ECLI:NL:RBNHO:2024:13436

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
11156379
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagier voor vertraagde vlucht en beroep op buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft een passagier compensatie verzocht van de vervoerder voor een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De vervoerder, Transportes Aéreos Portugueses S.A., voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een vertraagde start-up/push back om milieuredenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Echter, de vervoerder kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van beperkingen door de luchtverkeersleiding, wat niet als een normale bedrijfsomstandigheid wordt beschouwd. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende maatregelen had genomen om de vertraging te beperken en dat het beroep op buitengewone omstandigheden slaagde. Het verzoek van de passagier werd afgewezen, en de proceskosten werden aan de passagier opgelegd. De beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is op 11 december 2024 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11156379 \ CV FORM 24-3812
Uitspraakdatum: 11 december 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: [gemachtigde 1] (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Transportes Aéreos Portugueses S.A.,
gevestigd te Lissabon (Portugal)
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigden: mr. E.C.C.M. Bootsman en mr. J. Nooij (Russell Advocaten)
De zaak in het kort
De passagier heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie verzocht voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De vervoerder voert aan dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden, namelijk een vertraagde start-up/push back wegens milieuredenen. Het beroep op buitengewone omstandigheden slaagt. Daarnaast heeft de vervoerder voldoende onderbouwd dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te beperken. Het verzoek van de passagier wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 1 mei 2024;
  • het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 4 september 2024.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder haar op 2 juli 2022 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Lissabon Airport (Portugal) naar Agadir Al Massira Airport (Agadir, Marokko), met de vluchtcombinatie TP669 en TP1462.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht TP1462 van Lissabon naar Agadir (hierna: de vlucht) vertraagd uitgevoerd. De passagier is met een vertraging van meer dan 3 uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagier heeft daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagier verzoekt de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 60,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert haar verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder haar vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij voert aan dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van (de doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening).

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.3.
Volgens de vervoerder is de vlucht vertrokken met een vertraging van 3 uur en 2 minuten, waarvan 2 uur en 13 minuten het gevolg waren van de verlate aankomst van de voorgaande vlucht. Ten aanzien van deze vertraging doet de vervoerder geen beroep op buitengewone omstandigheden. De overige 49 minuten van de vertrekvertraging waren het gevolg van beperkingen door de luchtverkeersleiding, namelijk een latere tijd waarop het toestel van de gate mocht vertrekken. Onderweg heeft de vlucht nog 24 minuten extra vertraging opgelopen, waardoor de vlucht uiteindelijk met een vertraging van 3 uur en 26 minuten is aangekomen in Agadir, aldus de vervoerder.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder, met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop, voldoende heeft onderbouwd dat de vertraging van de vlucht het gevolg is geweest van een beperking door de luchtverkeersleiding. Een dergelijke vertraging is een omstandigheid die niet inherent is aan de uitoefening van de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en deze heeft daar ook geen invloed op. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het beroep op buitengewone omstandigheden slaagt. Het feit dat de vlucht óók is vertraagd door niet-buitengewone omstandigheden is in dit kader van ondergeschikt belang. Immers, deze niet buitengewone omstandigheden hebben bij elkaar tot een vertraging van minder dan drie uur geleid. [1]
4.4.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om (de vertraging als gevolg van) de buitengewone omstandigheden te voorkomen. De vervoerder heeft in dit verband aangevoerd dat hij heeft geprobeerd om de vertraging in te lopen, maar dat dit niet is gelukt. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te beperken. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen. Het verzoek van de passagier zal daarom worden afgewezen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt. Het verzoek van de passagier om de vervoerder vanwege zijn proceshouding hoe dan ook in de proceskosten te veroordelen wordt afgewezen, omdat dit onvoldoende is onderbouwd. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover de vervoerder daadwerkelijk nakosten zal maken. De verzochte rente over de proceskosten en de nakosten wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 15 dagen na betekening van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde;
en veroordeelt de passagier tot betaling van € 67,50 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 15 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart deze beschikking – voor wat de proceskosten betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.HvJEU 4 mei 2017, C-315/15, ECLI:EU:C:2017:342.