In deze zaak heeft JKG een robot gekocht van Hatek, waarbij een vaste prijs voor de robot was overeengekomen, maar Hatek weigerde de benodigde onderdelen voor de installatie te bestellen. Hatek vorderde betaling voor de robot, terwijl JKG de koopovereenkomst ontbond omdat Hatek niet voldeed aan haar verplichtingen. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst inhield dat Hatek ook de benodigde materialen moest leveren en dat JKG pas daarna hoefde te betalen. Hatek was tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst, waardoor JKG gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden. De vordering van Hatek werd afgewezen en zij werd veroordeeld om de robot bij JKG op te halen. De rechtbank heeft de proceskosten ten laste van Hatek gesteld, aangezien zij in het ongelijk was gesteld.