Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de eis in reconventie
- de pleitnota van de man.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
- partijen zeggen beide dat zij inhoud willen geven aan hun gezamenlijke ouderschap, zowel financieel als qua zorgverdeling. Zij spreken jegens elkaar uit dat zij dat nu gaan waarmaken,
- dat wordt een stuk makkelijker wanneer zij op een bereisbare afstand van elkaar wonen. De verhuisbewegingen dienen daarop te worden afgestemd,
- partijen bevinden zich in de relatief luxe positie dat ze twee woningen in dezelfde regio hebben die zij beiden lijken te kunnen aanhouden als zij hun prioriteiten dienovereenkomstig stellen,
- daarvoor zouden zij moeten kiezen als zij het belang van [minderjarige] op de eerste plaats stellen.
6.De beslissing
- de woning moet door middel van een door partijen gezamenlijk te verlenen opdracht uiterlijk 1 maart 2024 te koop worden gezet en 1 juni 2024 zijn verkocht,
- via een makelaar die in de regio [plaats 1] actief is,
- ieder van partijen draagt de helft van de daaraan verbonden kosten en financiert die kosten ook voor de helft,
- de vraag- en laatprijs worden bindend geadviseerd door de makelaar, tenzij beide partijen het met diens advies niet eens zijn en samen een eensluidende andere waarde opgeven,
- uiterlijk 1 maart 2024 een schriftelijke verkoopopdracht aan een makelaar verstrekt waarbij de door haar gekochte woning te [plaats 2] wederom te koop wordt gezet en
- zich verbindt om de lasten voor de woning [adres 1] te dragen vanaf het moment dat de huurovereenkomst met de huidige huurders is beëindigd en de huurders de woning [adres 1] hebben verlaten,