ECLI:NL:RBNHO:2024:13099

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
10505236 \ CV EXPL 23-2976
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis in civiele procedure over bewijsvermoeden bij schade aan iPad

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiser] en Apple Retail Netherlands B.V. De zaak betreft een geschil over de schade aan een iPad die [eiser] op 25 februari 2023 bij Apple heeft gemeld. In een eerder tussenvonnis van 28 februari 2024 was Apple opgedragen bewijs te leveren van de staat van de iPad op het moment van inlevering. Apple heeft verschillende interne documenten overgelegd, waaruit zou blijken dat de iPad beschadigd was toen [eiser] deze in de winkel bracht. Echter, de kantonrechter oordeelt dat Apple niet in haar bewijs is geslaagd. De kantonrechter wijst erop dat de interne notities van Apple niet voldoende bewijs leveren, vooral omdat de tijdlijn van de gebeurtenissen niet duidelijk is en er geen getuigen zijn gehoord die de claims van Apple kunnen ondersteunen. De kantonrechter heeft daarom de hoofdsom van € 809,10 toegewezen aan [eiser], onder de voorwaarde dat hij de iPad retourneert aan Apple. De buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen, omdat [eiser] deze niet voldoende heeft onderbouwd. De proceskosten worden toegewezen aan Apple, omdat zij in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.A.J. Berkers in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10505236 \ CV EXPL 23-2976
Uitspraakdatum: 9 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. M.N. Mense
tegen
Apple Retail Netherlands B.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
verder te noemen: Apple
gemachtigde: mr. L. de Vries

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Apple heeft in het kader van het haar bij tussenvonnis van 28 februari 2024 opgedragen bewijs stukken toegezonden. Hierop heeft [eiser] schriftelijk gereageerd.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist.
Apple is daarbij in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat [eiser] zich op 25 februari 2023 bij Apple heeft gemeld met een iPad waarvan de onderkant van de behuizing was verbogen en de onderkant van het scherm was gebarsten.
2.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter is Apple niet geslaagd in dat bewijs. Daartoe overweegt zij als volgt.
2.2.1.
Apple heeft enkele interne stukken in het geding gebracht, waaruit blijkt dat meerdere medewerkers van Apple de iPad tijdens het bezoek van [eiser] aan de winkel hebben gezien en dat zij bevestigen dat de iPad beschadigd was. De notities van de technici geven weer:
“display cracked housing bent”.
Naar aanleiding van een klacht van [eiser] per e-mail, is dit ook aan [eiser] bevestigd:
“Customer e-mailed lead [redacted] stating the iPad was not bent nor was the display cracked. We have confirmed during the appointment that this was the case. Multiple employees including me confirmed this.”
en
“I have checked with all the colleagues involved and they explained the situation clearly. The iPad was broken when it was brought in, therefore it does not fall under warranty.”
2.2.2.
[eiser] heeft er in zijn reactie op gewezen dat het gaat om documenten die later zijn bewerkt. [eiser] heeft verder nog aangevoerd dat het gaat om interne documenten waaraan beperkte bewijskracht kan worden toegekend. Ten slotte heeft [eiser] aangevoerd dat de tijdlijn zoals die uit de notities van Apple blijkt, juist het standpunt van [eiser] bevestigt. Daaruit blijkt namelijk dat de notities door de mensen van Apple zijn gemaakt ruim nadat [eiser] in de winkel is geweest. Zijn standpunt dat de technici van Apple de iPad hebben laten vallen, wordt daardoor ondersteund.
2.2.3.
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Het geleverde bewijs voegt (vrijwel) niets toe aan de onderbouwing van de stelling van Apple die zich ten tijde van het tussenvonnis reeds in het dossier bevond, hetgeen – gelet op de gemotiveerde betwisting van [eiser] – door de kantonrechter onvoldoende is bevonden. De stelling van Apple wordt onderbouwd met interne notities, maar de tijdlijn van het bezoek van [eiser] en het opstellen van de notities, sluit niet uit dat de beschadiging aan de iPad heeft plaatsgevonden in de winkel. Iedere context over de gang van zaken direct volgend op de binnenkomst van [eiser] in de winkel ontbreekt in de bewijslevering, terwijl daarover bij antwoord wel het nodige is gesteld. Zo is uit de bewijslevering niet duidelijk waar de iPad door de medewerkers van Apple is onderzocht en evenmin is duidelijk hoe het gesprek daarna precies is verlopen. De slotsom is dat Apple heeft nagelaten, bijvoorbeeld met verklaringen of door het horen van getuigen, aan te tonen dat de iPad op het moment dat [eiser] daarmee de winkel binnenkwam, de genoemde beschadigingen had.
2.3.
Omdat de kantonrechter volhardt bij hetgeen in voornoemd tussenvonnis is overwogen, betekent dit dat de primair gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen tot een bedrag van € 809,10.
2.4.
De buitengerechtelijke kosten worden afgewezen, omdat [eiser] – na betwisting door Apple bij antwoord – zijn stellingen hieromtrent niet nader heeft onderbouwd.
2.5.
De proceskosten komen voor rekening van Apple, omdat zij (overwegend) ongelijk krijgt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Apple – onder de opschortende voorwaarde dat [eiser] de iPad aan Apple retourneert – tot betaling aan [eiser] van € 809,10 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 april 2023;
3.2.
veroordeelt Apple tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [eiser] worden vastgesteld op € 214,- aan griffierecht, € 132,42 aan dagvaardingskosten, € 337,50 aan salaris van de gemachtigde en 67,50 aan nakosten, te betalen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis. Als Apple niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, moet Apple ook de kosten van betekening betalen;
3.3.
veroordeelt Apple in de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na zijn voldaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.J. Berkers en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter