ECLI:NL:RBNHO:2024:13430

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
10908018
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraagde vlucht en buitengerechtelijke incassokosten door vervoerder

In deze zaak hebben de passagiers compensatie gevorderd van de vervoerder, Royal Air Maroc, voor een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De passagiers, vertegenwoordigd door Yource B.V., hebben een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam via Casablanca naar Agadir op 20 oktober 2022. De vervoerder heeft de vlucht vertraagd uitgevoerd, waardoor de passagiers met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen. De vervoerder heeft geen beroep gedaan op buitengewone omstandigheden en heeft de compensatie niet uitbetaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de handtekeningen van de passagiers op de volmachten overeenkomen met die op hun paspoorten, waardoor de gemachtigde bevoegd is om de procedure te voeren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de passagiers voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij de vervoerder de kans hebben gegeven om het geschil buiten rechte op te lossen, en dat er geen sprake is van rauwelijks dagvaarden. De vordering tot betaling van de hoofdsom en de wettelijke rente is toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten, die zijn getoetst aan de tarieven uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van de vervoerder, die in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10908018 \ CV EXPL 24-784
Uitspraakdatum: 18 december 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1]

2. [eiser 2], wonende te [plaats 2]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (Yource B.V.)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Royal Air Maroc
gevestigd te Casablanca (Marokko)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. T. Teke (Warendorf Advocaten en Notarissen)
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De vervoerder heeft geen beroep gedaan op buitengewone omstandigheden. Daarnaast is geen sprake van rauwelijks dagvaarden. Hoewel de overgelegde aanmaningen betrekking hebben op ruim 70 verschillende zaken/claims, heeft de gemachtigde van de passagiers in tenminste één aanmaning een linkje opgenomen naar alle benodigde documenten van alle individuele reizigers. Daarmee is deze aanmaning in ieder geval voldoende geconcretiseerd. De vordering van de passagiers wordt daarom toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 20 oktober 2022 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Casablanca Airport (Marokko) naar Al Massira Airport (Agadir, Marokko), met de vluchtcombinatie AT851 en AT429.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht AT851 van Amsterdam naar Casablanca (hierna: de vlucht) vertraagd uitgevoerd. De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van het incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 145,20, althans een in redelijke justitie door de rechtbank te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de handtekeningen van de passagiers op de volmachten in voldoende mate overeenkomen met de handtekeningen van de passagiers op hun paspoorten. De kantonrechter vindt het dan ook voldoende aannemelijk dat Yource B.V. gemachtigd is om deze procedure namens de passagiers te voeren. Het niet-ontvankelijkheidsverweer van de vervoerder faalt.
4.3.
De vervoerder heeft geen beroep gedaan op buitengewone omstandigheden, zodat de vordering tot betaling van de hoofdsom (en de daarover gevorderde wettelijke rente) zal worden toegewezen.
4.4.
Resteert de vraag of de vervoerder rauwelijks is gedagvaard. De passagiers hebben bij conclusie van repliek meerdere e-mails/brieven van hun gemachtigde aan het hoofdkantoor van de vervoerder in het geding gebracht. Hoewel deze aanmaningen betrekking hebben op ruim 70 verschillende zaken/claims, heeft de gemachtigde van de passagiers (in ieder geval in de e-mail van 28 november 2023) een linkje opgenomen naar alle benodigde documenten [1] van alle individuele reizigers. In ieder geval deze aanmaning is daarmee voldoende geconcretiseerd. De passagiers hebben vervolgens meerdere reminders aan de vervoerder verstuurd. De kantonrechter is van oordeel dat de passagiers daarmee voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij de vervoerder de mogelijkheid hebben geboden om het geschil buiten rechte op te lossen. Van rauwelijks dagvaarden is dan ook geen sprake.
4.5.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom moet de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, toetsen aan het rapport Voorwerk II. De passagiers hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven uit het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II. De tarieven uit het Besluit worden redelijk geacht. Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief (inclusief btw), zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kunnen maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 945,20, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 800,00 vanaf 20 oktober 2022 en over € 145,20 vanaf 11 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 135,97;
griffierecht € 218,00;
salaris gemachtigde € 270,00;
5.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 67,50 aan nakosten, voor zover de passagiers daadwerkelijk nakosten zullen maken;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Identificatie, boekingsbescheiden en volmachten.