ECLI:NL:RBNHO:2024:12961

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
10931917 CV EXPL 24-351
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van precontractuele en contractuele informatieplichten in kinderopvangovereenkomsten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 december 2024 uitspraak gedaan in een verstekvonnis in een geschil tussen TintelTuin B.V. en BeauFin B.V. De eisende partij, TintelTuin B.V., had een vordering ingesteld op basis van drie overeenkomsten op afstand met de gedaagde partij, BeauFin B.V. De kantonrechter heeft ambtshalve de precontractuele en contractuele informatieplichten getoetst, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij heeft nagelaten de gedaagde partij voldoende te informeren over het wettelijk herroepingsrecht, wat een schending van artikel 6:230m lid 1 BW met zich meebracht. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij niet op duidelijke wijze was gewezen op het herroepingsrecht, wat leidde tot de conclusie dat de overeenkomsten gedeeltelijk vernietigd moesten worden. De kantonrechter heeft een sanctie opgelegd, waarbij 10% van de verschuldigde hoofdsom werd vernietigd, als een passende maatregel om de schending van de informatieplichten te compenseren. Daarnaast werd de vordering van de eisende partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 3.572,06, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden toegewezen aan de kant van de gedaagde partij, met uitzondering van de kosten voor de akte die voor rekening van de eisende partij kwamen. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10931719 CV EXPL 24-351
Uitspraakdatum: 5 december 2024
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TintelTuin B.V.
te Amsterdam
de eisende partij
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BeauFin B.V.mede handelend onder de naam
Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheerin zijn/haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[betrokkene]
te gemeente Zaandam
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 10 oktober 2024 (hierna: het tussenvonnis) is de eisende partij door de kantonrechter in de gelegenheid gesteld om (i) de ontbrekende overeenkomsten over te leggen en om een onderbouwde toelichting te geven over (ii) de wijze waarop deze overeenkomsten zijn gesloten en (iii) de wijze waarop zij ten aanzien van deze overeenkomsten aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten heeft voldaan. Daaraan heeft de eisende partij uitvoering gegeven bij akte van 7 november 2024 (hierna: de akte).

2.De verdere beoordeling

Ambtshalve toetsing van de precontractuele informatieplichten
2.1.
De vordering is gebaseerd op drie overeenkomsten op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan.
2.2.
De eisende partij stelt dat zij heeft voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW. Ter onderbouwing heeft zij verwezen naar de informatie in de drie overgelegde plaatsingsovereenkomsten en in de toepasselijke algemene voorwaarden.
2.3.
Uit de toelichting en de stukken blijkt echter niet (voldoende) dat de eisende partij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten aan de informatieplicht als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 onder h BW heeft voldaan. Dit artikel bepaalt onder meer dat de consument moet worden gewezen op het wettelijk herroepingsrecht (artikel 6:230o BW).
2.4.
Het wettelijk herroepingsrecht houdt in dat als een consument op afstand of buiten de verkoopruimte een overeenkomst sluit, hij het recht heeft om de overeenkomst gedurende een bepaalde periode te ontbinden (ook wel herroepen genoemd). De termijn daarvoor is in principe veertien dagen. Als het gaat om het verrichten van diensten zoals hier, begint de termijn te lopen na de dag waarop de overeenkomst wordt gesloten (artikel 6:230o lid 1 sub a BW).
2.5.
In de overgelegde overeenkomsten is de gedaagde partij niet op het wettelijke herroepingsrecht gewezen. Daarin staat weliswaar: ‘
De plaats kan tot 1 maand voor ingangsdatum kosteloos worden geannuleerd, daarna geldt een opzegtermijn van 1 maand. (…)’, maar daarmee wordt – mede gelet op de ingangs- en aanvangsdata van de overeenkomsten - niet voldaan aan het herroepingsrecht als hiervoor omschreven.
2.6.
Voor zover de eisende partij stelt dat het herroepingsrecht (ook) is opgenomen in artikel 7 en 10 van de toepasselijke algemene voorwaarden [1] oordeelt de kantonrechter dat de gedaagde partij hiermee niet op duidelijke en begrijpelijke wijze op de hoogte is gebracht van deze informatie. De gedaagde partij had er vóór het sluiten van de overeenkomst tenminste expliciet op gewezen moeten worden dát deze informatie in de algemene voorwaarden te vinden is. Daaraan heeft de eisende partij niet voldaan.
2.7.
Daarbij komt dat in de algemene voorwaarden informatie staat die tegenstrijdig is met de informatie in de overeenkomsten. Zo bepaalt artikel 7 van de algemene voorwaarden:

1. De Ouder heeft het recht de Overeenkomst te annuleren vanaf de Ingangsdatum tot de Aanvangsdatum. [2]
2. De Ouder is voor annulering kosten verschuldigd.
3. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling over de voor de Ouder geldende opzegtermijn als bedoeld in artikel 10 lid 4 sub a.
En artikel 10 lid 4 bepaalt verder, voor zover van belang:

Opzegging vindt plaats door middel van een aan de andere Partij gerichte gemotiveerde Schriftelijke verklaring en
a.
met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, in geval van opzegging door de Ouder; (…)
2.8.
De gedaagde partij is dus niet geïnformeerd over het herroepingsrecht ex artikel 6:230m lid 1 sub h in samenhang met artikel 6:230o lid 1 sub a BW. De kantonrechter zal daarom voor deze schending een sanctie toepassen.
Ambtshalve toetsing van de contractuele informatieplicht
2.9.
Ook heeft de eisende partij nagelaten voldoende te stellen en onderbouwen dat de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW is nagekomen. Deze informatieplicht houdt kortgezegd in dat de eisende partij een bevestiging van de overeenkomst aan de consument moet verstrekken met daarin de in artikel 6:230m lid 1 BW genoemde informatie. De eisende partij heeft verwezen naar de overgelegde plaatsingsovereenkomsten, maar deze bevatten niet alle in artikel 6:230m lid 1 BW genoemde informatie, omdat hierin het wettelijke herroepingsrecht van artikel 6:230m lid 1 onder h BW ontbreekt (zoals hiervoor ook overwogen).
Welke sanctie hoort hierbij?
2.10.
De schending van het herroepingsrecht heeft tot gevolg dat de herroepingstermijn van veertien dagen is verlengd tot het moment waarop alle ontbrekende gegevens alsnog op de voorgeschreven wijze aan de gedaagde partij zijn verstrekt, echter met ten hoogste twaalf maanden (artikel 6:230o lid 2 BW). Nu deze termijn al is verstreken en niet is gesteld of gebleken dat de gedaagde partij de overeenkomsten heeft willen herroepen, zal de kantonrechter aan dit gebrek enkel de hieronder te noemen sanctie verbinden.
2.11.
Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie [3] en onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 [4] moet de kantonrechter aan de schending van de informatieplichten gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn.
2.12.
In deze zaak heeft de eisende partij de precontractuele informatieplicht van artikel 6:230m lid 1 onder h BW geschonden. Daarnaast heeft zij de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW geschonden, omdat op de door de eisende partij aangehaalde duurzame gegevensdragers geen informatie is gegeven over het wettelijke herroepingsrecht. Met het oog op voornoemde Europeesrechtelijke beginselen en jurisprudentie van het HvJ EU en de Hoge Raad, zal de kantonrechter de overeenkomsten gedeeltelijk vernietigen. Omdat zowel ten aanzien van de precontractuele- als de contractuele informatieplichten alleen de informatie over het herroepingsrecht is geschonden is de kantonrechter van oordeel dat, mede gelet op de aard van de onderhavige overeenkomsten, een vernietiging van 10% van de door de gedaagde partij verschuldigde hoofdsom voldoende doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig is.
Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.13.
De kantonrechter moet ook ambtshalve beoordelen of op de overeenkomst met de gedaagde partij algemene voorwaarden van toepassing zijn en zo ja, of daarin geen bedingen zijn opgenomen die oneerlijk zijn ten opzichte van een consument, in de zin van artikel 3 van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Dit artikel is in het Nederlandse recht tot uitdrukking gebracht in artikel 6:233 onder a BW, waarin kort gezegd is bepaald dat een beding dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar is.
2.14.
Uit de overlegde stukken blijkt dat op de overeenkomst(en) de Algemene voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017 (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing zijn verklaard. De kantonrechter zal de daarin opgenomen bedingen die verband houden met de vordering hierna toetsen op (on)eerlijkheid.
2.15.
Artikel 17 van de algemene voorwaarden betreft een rente- en incassobeding en artikel 16 een prijswijzigingsbeding. Deze bedingen zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Wat is toewijsbaar?
2.16.
De eisende partij vordert – na aftrek van een deelbetaling van € 595,61 - een bedrag van € 3.986,95 aan hoofdsom. Dit terwijl uit de overgelegde facturen (en de rekensom op pagina 2 van de dagvaarding) blijkt dat dit een bedrag van € 3.968,95 moet zijn. Mede gelet op het voorgaande is daarom een bedrag van € 3.572,06 (€ 3.968,95 x 0,90) aan hoofdsom toewijsbaar.
2.17.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar.
2.18.
De vordering tot vergoeding van de verschenen rente zal worden afgewezen, omdat de eisende partij die rente (gelet op de toewijsbare hoofdsom) over een te hoog bedrag heeft berekend. De wettelijke rente zal worden toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de datum van de dagvaarding.
Conclusie en proceskosten
2.19.
De vordering wordt gedeeltelijk toegewezen.
2.20.
De proceskosten komen voor rekening van de gedaagde partij, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. De kosten voor de genomen akte komen echter voor rekening van de eisende partij, omdat het aan haarzelf te wijten is dat deze genomen moest worden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 3.572,06, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 113,54
griffierecht € 496,00
salaris gemachtigde € 238,00;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Woerdman en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017.
2.Uit de definities van artikel 1 van de algemene voorwaarden blijkt dat met Ingangsdatum wordt bedoeld ‘
3.HvJ EU 23 januari 2019, zaak C-430/17, ECLI:EU:C:2019:47 (Walbusch Walter Busch), punt 41; HvJ EU 10 juli 2019, zaak C-649/17, ECLI:EU:C:2019:576 (Amazon EU), punt 44.
4.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677.