Croon Aviation Lawyers)
De zaak in het kort
De passagier heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie verzocht voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van de Franse luchtverkeersleiding. De door de vervoerder aangevoerde feiten en omstandigheden zijn komen vast te staan. Het verzoek van de passagier wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 29 mei 2024;
  • het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 16 oktober 2024.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hem op 6 juni 2023 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Malaga Airport (Spanje), met vlucht FR2335 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagier verzoekt de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 499,55, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 600,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder hem vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 (artikel 7 van de Verordening). Daarnaast verzoekt hij de vervoerder te veroordelen tot betaling van € 99,55.
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle
redelijke maatregelen niet voorkomen worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening).

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht van de passagier is geannuleerd, zodat in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening).
4.3.
Het gedeelte van € 99,95 van de verzochte hoofdsom is niet toewijsbaar. De passagier heeft namelijk in het geheel niet toegelicht waar dit gedeelte van het verzoek op ziet, of wat de grondslag voor dit verzoek is. Daarom zal dit gedeelte van het verzoek – en de daarover verzochte wettelijke rente – worden afgewezen.
4.4.
De vervoerder stelt dat er op 6 juni 2023 sprake was van een staking van de Franse luchtverkeersleiding. Op de route van Amsterdam naar Malaga moest het toestel door het Franse luchtruim vliegen. Het was niet mogelijk om het Franse luchtruim te vermijden. Ter onderbouwing heeft de vervoerder onder meer een ‘NOTAM’ overgelegd. Hieruit volgt dat de staking op 5 juni 2023 om 18:00 uur (lokale tijd) aanving en duurde tot 04:00 uur op 7 juni 2023 en dat er ernstige verstoringen zouden plaatsvinden met aanzienlijke capaciteitsbeperkingen. Niet alleen op de Franse luchthavens, maar ook in alle luchtruimsectoren boven Frankrijk. Daarom heeft de vervoerder de vlucht preventief geannuleerd, aldus de vervoerder.
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat de vlucht is geannuleerd als gevolg van de staking van de Franse luchtverkeersleiding. Een staking van de luchtverkeersleiding is een omstandigheid die niet inherent is aan de normale uitoefening van de activiteit van de vervoerder en hij kan hierop geen invloed uitoefenen. De annulering van de vlucht is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.6.
De vraag die vervolgens voorligt is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de buitengewone omstandigheden te voorkomen. De vervoerder stelt dat hij de passagier per e-mail en SMS heeft geïnformeerd over zijn rechten, namelijk omboeking of ticketrestitutie, waarna de passagier heeft gekozen voor ticketrestitutie. De vervoerder stelt dat hij deze al heeft voldaan aan Aviclaim (zie de overgelegde betalingsbevestiging). Het betoog van de vervoerder slaagt. De vervoerder heeft hiermee voldoende onderbouwd dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen. Het verzoek van de passagier zal daarom worden afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt. Weliswaar heeft de passagier verzocht om de vervoerder alsnog in de proceskosten te veroordelen, maar dit verzoek wordt afgewezen. De passagier heeft gesteld dat hij de procedure aanhangig moest maken om zijn rechtspositie te kunnen bepalen, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover de vervoerder daadwerkelijk nakosten zal maken, te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de kosten van betekening van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 135,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt de passagier tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de kosten van betekening van deze beschikking;
5.3. verklaart deze beschikking – voor wat de proceskosten betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open