Uitspraak
1.De procedure
2.Feiten
“(…) Ik hoop dus ook op jullie medewerking voor een adempauze van 3 maanden. Ik hoorde dat de termijn niet met 3 maanden verlengd kon worden dus ik neem aan dat de misgelopen bedragen dan verdeeld worden over de nog te betalen maanden. Met andere woorden; dat het maandbedrag omhoog gaat.(…)”
“(…) Wij kunnen u een regeling voor de achterstand van drie maanden voorstellen.
“(…) Ik hoor nog wel wat de regeling inhoudt neem ik aan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
dat ze nog wel hoort wat die regeling inhoudt’. Dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een betalingsregeling blijkt bovendien uit het feit dat [eiser], althans [bedrijf], (al) op 13 mei 2024 is gesommeerd om de openstaande termijnen te voldoen. Tot slot valt ook uit het betalingsgedrag van [eiser] af te leiden dat zij geen betalingsregeling met [gedaagde] is overeengekomen. Zij heeft immers na de gestelde betalingsregeling slechts de lopende termijnen betaald en niet (ook) betalingen gedaan conform de door haar voorgestelde regeling.