ECLI:NL:RBNHO:2024:12675

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
11175702 \ CV EXPL 24-4300
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van informatieverplichtingen in kinderopvangovereenkomst en gevolgen van tegenstrijdige informatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 27 november 2024, is een vordering aanhangig gemaakt door Komplayt Vestiging II B.V. tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 1.950,92, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, op basis van een overeenkomst met een consument. De kantonrechter heeft ambtshalve de naleving van de wettelijke informatieverplichtingen onderzocht, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, en vastgesteld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan haar stelplicht met betrekking tot de precontractuele informatieverplichtingen. De kantonrechter merkte op dat de eisende partij onvoldoende had onderbouwd dat zij aan de informatieverplichtingen had voldaan, en dat de informatie die in de overeenkomst was opgenomen tegenstrijdig was met de algemene voorwaarden. Dit leidde tot de conclusie dat de gedaagde partij niet voldoende was geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. De kantonrechter oordeelde dat de herroepingstermijn was verlengd en dat de gedaagde partij de overeenkomst tijdig had willen herroepen. Daarom werd de vordering afgewezen en werden de proceskosten voor rekening van de eisende partij gesteld, die ongelijk kreeg. Het vonnis benadrukt het belang van duidelijke en consistente informatie in overeenkomsten met consumenten, vooral in de kinderopvangsector.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11175702 \ CV EXPL 24-4300
Uitspraakdatum: 27 november 2024
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Komplayt Vestiging II B.V. t.h.o.d.n. Komplayt Kikkerkroost
te Amsterdam
de eisende partij
gemachtigde: 123 Legal
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 1.950,92, te vermeerderen met de wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. [1]
Niet voldaan aan de stelplicht
2.3.
De eisende partij heeft niet voldoende gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten. In de dagvaarding heeft zij hierover niets gesteld. Wel heeft de kantonrechter geconstateerd dat de eisende partij in het als productie 1 overgelegde (achterhaalde) ‘
Informatieformulier voor zaken waarin de gedaagde een natuurlijke persoon is’ van de rechtbank Amsterdam heeft ingevuld: ‘
De overeenkomst is tezamen met de algemene voorwaarden online ter ondertekening aangeboden. Beide partijen hebben voor instemming ondertekend, het log daarvan wordt overgelegd. Na ondertekening hebben beide partijen een afschrift van de ondertekende stukken ontvangen per e-mail. De overeenkomst bevat alle informatieverplichtingen o.g.v. het consumentenrecht.’ Ook heeft de eisende partij op dit formulier ingevuld dat ‘
Is voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen van artikel 6:230m lid 1 BW en/of (voor zover van toepassing) artikel 6:230b lid 6 en/of 8 BW’.
2.4.
Bij een zeer welwillende lezing van de stukken begrijpt de kantonrechter hieruit dat het de stelling van de eisende partij is dat in de tussen partijen overeengekomen overeenkomst alle informatie staat als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW en dat is voldaan aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 doordat de gedaagde partij een ondertekende versie van de overeenkomst heeft ontvangen. De eisende partij heeft hiermee echter niet voldaan aan het vereiste dat zij expliciet en op een duidelijke manier moet aangeven welke informatie van artikel 6:230m lid 1 BW en artikel 6:230v BW te vinden is in de productie(s) (bijvoorbeeld door de relevante informatie in de betreffende producties te arceren, maar tenminste door aan te geven op welke bladzijde van de productie de betreffende informatie te vinden is). Het is niet aan de kantonrechter om eigenhandig op zoek te gaan naar informatie in het dossier. Gelet op wat hierna wordt overwogen zal de kantonrechter hieraan in dit geval echter geen gevolgen verbinden, maar zij wijst de eisende partij er wel op dat het ontbreken van een dergelijke onderbouwing in eventuele vervolgzaken (ook) kan leiden tot afwijzing van de vordering.
Niet voldaan aan artikel 6:230m lid 1 sub h BW
2.5.
Bij een zeer welwillende lezing begrijpt de kantonrechter dat met artikel 6 van de overeenkomst is bedoeld te voldoen aan artikel 6:230m lid 1 sub h BW. In artikel 6 van de overeenkomst staat ‘
De overeenkomst kan tot twee maanden tot de ingangsdatum van de opvang per brief of per e-mail geannuleerd worden. Is deze termijn van twee maanden verstreken, dan bedragen de kosten voor de annulering maximaal twee maal het overeengekomen maandbedrag voor de kosten van kinderopvang. Op de Tarievenlijst zijn de annuleringskosten aangegeven.
2.6.
In artikel 7 van de toepasselijke algemene voorwaarden [2] staat echter informatie die tegenstrijdig is met het voorgaande. Daarin staat namelijk:

1. De Ouder heeft het recht de Overeenkomst te annuleren vanaf de Ingangsdatum tot de Aanvangsdatum. [3]
2. De Ouder is voor annulering kosten verschuldigd.
3. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling over de voor de Ouder geldende opzegtermijn als bedoeld in artikel 10 lid 4 sub a.
2.7.
Artikel 10 lid 4 bepaalt verder, voor zover van belang:

Opzegging vindt plaats door middel van een aan de andere Partij gerichte gemotiveerde Schriftelijke verklaring en
met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, in geval van opzegging door de Ouder;
(…)
2.8.
De kantonrechter is van oordeel dat de gedaagde partij door deze tegenstrijdige informatie niet (voldoende duidelijk) is geïnformeerd over het herroepingsrecht ex artikel 6:230m lid 1 sub h in samenhang met artikel 6:230o lid 1 sub a BW. Deze schending heeft tot gevolg dat de herroepingstermijn van veertien dagen is verlengd tot het moment waarop alle ontbrekende gegevens alsnog op de voorgeschreven wijze aan de gedaagde partij zijn verstrekt, maar ten hoogste met twaalf maanden (artikel 6:230o lid 2 BW). In dit geval is de overeenkomst op 13 juli 2022 tot stand gekomen en niet gesteld of gebleken is dat de eisende partij de gedaagde partij tussentijds alsnog op juiste wijze (dat wil zeggen duidelijk en in het oog springend) op het wettelijke herroepingsrecht heeft gewezen. Daarom moet worden aangenomen dat de herroepingstermijn tot en met 12 juli 2023 heeft gelopen. Uit de dagvaarding blijkt dat de gedaagde partij de overeenkomst heeft willen herroepen binnen de verlengde herroepingstermijn, namelijk nog vóór de Aanvangsdatum. Op grond van artikel 6:230s lid 5 sub a onder 1 of 2 BW is de gedaagde partij daarom geen kosten verschuldigd voor de (in dit geval niet) geleverde diensten. Daarom zal de vordering worden afgewezen.
Conclusie en proceskosten
2.9.
De vordering wordt afgewezen.
2.10.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.Algemene voorwaarden Komplayt kinderopvang 1 oktober 2020
3.Uit de definities van artikel 1 van de algemene voorwaarden blijkt dat met Ingangsdatum wordt bedoeld ‘