ECLI:NL:RBNHO:2024:12894

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
C/15/355524 / HA RK 24-109
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen juridische splitsing van Jabos B.V. door Stichting De Zaanse Schans

In deze zaak heeft de Stichting De Zaanse Schans (SZS) verzet aangetekend tegen de juridische splitsing van Jabos B.V. De rechtbank Noord-Holland heeft op 18 december 2024 uitspraak gedaan. SZS verzocht om het verzet gegrond te verklaren en stelde dat Jabos B.V. wanprestatie pleegt door zonder toestemming van SZS de splitsingsvoorstellen uit te voeren. Jabos B.V. en de Stichting Administratiekantoor Jabos (STAK) voerden verweer en stelden dat de wet geen grond biedt voor het verzet. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor verzet limitatief zijn en dat SZS niet voldoende onderbouwd had dat de splitsing in strijd was met de wet. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond en hevelde de proceskosten over naar SZS. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke waarborgen bij juridische splitsingen en de rol van toestemming van betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer / rekestnummer: C/15/355524 / HA RK 24-109
Beschikking van 18 december 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING DE ZAANSE SCHANS,
te Zaanstad,
verzoekende partij,
advocaat: mr. M.C. van Rijswijk,
hierna te noemen: SZS,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JABOS B.V.,
te Westzaan,
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR JABOS,
te Westzaan,
3.
[verweerder 3],
te [plaats 1],
4.
[verweerder 4],
te [plaats 1],
5.
[verweerder 5],
te [plaats 2],
6.
[verweerder 6],
te [plaats 3],
verweerders,
advocaat: mr. G.A. Offerhaus,
verwerende partijen,
hierna samen te noemen: Jabos c.s.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift houdende verzet tegen juridische splitsing ex artikel 2:334l BW van SZS van 2 augustus 2024 met 17 bijlagen;
- het verweerschrift van Jabos c.s. met conclusie tot ongegrondverklaring van het verzet van 8 oktober 2024 met 4 bijlagen;
- een akte houdende eiswijziging tevens houdende overlegging bijlagen 18a t/m 19 d.d. 23 oktober 2024;
- een akte overlegging productie 5, tevens aanvullend verzoek van Jabos c.s. d.d. 13 november 2024;
- de mondelinge behandeling op 20 november 2024
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 20 november 2024 zijdens SZS overgelegde pleitnotities, alsmede de van die behandeling opgemaakte aantekeningen van de griffier.

2.De feiten

2.1.
SZS is een stichting die zich onder meer ten doel stelt de Zaanse Schans en diens cultuurgoed en cultuurhistorische waarde in stand te houden en te beschermen. Ter verwezenlijking van dat doel beheert en exploiteert SZS onder meer de gronden en opstallen waarvan zij in de periode van 1 september 1975 tot en met 30 januari 1995 erfpachter was en waarvan zij sinds 31 januari 1995 eigenaar is.
2.2.
Jabos B.V. houdt zich onder meer bezig met de exploitatie van een souvenirwinkel, toeristische diamantslijperij en een straatfotografie-onderneming op de Zaanse Schans. Enig aandeelhouder is de Stichting Administratiekantoor Jabos (hierna: de STAK). Enig bestuurder van Jabos B.V. is [verweerder 3]. Bestuurders van de STAK zijn [verweerder 3] en [verweerder 6], die tevens certificaathouder zijn. [verweerder 4] en [verweerder 5] zijn ook certificaathouders van de STAK.
2.3.
SZS heeft in 1995 twee percelen grond op de Zaanse Schans in erfpacht uitgegeven aan de rechtsvoorganger van Jabos B.V. Daarnaast heeft zij de zich hierop bevindende opstallen geleverd aan (de rechtsvoorganger van) Jabos B.V.
2.4.
Artikel 6 van de bij voormeld erfpachtrecht geldende voorwaarden (hierna: de erfpachtvoorwaarden) luidt als volgt:
“Voor vervreemding van het erfpachtsrecht, vestiging van beperkte zakelijke rechten als ondererfpacht, opstal, erfdienstbaarheden, daaronder begrepen, alsmede voor economische overdracht van het erfpachtsrecht is toestemming van de stichting nodig.
Onder vervreemding wordt mede verstaan het vervreemden van aandelen in een naamloze vennootschap of - besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid door degene, die ten tijde van verwerving van het erfpachtsrecht door vestiging of overdracht de meerderheid van de geplaatste aandelen bezat aan een derde zodanig, dat de betrokkene als uitvloeisel daarvan de zeggenschap in een dergelijke vennootschap verliest.”
2.5.
Artikel 8 van de erfpacht voorwaarden luidt als volgt:
In alle gevallen waar sprake is van toestemming van de Stichting dient deze schriftelijk te zijn en is de Stichting gerechtigd aan deze toestemming voorwaarden te verbinden.
2.6.
Op 27 juni 2024 heeft Jabos in het kader van een herstructurering twee splitsingsvoorstellen tot haar juridische splitsing (hierna: de splitsingsvoorstellen) gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. De deponering van de splitsingsvoorstellen is op 3 juli 2024 gepubliceerd in een landelijk dagblad.
2.7.
Een van de splitsingsvoorstellen strekt tot een juridische afsplitsing ex artikel 2:334a lid 3 BW van een deel van het vermogen van Jabos B.V. in de verkrijgende vennootschap Jabos 2024 B.V. (hierna: het afsplitsingsvoorstel). Het andere splitsingsvoorstel (hierna: het zuivere splitsingsvoorstel) strekt tot de zuivere juridische splitsing van Jabos B.V. ex artikel 2:334a lid 2 BW in drie nieuwe verkrijgende vennootschappen, te weten [bedrijf 1] B.V., [bedrijf 2] B.V. en [bedrijf 3] B.V. Deze drie vennootschappen zijn de beheer vennootschappen van respectievelijk Jabos c.s. sub 3, 4 en 5.
2.8.
Aan het afsplitsingsvoorstel heeft Jabos B.V. een “Balans Jabos B.V.” per 31-12-2023” en een “Openingsbalans Jabos 2024 B.V.” gehecht als bedoeld in artikel 2:334f BW, die als volgt kunnen worden weergegeven:

{Afbeelding 1}

{Afbeelding 2}

2.9.
Aan het zuiver splitsingsvoorstel heeft SZS de volgende “Balans Jabos B.V. na afsplitsing Jabos 2024 B.V.” gehecht:

{Afbeelding 3}

2.10.
Daarnaast heeft SZS aan het zuiver splitsingsvoorstel van de drie beheer vennootschappen de volgende concept openingsbalansen aangehecht:
{Afbeelding 4}

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
SZS verzoekt (na aanvulling van haar verzoek) om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. haar verzet tegen de splitsingsvoorstellen gegrond te verklaren;
(voorwaardelijk) subsidiair,
II. voor recht te verklaren dat Jabos B.V. jegens SZS wanprestatie pleegt, althans onrechtmatig handelt, indien uitvoering wordt gegeven aan de splitsingsvoorstellen;
III. Jabos B.V. te verbieden om uitvoering te geven aan de splitsingsvoorstellen, zolang zij geen goedkeuring heeft gekregen van SZS voor de overdracht van het erfpachtrecht op straffe van een dwangsom van € 100.000 ineens en € 5.000 per dag, of gedeelte daarvan, dat Jabos B.V. in strijd handelt met dit verbod;
in alle gevallen:
Jabos te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
SZS legt aan haar primaire verzoek (samengevat) het volgende ten grondslag:
- het erfpachtrecht en de daarmee samenhangende overeenkomsten kunnen niet (goederenrechtelijk) worden overgedragen en/of onder algemene titel overgaan wegens de goederenrechtelijke overdrachtsbeperking in artikel 6 van de voorwaarden;
- de splitsingsvoorstellen voldoen niet aan de vereisten van artikel 2:344f lid 2 onder d jo 2:344j BW;
- de splitsingsvoorstellen behelzen misbruik van recht jegens SZS;
- na splitsing is er onvoldoende verhaal voor SZS om haar vorderingen te kunnen verhalen.
3.3.
Aan het (voorwaardelijk, namelijk voor zover de rechtbank het verzet van SZS ongegrond verklaart ) subsidiaire verzoek legt SZS ten grondslag dat het wanpresteren en onrechtmatige handelen voortvloeien uit het feit dat op grond van de erfpacht voorwaarden voor de overdracht — ongeacht of deze op grond van bijzondere of algemene titel plaatsvindt — voorafgaande schriftelijke goedkeuring nodig is van SZS. Door Jabos juridisch te splitsen waarbij het erfpachtrecht op een of meer andere verkrijgende vennootschappen overgaat — wat niet duidelijk blijkt uit de splitsingsvoorstellen — vindt er (de facto) overdracht van het erfpachtrecht aan Jabos 2024 B.V., [bedrijf 1], [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] plaats. De splitsingen - zonder voorafgaande goedkeuring van SZS - leveren wanprestatie op. Immers, de splitsingen kwalificeren als een overdracht aan een derde en voor de overdracht is bepaald dat daarvoor voorafgaande goedkeuring van SZS vereist is. Om dezelfde reden is er evenzeer sprake van onrechtmatige daad. De wanprestatie en onrechtmatige daad vinden bovendien hun grondslag in het feit dat door Jabos B.V. misbruik althans oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de splitsingen met het kennelijke doel om te omzeilen (i) de vereiste goedkeuring (met goederenrechtelijke werking) van SZS, (ii) de mogelijkheid van SZS om nadere voorwaarden te stellen aan de overdracht c.q. overgang van het erfpachtrecht en (iii) de wettelijke voorgeschreven route om de kantonrechter om vervangende toestemming te vragen ex artikel 5:91 BW.
SZS lijdt door de wanprestatie en de onrechtmatige daad aanzienlijke schade. Onder meer doordat zij aan de toestemming voor de overdracht van het erfpachtrecht (redelijke) voorwaarden mag verbinden, welke mogelijkheid haar nu bewust wordt ontnomen door Jabos B.V., aldus SZS.
3.4.
Jabos c.s. voeren verweer en verzoeken (bij aanvullend verzoek) het verzet bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking af te wijzen en op te heffen, met veroordeling van SZS in de kosten van het geding. Zij voeren daartoe – samengevat – aan dat het verzet al moet worden afgewezen, omdat de wet twee limitatieve gronden kent waarop verzet kan worden gedaan en SZS geen van deze twee gronden heeft aangevoerd.
Afgezien daarvan betwisten Jabos c.s. dat het erfpachtrecht niet kan worden overgedragen. Artikel 6 van de erfpacht voorwaarden eist toestemming voor vervreemding van het erfpachtsrecht of van aandelen. Overgang onder algemene titel valt daar niet onder. Bovendien is zelfs voor vervreemding alleen toestemming vereist als daardoor de voorheen gerechtigde de zeggenschap zou verliezen. Dat is volgens Jabos c.s. hier niet het geval. Jabos c.s. betwisten ten slotte dat de splitsingsvoorstellen niet voldoen aan de betreffende vereisten, dat sprake is misbruik van recht (en dus dat sprake is van wanprestatie dan wel onrechtmatig handelen), dat SZS schuldeiser is van Jabos B.V. en dat sprake is van onvoldoende verhaal.

4.De beoordeling

4.1.
SZS is op grond van artikel 2:334l BW in verzet gekomen tegen het voorstel tot splitsing van Jabos B.V. Het verzoekschrift is tijdig ingediend, zodat SZS daarin kan worden ontvangen.
4.2.
De rechtbank stelt voorop dat de gronden om in verzet te komen tegen een splitsing limitatief in de wet zijn opgenomen. Verzet is alleen mogelijk indien, in strijd met artikel 2:334j BW, een splitsing wordt voorgesteld waarbij de rechtsverhouding tussen de betreffende partijen niet in haar geheel overgaat. Ook is verzet mogelijk indien een krachtens artikel 2:334k BW verlangde waarborg niet is gegeven.
4.3.
Niet gebleken is dat deze twee gronden zich in het onderhavige geval voordoen. De aan het afsplitsingsvoorstel gehechte (hierboven onder de feiten weergegeven) “Balans Jabos B.V.” per 31-12-2023” en “Openingsbalans Jabos 2024 B.V.” en de aan het (zuiver) splitsingsvoorstel gehechte “Balans Jabos B.V. na afsplitsing Jabos 2024 B.V.” zijn voldoende duidelijk. Hieruit kan niet anders worden afgeleid dan dat het gehele vermogen van Jabos B.V., en dus de gehele rechtsverhouding met SZS, per 1 januari 2024 zal overgaan op Jabos 2024 B.V., met uitzondering van de oudedagverplichting (jegens [bedrijf 1] B.V) ad € 196.844,00 aan de passiva-kant en een banksaldo ad € 250.000,00 ter dekking hiervan aan de activa- kant. Niet valt in te zien dat hier onduidelijkheid over kan bestaan en ook niet dat een meer gespecificeerde omschrijving meer duidelijkheid zou verschaffen over de bestanddelen van het vermogen van Jabosdie door Jabos 2024 B.V. zullen worden verkregen. Daarnaast heeft SZS geen waarborgen verlangd als bedoeld in artikel 2:334k BW en ook niet aangevoerd welke waarborg zij zou verlangen. SZS heeft ook niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de splitsing leidt tot twijfel of voldoende waarborgen zijn verkregen of dat de vermogenstoestand van Jabos 2024 B.V. na de splitsing minder waarborg zal bieden dat haar gestelde vordering zal worden voldaan. Pas ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft SZS, onder verwijzing naar een overgelegde concept-dagvaarding (bijlage 17b), bedragen genoemd ter zake van vorderingen waarvoor zij stelt waarborgen te verlangen. Het verlangen van waarborgen in dit stadium is echter te laat omdat artikel 2:334l lid 1 BW bepaalt dat het verzoekschrift de waarborg vermeldt die wordt verlangd. Overigens heeft SZS ook niet aannemelijk gemaakt dat Jabos 2024 B.V. na splitsing onvoldoende waarborg biedt. Het verzet moet hierom al ongegrond worden verklaard. Wat partijen verder hebben aangevoerd behoeft daarom geen bespreking meer.
4.4.
De rechtbank zal het verzoek ongegrond verklaren en het verzet ambtshalve opheffen.
Wanprestatie/onrechtmatige daad
4.5.
Hiermee komt de rechtbank toe aan het door SZS (voorwaardelijk) subsidiair bij eiswijziging gedane verzoek.
4.6.
SZS vraagt een verklaring voor recht. Jabos c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen dit verzoek in deze verzetprocedure. Een vordering tot het verkrijgen van een verklaring voor recht moet in beginsel bij dagvaardingsprocedure worden ingesteld. Er kan echter ook in een verzoekschriftprocedure om een verklaring voor recht worden verzocht. Het verzoek moet dan voldoende rechtstreeks verband houden met het hoofdverzoek. Dat is naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak het geval. Het verzoek dient immers hetzelfde belang van SZS als bij het verzet tegen de (af)splitsing. Het bezwaar van Jabos c.s. tegen de behandeling van dit verzoek slaagt niet.
4.7.
Volgens SZS pleegt Jabos B.V. wanprestatie, althans handelt zij onrechtmatig, door het goedkeuringsvereiste van artikel 6 en 8 van de erfpacht voorwaarden te omzeilen en zonder toestemming van SZS uitvoering te geven aan de splitsingsvoorstellen.
De rechtbank volgt dit standpunt niet en zal dat uitleggen.
Geen wanprestatie
4.8.
Artikel 6 van de erfpacht voorwaarden bepaalt dat voor
vervreemdingvan het erfpachtsrecht toestemming van SZS nodig is. In dat artikel is bepaald dat (samengevat) onder vervreemding mede wordt verstaan het vervreemden van aandelen in een vennootschap door degene die ten tijde van verwerving van het erfpachtsrecht de meerderheid van de geplaatste aandelen bezat aan een derde. Dit artikel kan niet zo worden uitgelegd dat hiermee ook juridische splitsing is bedoeld, omdat er dan geen aandelen worden vervreemd. Daarbij speelt ook mee dat de zeggenschap over het erfpachtsrecht met de afsplitsing materieel gezien niet anders wordt en dat de daarop volgende zuivere splitsing niet ziet op de vennootschap met het erfpachtsrecht. Voor zover SZS wil betogen dat het destijds bij de uitgifte van het erfpachtsrecht aan de rechtsvoorganger van Jabos B.V. wel de bedoeling was om een dergelijke overgang onder algemene titel afhankelijk te maken van toestemming van SZS, heeft zij dit niet onderbouwd. Zonder nadere onderbouwing, die niet is gegeven valt niet in te zien waarom zij dat dan niet in de erfpacht voorwaarden heeft opgenomen.
4.9.
Voor zover SZS betoogt dat sprake is van wanprestatie aan de zijde van Jabos B.V., omdat in weerwil van de artikelen 6 en 8 van de erfpacht voorwaarden de zeggenschap over de aandelen in Jabos B.V. met het overlijden van Jan Engels (rechtsvoorganger van Jabos B.V. en destijds enig aandeelhouder en bestuurder van de STAK) zonder toestemming van SZS is overgegaan naar verweerders sub 3 en 6 verwerpt de rechtbank ook dit standpunt. Dat voor zeggenschapswijziging in de STAK, waaraan geen aandelenoverdracht is verbonden, toestemming van SZS nodig zou zijn is niet onderbouwd en ook niet gebleken. De mogelijkheid van overdracht van zeggenschap zonder toestemming van SZS heeft altijd bestaan. Het voert te ver om artikel 6 van de erfpacht voorwaarden zodanig op te rekken dat voor elke situatie waarin zeggenschap wijzigt de toestemming van SZS nodig is.
4.10.
De conclusie is dat van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming aan de zijde van Jabos c.s. geen sprake is.
Geen onrechtmatige daad
4.11.
Ook de stelling van SZS dat Jabos B.V. onrechtmatig heeft gehandeld faalt. Misbruik van recht is niet aan de orde. Jabos B.V. maakt met de juridische splitsing gebruik (en geen misbruik) van de mogelijkheden die de wet haar geeft. Dit is niet onrechtmatig.
De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad
4.12.
SZS heeft nog verzocht om de door Jabos c.s. verzochte uitvoerbaarheid bij voorraad af te wijzen, omdat zij de kans moet krijgen om effectief in hoger beroep te gaan en Jabos c.s. niet hebben gemotiveerd waarom zij een spoedeisend belang hebben. Ook hier volgt de rechtbank SZS niet in. Jabos c.s. hebben ter gelegenheid van de zitting, gelet op de complicaties die kunnen ontstaan als de splitsingsprocedure niet nog dit jaar wordt afgerond, haar spoedeisend belang voldoende gemotiveerd. Dit belang weegt zwaarder dan het gestelde belang van SZS om effectief in hoger beroep te kunnen gaan. SZS heeft namelijk toegelicht dat zij haar toestemming voor de overgang van het erfpachtsrecht alleen wil geven onder voorwaarden die het voor haar gemakkelijker zouden maken om in een kort gedingprocedure verplichtingen van de erfpachter af te dwingen die nu ook al op de erfpachter rusten. In zoverre is haar belang beperkt.
4.13.
De rechtbank zal SZS veroordelen in de proceskosten van Jabos c.s., die worden begroot op € 688,00 aan griffierecht en € 1.228,00 aan salaris advocaat (2 punten x tarief € 614,00.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart het verzet ongegrond en heft dit op,
5.2.
wijst af het verzoek tot het afgeven van de verklaring voor recht,
5.3.
veroordeelt SZS in de proceskosten, aan de zijde van Jabos c.s. tot op heden begroot op € 1.916,00,
5.4.
verklaart de beschikking voor wat betreft de opheffing van het verzet en de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.