Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de producties van Woonzorg
- de conclusie van antwoord
- de producties van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 11 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van Woonzorg
- de pleitnota van [gedaagden] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[naam 4]op 18 augustus 2024 een e-mail aan Woonzorg waarin hij meedeelde dat, voor zover hem bekend, [naam 1] het bij de confrontatie met [gedaagde 1] niet alleen bij woorden liet en [naam 1] [gedaagde 1] op de rug begon te slaan, waarna [gedaagde 1] een klap terug had gegeven. [naam 1] zou lichtgewond zijn geraakt.
slechts[naam 1] van zich af hebben geduwd.
dat (-)[de kantonrechter: [gedaagde 1] ]
zich omdraaide en met de tuinslang nog in zijn rechterhand, de vrouw sloeg” en “
Ik zag de vrouw met een bloedend hoofd in de richting van haar woning gaan”.
het hart op de tong heeft” en een confrontatie niet uit de weg gaat, zoals onder andere [naam 3] verklaarde. Aangenomen kan worden dat [naam 1] geïrriteerd was doordat zij (bedoeld of onbedoeld) nat was geworden doordat [gedaagde 1] water gaf aan planten die hingen aan de balustrade van de galerij op de eerste verdieping. [naam 1] is daarop bij [gedaagde 1] verhaal gaan halen. Daarvan uitgaande is niet voorstelbaar dat [naam 1] vervolgens eerst langs [gedaagde 1] is gelopen alsof er niets gebeurd was, om hem vervolgens alsnog op de rug te stompen. Dat [gedaagde 1] door het gestelde stompen verwondingen op zijn rug zou hebben, blijkt ook nergens uit. Foto’s van beweerdelijk letsel heeft [gedaagde 1] niet getoond. Veel meer voor de hand ligt het dat de confrontatie is gelopen zoals [naam 1] bij de politie heeft verklaard. Daar verklaarde [naam 1] - zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang - dat zij op de galerij liep, dat [gedaagde 1] boos was en boos keek en kort daarop [naam 1] een aantal keer in het gezicht sloeg met het opzetstuk van de tuinslang in zijn hand.
sodemieter op” en uit te maken voor leugenaar. Dit gedrag van [gedaagde 1] past in het beeld dat Woonzorg heeft geschetst over de ongepaste bejegening van omwonenden en/of personeel door [gedaagde 1] vóór 17 augustus 2024 en waarop [gedaagde 1] ook is aangesproken (zie producties 25 en 26 van Woonzorg).