In deze zaak vorderde de passagier compensatie van de vervoerder, Transavia Airlines C.V., voor een geannuleerde vlucht van Lissabon naar Amsterdam op 8 en 9 juli 2022. De vervoerder stelde dat de annulering meer dan veertien dagen van tevoren was gecommuniceerd en het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk capaciteitsbeperkingen door een tekort aan beveiligingspersoneel op Schiphol. De kantonrechter oordeelde dat niet bewezen was dat de passagier tijdig op de hoogte was gesteld van de annulering, maar dat de annulering wel het gevolg was van buitengewone omstandigheden die niet voorkomen konden worden ondanks redelijke maatregelen. De vordering van de passagier werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechter concludeerde dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat hij alle redelijke maatregelen had genomen en dat de annulering gerechtvaardigd was onder de omstandigheden.