In deze zaak hebben eiser en gedaagde een overeenkomst gesloten waarbij eiser zonnepanelen, batterijen en een omvormer zou leveren en installeren op de woning van gedaagde. Eiser vordert betaling van een factuur van € 2.300,00, die gedaagde niet heeft voldaan. De kantonrechter wijst de vordering van eiser af, omdat niet is komen vast te staan dat partijen een meerprijs zijn overeengekomen. In de tegenvordering van gedaagde wordt eiser veroordeeld tot betaling van een deel van de door gedaagde gevorderde schadevergoeding, omdat eiser wanprestatie heeft geleverd. De procedure omvat een dagvaarding, een conclusie van antwoord, een tussenvonnis en een mondelinge behandeling. De kantonrechter oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat er een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen voor de levering van een nieuwe set batterijen en omvormers tegen een meerprijs. Eiser wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. Gedaagde vordert in reconventie een vervangende schadevergoeding en krijgt een deel van zijn vordering toegewezen, terwijl een ander deel wordt afgewezen. De kantonrechter legt de proceskosten voor gedaagde ten laste van eiser.