In deze zaak hebben drie passagiers compensatie aangevraagd van de luchtvaartmaatschappij Société Air France S.A. voor een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De passagiers, vertegenwoordigd door mr. R. Bos van ProBe-ASP B.V. onder de naam Aviclaim, hebben een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam via Parijs naar Miami op 25 mei 2022. De luchtvaartmaatschappij heeft de vertraging van de vlucht AF1741 van Amsterdam naar Parijs toegeschreven aan buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn aangekomen en dat de vervoerder niet aansprakelijk is voor de compensatie omdat de vertraging het gevolg was van omstandigheden die niet konden worden voorkomen.
Het procesverloop begon met een vorderingsformulier dat op 23 mei 2024 werd ingediend, gevolgd door een antwoordformulier van de vervoerder op 8 oktober 2024. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de passagiers voldoende bewijs hebben geleverd dat zij Aviclaim hebben gemachtigd om hen te vertegenwoordigen. De vervoerder heeft betwist dat de passagiers correct waren gemachtigd, maar de kantonrechter heeft deze stelling verworpen.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de luchtvaartmaatschappij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vertraging het gevolg was van beperkingen door de luchtverkeersleiding, wat wordt beschouwd als een buitengewone omstandigheid. De vervoerder heeft ook aangetoond dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te beperken door de passagiers om te boeken op de eerst beschikbare alternatieve vlucht. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten.