Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
[bedrijf 1], tevens handelend onder de naam
[bedrijf 2]
[bedrijf 3], voorheen handelend onder de naam
[bedrijf 4]
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Noord-Holland
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vorderde dat [gedaagde] werd veroordeeld tot afdracht van de door hem geïncasseerde gelden uit hoofde van een overeenkomst van opdracht. De zaak betreft een huurachterstand van € 12.330,11 die [gedaagde] namens [eiser] heeft geïncasseerd. Gedurende de incassowerkzaamheden heeft [gedaagde] een betalingsregeling getroffen met de debiteur, maar heeft hij een bedrag van € 3.890,91 niet aan [eiser] afgedragen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen, maar het toe te wijzen bedrag verrekend met de door [gedaagde] gemaakte incassokosten van € 898,30. Daarnaast heeft de kantonrechter [gedaagde] veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 450,00 en de proceskosten van € 1.173,84. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] in verzuim verkeerde en dat de incassokosten redelijk waren, ondanks zijn verweer dat hij nooit een factuur had ontvangen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.