In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoeker] om toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding van de verwerende partij, Belona4work B.V. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] niet door Belona is voortgezet na een einde van rechtswege, waardoor [verzoeker] recht heeft op een transitievergoeding van € 2.585,51 bruto. De kantonrechter heeft echter de aanvraag voor een billijke vergoeding afgewezen, omdat het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van Belona. Ook het tegenverzoek van Belona tot schadevergoeding is afgewezen, omdat de grondslag van dat verzoek niet is komen vast te staan. De proceskosten zijn voor rekening van Belona, omdat [verzoeker] deze procedure heeft moeten aanspannen om betaling van de transitievergoeding te verkrijgen.
De zaak begon met een verzoekschrift van [verzoeker] op 27 september 2024, gevolgd door een verweerschrift van Belona op 1 november 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst op 1 juli 2024 is geëindigd en dat Belona niet heeft voldaan aan haar verplichtingen als werkgever. De kantonrechter heeft de hoogte van de transitievergoeding vastgesteld op basis van het salaris van [verzoeker] en heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf een maand na 1 juli 2024. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van Belona, waardoor de billijke vergoeding niet kon worden toegewezen.
De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Belona de transitievergoeding en de proceskosten moet betalen, ondanks dat er mogelijk hoger beroep kan worden ingesteld.