ECLI:NL:RBNHO:2024:12523

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
4 december 2024
Zaaknummer
C/15/358407/KG ZA 24-634
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid ICT-dienstverlener voor het niet maken van back-ups van cruciaal ERP-systeem

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 december 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Blok Enterprise Vastgoed B.V. en Hallo, Nederland B.V. Blok vorderde een schadevergoeding van Hallo wegens wanprestatie, omdat Hallo niet had voldaan aan haar verplichtingen om back-ups te maken van een cruciaal ERP-systeem. De voorzieningenrechter oordeelde dat Hallo toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen, aangezien zij gedurende 2,5 jaar geen back-ups had gemaakt van de nieuwe server waarop het ERP-systeem draaide. Dit leidde tot ernstige schade voor Blok, die haar bedrijfsvoering in gevaar bracht. De voorzieningenrechter oordeelde dat de exoneratiebedingen van Hallo niet van toepassing waren, omdat deze onredelijk waren in het licht van de omstandigheden. Blok werd in het gelijk gesteld en de voorzieningenrechter veroordeelde Hallo tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding van € 368.861,73, alsmede een bedrag van € 5.308,- per dag voor de schade die vanaf 25 oktober 2024 werd geleden. Daarnaast werd Hallo verplicht om Blok op de hoogte te houden van de besprekingen met een externe partij die was ingeschakeld voor data recovery, met een dwangsom voor het niet naleven van deze verplichting.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/358407 / KG ZA 24-634
Vonnis in kort geding van 3 december 2024
in de zaak van
BLOK ENTERPRISE VASTGOED B.V.,
te Velsen-Noord,
eisende partij,
hierna te noemen: Blok,
advocaten: mr. A.W. van der Kroef en mr. M.M. Hazewinkel,
tegen
HALLO, NEDERLAND B.V.,
te Alkmaar,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Hallo,
advocaten: mr. H.J. Dekker en mr. J. van Eenennaam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de producties van Blok,
- de producties van Hallo,
- de mondelinge behandeling van 19 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van Blok,
- de pleitnota van Hallo,
- de overeenkomst van lastgeving, waarbij Blok Mechanische Industrie B.V. en Blok Industriële Services B.V. (lastgevers) aan Blok Enterprise Vastgoed B.V. (lasthebber) de last hebben gegeven om namens hen in deze procedure als procespartij op te treden en geleden schade te verhalen,
- het uittreksel uit het Handelsregister van Blok Enterprise Vastgoed B.V.
1.2.
Hallo heeft voor alle weren een bevoegdheidsverweer gevoerd. Zij acht de voorzieningenrechter onbevoegd om van onderhavige vorderingen kennis te nemen, omdat dit geschil op grond van artikel 20.2 van de Nederland ICT Voorwaarden (hierna: de ICT-voorwaarden) moet worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het reglement van de Stichting geschillenoplossing automatisering (SGOA).
1.3.
De voorzieningenrechter heeft na het debat daarover ter zitting beslist dat het bevoegdheidsverweer niet opgaat, omdat de bepaling niet ondubbelzinnig arbitrage exclusief voorschrijft, maar partijen de mogelijkheid biedt een voorziening in kort geding te vragen bij de gewone voorzieningenrechter, gelet op de tekst “
onverminderd het recht van elk der partijen een voorziening in (arbitraal) kort geding te vragen”. Arbitraal staat daar niet voor niets tussen haakjes, naar het oordeel van de voorzieningenrechter: de spoedvoorziening kan, naar keuze, aan arbiters of aan de overheidsrechter worden verzocht.
1.4.
Gelet op de overeenkomst van lastgeving zal de voorzieningenrechter hierna geen onderscheid maken tussen Blok en haar lastgevers, haar twee dochtervennootschappen.

2.De uitgangspunten

2.1.
Hallo is de grootste landelijke ICT-dienstverlener voor het midden- en kleinbedrijf.
2.2.
De Blok-vennootschappen drijven een onderneming in de technische sector. Zij zijn toeleverancier van mechanische onderdelen voor
high complexity industriesen hun bedrijfsprocessen zijn computergestuurd. Hun diensten bestaan uit machinale bewerkingen, industrieel herstel, onderhoud, assemblage, engineering, prototyping, productie, 3-D printing en projectmanagement.
2.3.
Op 19 december 2017 hebben “Blok Group” en IT Support Groep B.V. (hierna: IT Support) een overeenkomst van opdracht gesloten voor het ICT beheer van de vestigingen van Blok te Velsen-Noord en Someren (hierna: de overeenkomst). Op deze overeenkomst zijn de ICT-voorwaarden van toepassing. De bijlage Dienstenoverzicht, waarin de gecontracteerde ICT-diensten nader zijn omschreven, maakt onderdeel uit van de overeenkomst. Daarin is onder meer opgenomen: “Dagelijkse back-up controle”. Volgens de overeenkomst is IT Support onder meer verantwoordelijk voor het beheer van de ICT-netwerken en het in stand houden van veilige en betrouwbare processen,
remote management, applicatiebeheer en operationeel management. Tussen partijen is niet in geschil dat het maken van back-ups door IT Support ook onderdeel is van de overeenkomst. In de ICT-voorwaarden is daarover in artikel 23 opgenomen: “
(…) leverancier [zal] met inachtneming van de schriftelijk overeengekomen periodes, en bij gebreke daarvan eens per week, een volledige back-up maken van de bij hem in bezit zijnde gegevens van klant. Leverancier zal de back-up bewaren gedurende de overeengekomen termijn, en bij gebreke van afspraken daaromtrent, gedurende de bij leverancier gebruikelijke termijn. Leverancier zal de back-up zorgvuldig als een goed huisvader bewaren.
Blok Group betaalt jaarlijks ongeveer € 150.000 voor deze diensten.
2.4.
Op 20 januari 2023 is IT Support als verdwijnende rechtspersoon gefuseerd met Hallo als verkrijgende rechtspersoon. Met deze fusie is Hallo als rechtsopvolger onder algemene titel van rechtswege in de plaats getreden van IT Support als partij bij de overeenkomst.
2.5.
Een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering van Blok is het Enterprise Resource Planning systeem (hierna: ERP-systeem). Het ERP-systeem integreert belangrijke functies binnen één centraal systeem, en bestaat uit applicaties die draaien op een server. Het ICT-beheer van dit systeem viel ook onder de overeenkomst.
Het ERP-systeem draait op een software applicatie genaamd Bemet. Bemet is een softwareapplicatie van ECI Solutions B.V. (hierna: ECI).
2.6.
In juni 2022 hebben Blok en Hallo een overeenkomst gesloten voor een upgrade van de server waarop het ERP-systeem draait, omdat de nieuwe versie van het ERP-systeem meer ruimte nodig had en daarom niet op de oude server kon draaien. De nieuwe server heeft als aanduiding BMI-PDC-01 (hierna: de nieuwe server). De nieuwe server is geleverd door Hallo, de migratie ervan is uitgevoerd door ECI.
2.7.
Ieder kwartaal ontving Blok een uitgebreide rapportage van de (onderhouds-) controles. De meest recente rapportage dateert van juli 2024, vermeldt dat het systeem, waaronder ook de back-up en restore functies goed functioneerden en houdt onder meer in: “
Jouw netwerk is op orde. We hebben geen punten gevonden waarop we nu actie moeten ondernemen. Servers waar extra aandacht aan is besteed: (…) BMI-PDC-01. (…)
Server - BMI-PDC-01
Taak Status
Controleer server logboeken op foutmeldingen en/of waarschuwingen Uitgevoerd
Controleer applicatie logboeken op foutmeldingen en/of waarschuwingen Uitgevoerd
Controleer of de server is voorzien van de juiste monitoring binnen DattoRMM Uitgevoerd
(…)
Managed Backup & Restore
Taak Status
Controleren of de restore succesvol kan worden uitgevoerd Uitgevoerd
Controleren of de back-up succesvol wordt uitgevoerd Uitgevoerd
2.8.
Op 2 oktober 2024 om 14.00 uur heeft Blok geconstateerd dat er geen toegang meer mogelijk was tot het ERP-systeem, en daarvan direct melding gemaakt bij Hallo. Hierna hadden Blok en Hallo doorlopend contact met elkaar om ervoor te zorgen dat het systeem weer kon worden opgestart.
2.9.
Op 3 oktober 2024 bleken na een verdere analyse meerdere servers gecrasht en defect. Hallo heeft de gecrashte servers vervangen, opdat back-ups daarop konden worden geplaatst. Tijdens het herplaatsen is duidelijk geworden dat er sinds juli 2022 geen back-up is gemaakt van de nieuwe server, met als gevolg dat alle data van de nieuwe server vanaf juli 2022, die door de crash verloren zijn gegaan, niet teruggeplaatst konden worden maar definitief verloren zijn gegaan.
2.10.
Blok heeft Hallo op 7 oktober 2024 in gebreke gesteld. In haar reactie heeft Hallo een dag later onder meer het volgende gemeld:
“De IT Support Groep neemt het standpunt in te hebben voldaan aan de contractuele verplichtingen tussen IT support groep en Blok. De IT Support Groep legt elke vorm van pro en reactief beheer vast en voert ook dagelijks controles uit of back-ups volledig hebben gedraaid. Door een fout is de desbetreffende server niet in de automatisering rondom back-up meegenomen, waardoor de server ook niet naar voren is gekomen bij steekproeven die periodiek worden uitgevoerd”.
2.11.
Op 9 oktober 2024 heeft Hallo Stellar Data Recovery (hierna: Stellar) ingeschakeld, een externe partij die gespecialiseerd is in data recovery.
2.12.
Per brief van 10 oktober 2024 heeft Hallo Blok een voorstel gedaan in het kader van een minnelijke regeling om ongeveer € 150.000 (eenmaal de jaarlijkse fee, verwijzend naar artikel 16.1 van de ICT-voorwaarden) te betalen als schadevergoeding, met aftrek van de reeds door Hallo voor Blok gemaakte kosten, tegen finale kwijting. Blok heeft het voorstel niet geaccepteerd.

3.Het geschil

3.1.
Blok vordert:
I. Hallo te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 432.941,73 bij wege van voorschot op de schadevergoeding vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 oktober 2024,
II. Hallo te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 30.154,03, bij wege van voorschot op de schadevergoeding, voor iedere dag vanaf 25 oktober 2024 dat de bedrijfsvoering van Blok (gedeeltelijk) stil ligt, voor de komende zestig dagen, vermeerderd met de wettelijke rente,
III. Hallo te gebieden Blok op straffe van een dwangsom te informeren over het moment van de door haar te voeren besprekingen met Stellar en Blok de gelegenheid te geven bij die besprekingen aanwezig te zijn, dan wel op eerste verzoek van Blok verslag te doen van de inhoud en resultaten van de besprekingen die reeds hebben plaatsgevonden, en Blok mee te nemen in alle correspondentie met Stellar en/of overige derden en op eerste verzoek van Blok alle relevante bescheiden te delen voor zover deze betrekking hebben op het herstelproces.
IV. Hallo te veroordelen in de kosten van dit geding, alsmede de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over de nakosten.
3.2.
Blok legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Sinds 2017 is Hallo verantwoordelijk voor het gehele ICT-beheer van Blok. Het uitvoeren van back-ups en het controleren en monitoren van de restore functie zijn kernprestaties van Hallo onder de overeenkomst. Deze verplichtingen is Hallo aantoonbaar niet nagekomen, door gedurende 2,5 jaar in het geheel geen back-ups te maken van de nieuwe server waarop het voor de onderneming cruciale ERP-systeem draaide. De bedrijfsvoering en het productieproces van Blok is hierdoor sinds de crash 2 oktober 2024 stil komen te liggen. Als gevolg hiervan lijdt Blok ernstige schade, waardoor haar voortbestaan op korte termijn in gevaar komt.
De exoneratiebedingen waarop Hallo zich beroept dienen buiten toepassing te blijven, omdat i) ze onredelijk zijn, ii) er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid en iii) vanwege de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.
3.3.
Hallo voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Zij voert het volgende aan. Partijen zijn aanvankelijk overeengekomen dat er van tien van de zestien servers van Blok back-ups werden gemaakt. Na de vervanging van de server waar het ERP-systeem op draaide, heeft Blok geen verzoek gedaan om de nieuwe server mee te nemen in de back-up service. Het behoorde om die reden niet tot de taak van Hallo om back-ups te maken van de nieuwe server. Bovendien lag de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er back-ups werden uitgevoerd bij Blok zelf. Het lag voor de hand dat Blok dit met ECI (als applicatiebeheerder) voor deze server zou regelen. Hallo is dan ook niet tekortgeschoten in haar verplichtingen vanuit de overeenkomst.
Mocht de voorzieningenrechter van oordeel zijn dat Hallo toch is tekortgeschoten in haar verplichtingen, dan beroept Hallo zich op de door partijen overeengekomen exoneratiebedingen, als gevolg waarvan Hallo slechts beperkt aansprakelijk kan worden gehouden voor geleden schade.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Blok ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Het betreft hier een vordering tot betaling van een geldsom in kort geding. Daarom is terughoudendheid op zijn plaats. Om een dergelijke vordering in kort geding te kunnen toewijzen, is nodig dat die vordering in voldoende mate vaststaat. Ook moet er sprake zijn van omstandigheden die meebrengen dat, vanwege een grote mate van spoedeisendheid, een onmiddellijke voorziening moet worden getroffen. Ten slotte moet rekening worden gehouden met het risico dat de eiser het geldbedrag niet kan terugbetalen in het geval hij in de bodemprocedure alsnog in het ongelijk wordt gesteld.
Aan het vereiste spoedeisend belang worden minder hoge eisen gesteld wanneer een vordering in hoge mate aannemelijk is.
Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.2.
Blok heeft voldoende spoedeisend belang bij haar vordering tot vergoeding van de door haar geleden schade. Door de crash van de diverse servers ligt de bedrijfsvoering en het productieproces van Blok immers (gedeeltelijk) stil en lijdt Blok grote schade, hetgeen tot onomkeerbare gevolgen kan leiden.
Wanprestatie
4.3.
Tussen partijen staat ter discussie of het maken van back-ups van de nieuwe server, en de controle op back-ups, deel uitmaakte van de overeenkomst. De voorzieningenrechter komt voorshands tot de conclusie dat de overeenkomst niet anders kan worden uitgelegd dan dat het maken van back-ups van de nieuwe server, en de controle op back-ups, onder de verantwoordelijkheid van Hallo viel. Blok mocht erop vertrouwen dat Hallo regelmatig back-ups maakte van de nieuwe server, temeer omdat zij elk kwartaal een uitgebreide rapportage kreeg van de (onderhouds-)controles die Hallo uitvoerde, waarin dat werd bevestigd (zie 2.7). Omdat Hallo sinds juli 2022 desondanks heeft nagelaten een back-up van de juiste server te maken, is Hallo toerekenbaar tekort geschoten in haar verplichting richting Blok. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot zijn oordeel komt.
4.4.
Partijen twisten over de uitleg van de overeenkomst. Bij de uitleg van een overeenkomst gaat het niet alleen om de taalkundige betekenis van de bewoordingen die bij het maken van de afspraak zijn gebruikt, maar ook om de zin die partijen in de gegeven omstandigheden daaraan redelijkerwijs mochten toekennen en om hetgeen ze dienaangaande over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij deze uitleg dient rekening te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.
4.5.
De voorzieningenrechter constateert dat de taken van Hallo zijn omschreven in de tussen partijen gesloten overeenkomst, de bijlage Dienstenoverzicht en de ICT-voorwaarden. Samengevat komt het erop neer dat Hallo het complete ICT-systeem van Blok zou beheren. De kern van de opdracht bestond uit het zorgdragen voor een goed werkend ICT-systeem, waarbij het snel kunnen herstellen van dit systeem na een eventuele calamiteit cruciaal is. Het maken van back-ups is daarom een kernverplichting onder de overeenkomst. Tussen partijen is ook niet in geschil dat Hallo in dat kader de taak had om dagelijks back-ups te maken. Artikel 23 van de ICT-voorwaarden (zie 2.3) gaat in op de verplichting tot het maken van back-ups. Daarin is voorgeschreven dat de leverancier een volledige back-up zal maken en die back-up zorgvuldig zal bewaren.
4.6.
Sinds het begin van de overeenkomst stonden alle zestien servers van Blok onder het beheer van Hallo en draaiden tien van de zestien servers mee in het back-up systeem. Vast staat dat de server waar de oude versie van het ERP-systeem op draaide één van de servers was waarvan Hallo conform de overeenkomst back-ups maakte. Na de vervanging van deze server door Hallo (zie 2.6), is Hallo abusievelijk gedurende een jaar lang back-ups blijven maken van de oude server die fysiek niet was verwijderd maar niet langer een functie had. Van de gegevens op de nieuwe server heeft Hallo geen back-ups gemaakt.
4.7.
Het staat vast dat Hallo ermee bekend was dat het ERP-systeem cruciaal was voor de bedrijfsvoering van Blok. Daarom was het evident dat er voortdurend een recente, herplaatsbare back-up van (de gegevens vanuit) dit systeem moest zijn. De voorzieningenrechter acht het dan ook onbegrijpelijk dat Hallo in haar hoedanigheid van ICT-beheerder van Blok, na de vervanging van de server waarop dit ERP-systeem draaide, back-ups is blijven maken van de oude server, die niet meer in gebruik was, en geen back-ups heeft gemaakt van (de mutaties op) de nieuwe server. Anders dan door een menselijke fout is dit niet te verklaren. Dit wordt ook bevestigd door de e-mail van de medewerker van Hallo van 8 oktober 2024 die schrijft dat de nieuwe server door een fout niet in de automatisering rondom back-up is meegenomen (zie 2.10).
4.8.
Uit de rapportages van Hallo leek het alsof de nieuwe server onder haar beheer stond en meedraaide in de back-ups (zie 2.6, 2.7). Ten onrechte, naar begin oktober bleek. De steekproeven waren bedoeld om na te gaan of alles naar behoren werkte. Eens per kwartaal werd aan Blok een terugkoppeling verstrekt, waarin onder andere werd aangegeven aan welke servers extra aandacht was besteed en of de back-ups en restore taken succesvol werden uitgevoerd. In die terugkoppelingen werd telkens vermeld dat er extra aandacht aan de nieuwe server was besteed, dat er geen punten van aandacht waren en dat de back-up - en restore functies waren getest. Hierdoor werd bij Blok ten onrechte de indruk gewekt dat Hallo het ICT-beheer, inclusief dat van het ERP-systeem, onder controle had. Zij is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter toerekenbaar tekort geschoten in de kern van haar verplichting.
4.9.
Dat het op de weg van ECI (als applicatiebeheerder van Bemet) lag om back-ups te maken van de data van het ERP-systeem, zoals Hallo aanvoert, is in het licht van het voorgaande onjuist. Het bericht van ECI dat de back-up
taakwas getest, doet hier niet aan af. Daarin wordt immers slechts medegedeeld dat de back-up taak is getest en niet dat ECI het maken van de back-ups overneemt van Hallo.
(Schuldeisers)verzuim
4.10.
Volgens Hallo kan enige aansprakelijkheid voor schade slechts ontstaan nadat Hallo eerst deugdelijk in gebreke is gesteld. Zij verwijst hierbij naar artikel 16.6 van de ICT-voorwaarden. Dat standpunt is onjuist. Nu de nakoming door Hallo blijvend onmogelijk is, ziet het aangehaalde artikel niet op onderhavige situatie. Het verweer van Hallo gaat dan ook niet op.
4.11.
Volgens Hallo is het bovendien onmogelijk om in verzuim te geraken, omdat Blok een betalingsachterstand bij Hallo heeft van € 45.000,-. Ook dat verweer faalt. Hallo heeft immers niet gesteld dat zij Blok een betalingsherinnering heeft gestuurd, laat staan dat die gepaard is gegaan met een waarschuwing dat vanwege de betalingsachterstand de uitvoering van de opdracht in gevaar is of dat Hallo niet aansprakelijk is voor eventuele schade die daaruit voortvloeit.
Exoneratiebedingen
4.12.
Hallo doet verder een beroep op de exoneratiebedingen zoals opgenomen in artikel 16 van de ICT-voorwaarden. Blok stelt zich onder meer op het standpunt dat in onderhavige situatie naar redelijkheid geen beroep op de exoneratiebedingen kan worden gedaan. Hallo stelt dat deze ICT-voorwaarden in de gehele ICT-industrie worden gebruikt en dat zij nooit als onredelijk bezwarend terzijde zijn geschoven.
4.13.
Het onder artikel 16.1 van de ICT-voorwaarden aangehaalde exoneratiebeding luidt als volgt:
“16.1. De totale aansprakelijkheid van leverancier wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst of op welke rechtsgrond dan ook (…..) is beperkt tot vergoeding van directe schade tot maximaal het bedrag van de voor die overeenkomst bedongen prijs (excl. BTW). Indien de overeenkomst hoofdzakelijk een duurovereenkomst is met een looptijd van meer dan één jaar, wordt de voor die overeenkomst bedongen prijs gesteld op het totaal van de vergoedingen (excl. BTW) bedongen voor één jaar. (…)”
4.14.
Het antwoord op de vraag of redelijkheid en billijkheid aan een beroep op een contractueel beding in de weg staan, hangt af van tal van omstandigheden, zoals de aard en de verdere inhoud van de overeenkomst waarin het beding voorkomt, de maatschappelijke positie en onderlinge verhouding van partijen, de wijze waarop het beding tot stand is gekomen, de mate waarin de wederpartij zich de strekking van het beding bewust is geweest en de zwaarte van de schuld ter zake van het veroorzaken van de desbetreffende schade mede in verband met de aard en de ernst van de bij enige gedraging betrokken belangen.
4.15.
Zoals eerder overwogen is het maken van back-ups een van de kernverplichtingen van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Het is essentieel voor de bedrijfsvoering van Blok dat er voor situaties als na een crash een recente, herplaatsbare back-up aanwezig is. Hallo heeft in haar onderhoudsrapporten elk kwartaal aangegeven dat alle servers en back-ups naar behoren functioneerden. Bovendien werd in de rapporten expliciet aangegeven dat er extra aandacht was besteed aan de nieuwe server (waarop het ERP-systeem draaide). Hallo heeft hiermee bij Blok de indruk gewekt dat alles goed geregeld was, waardoor er voor Blok geen reden was nadere maatregelen te treffen. Vast staat dat Hallo bekend is met de bedrijfsvoering van Blok – mede door vele bezoeken van medewerkers van Hallo aan de vestigingen van Blok – en het belang van Blok bij een goed functionerend ERP-systeem. Het ERP-systeem is cruciaal voor het functioneren van Blok; bij het uitvallen van dat systeem komt de bedrijfsvoering nagenoeg stil te liggen. De schade is dan enorm. Juist om dat risico te voorkomen heeft Blok Hallo ingeschakeld en haar fors betaald voor haar dienstverlening. Het risico heeft zich desondanks verwezenlijkt, omdat Hallo ten onrechte geen (herplaatsbare) recente back-up van de data op de cruciale server had gemaakt, terwijl zij Blok in de kwartaalrapportages van het tegendeel in de waan bracht en hield. Ook het controlesysteem van Hallo functioneerde immers niet. Hallo heeft dit zelf beaamd door aan te geven dat de nieuwe server d
oor een fout (...) niet in de automatisering rondom back-up[is]
meegenomen, waardoor de server ook niet naar voren is gekomen bij steekproeven die periodiek worden uitgevoerd. Onder de gegeven omstandigheden, waaronder de aard van de fouten van Hallo en het feit dat zij daardoor is tekortgekomen in de nakoming van haar kernverplichting, kan de aansprakelijkheid naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet met een beroep op algemene voorwaarden worden beperkt tot een bedrag dat niet in verhouding staat tot de ontstane schade. Verder weegt mee dat partijen hebben verklaard dat bij de totstandkoming van de overeenkomst niet over de ICT-voorwaarden onderhandeld kon worden en dat Hallo een gerenommeerd ICT-bedrijf is, dat op zichzelf draagkrachtig is. Het terzijde schuiven van dit exoneratiebeding leidt niet onoverkomelijke financiële problemen voor Hallo.
4.16.
Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter een beroep op dit exoneratiebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Hetzelfde geldt voor het beroep van Hallo op artikel 16.3 van de ICT-voorwaarden, voor zover dat bepaalt dat aansprakelijkheid voor indirecte schade, gevolgschade en schade door bedrijfsstagnatie uitgesloten is. Het overigens door Blok aangevoerde om de exoneratiebedingen ter zijde te schuiven behoeft daarom geen verdere bespreking.
Schade
4.17.
De tekortkomingen van Hallo hebben geleid tot enorme schade voor Blok. Anders dan Hallo meent, is de voorzieningenrechter niet gebleken van enig restitutierisico. Hallo heeft hiertoe onvoldoende aangevoerd. De voorzieningenrechter zal daarom overgaan tot begroting van de door Blok geleden schade, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de schade die Blok tot 25 oktober 2024 heeft geleden en de schade die Blok sindsdien lijdt.
4.18.
Schade tot 25 oktober 2024
a.
Acute stilstand van drie productielijnen:
Blok stelt dat er als gevolg van de crash drie productielijnen onmiddellijk zijn stil komen te liggen, waardoor Blok € 29.187,- aan schade heeft geleden. De voorzieningenrechter acht de gestelde schade een logisch gevolg van de crash. Hallo heeft de gestelde schade ook niet gemotiveerd betwist, waardoor de voorzieningenrechter deze schade zal toewijzen.
Stilstand van bedrijfsbureau en logistiek:
Blok stelt dat het bedrijfsbureau en de logistiek als gevolg van de crash zijn komen stil te liggen, waardoor 18 personeelsleden geen werkzaamheden kunnen uitvoeren. Blok stelt dat de daardoor geleden schade € 146.419,53 bedraagt. Hallo betwist de schade. Zij meent dat uit de door Blok overgelegde stukken niet blijkt dat de schade ook daadwerkelijk is geleden, omdat de berekende uren op een inschatting van de directie van Blok zijn gebaseerd. Ook het rapport van de accountant acht Hallo niet steekhoudend, omdat dit ook is gebaseerd op de door de directie van Blok aangeleverde gegevens.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter spreekt voor zich dat Blok schade heeft geleden als gevolg van de stilstand van het bedrijfsbureau en de logistiek. Dat achttien personeelsleden als gevolg van de crash hun werkzaamheden niet konden uitvoeren, maar wel doorbetaald moesten worden, acht de voorzieningenrechter voldoende onderbouwd. Bovendien wordt de gestelde schade op onderdelen door een accountant onderschreven. Hallo heeft daarentegen geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de hoogte van de gevorderde schade. De voorzieningenrechter zal de gevorderde schade dan ook toewijzen.
Mislopen van diverse ‘spoed’-orders:
Volgens Blok kunnen als gevolg van de crash op dit moment geen spoed-orders worden verwerkt, waardoor Blok haar misgelopen omzet schat op € 64.080,-. Blok heeft geen stukken overgelegd waaruit het gestelde blijkt. Nu dit gederfde winst betreft, acht de voorzieningenrechter de schade op dit onderdeel niet toewijsbaar, gelet op het voor dit deel geslaagde beroep van Hallo op artikel 16.3 van de ICT-voorwaarden.
De leegloop en stilstand van de ‘supply chain’
Als gevolg van de crash is er geen zicht op de actuele voorraadniveaus en bestellingen, waardoor er een tekort aan voorraden is ontstaan. Hierdoor is de productieplanning verstoord en loopt de supply chain vast. De schade hiervan wordt volgens Blok niet direct geleden, maar volgt na enkele weken. De gevorderde schade bedraagt € 193.255,20. De voorzieningenrechter acht de gestelde schade een logisch domino-effect dat door de crash teweeg is gebracht. Bovendien heeft Hallo de schade op dit onderdeel niet gemotiveerd betwist. De voorzieningenrechter zal de door Blok op dit onderdeel gevorderde schadevergoeding dan ook toewijzen.
4.19.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat van de schade ten gevolge van de toerekenbare tekortkoming van Hallo tot 25 oktober 2024 een bedrag van € 368.861,73 in kort geding toewijsbaar is.
4.20.
Toenemende schade per dag vanaf 25 oktober 2024
Stilstand bedrijfsbureau
Blok stelt dat zij door stilstand van het bedrijfsbureau dagelijks € 8.366,83 schade lijdt. Uit de overgelegde stukken blijkt dat er hard wordt gewerkt om de verloren gegevens weer handmatig in te voeren. De voorzieningenrechter gaat er dan ook vanuit dat het bedrijfsbureau op den duur weer zijn normale vorm gaat aannemen, waardoor de gevorderde schade zal worden gematigd tot € 5.000,- per dag.
Gemiste spoedorders
Zoals onder 4.18 onder c is overwogen, acht de voorzieningenrechter dit niet toewijsbaar.
De leegloop en stilstand van de ‘supply chain’
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de schade op dit onderdeel al verdisconteerd in de onder 4.18 onder d toegewezen schade, omdat die schade immers ook ziet op toekomstige schade. De voorzieningenrechter zal de gevorderde schadevergoeding op dit onderdeel dan ook afwijzen.
Herstel data orderboek en data boekjaar 2024
Blok is genoodzaakt om te starten met herstelwerkzaamheden, zoals het handmatig invoeren van gegevens. Hierdoor is personeel van Blok niet beschikbaar voor reguliere werkzaamheden, worden er veel overuren gemaakt en is Blok genoodzaakt om additionele krachten in te huren. Blok heeft verder gesteld, zoals opgenomen in overweging 4.18 onder b, dat er als gevolg van de crash achttien personeelsleden hun reguliere werkzaamheden niet kunnen uitvoeren. De voorzieningenrechter gaat er dan ook vanuit dat deze personeelsleden kunnen worden ingezet om de herstelwerkzaamheden te verrichten, en wijst de gevorderde schadevergoeding op dit onderdeel af.
i.
Kosten Bemet
Door Blok wordt tot slot aangevoerd dat Bemet moet worden betrokken bij het herstellen van de data, omdat het ERP-systeem wordt afgenomen van Bemet. De kosten van de inhuur van Bemet bedragen € 308,- per dag. De voorzieningenrechter acht dit onderdeel voldoende onderbouwd en zal de gevorderde schade toewijzen.
4.21.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de schade ten gevolge van de toerekenbare tekortkoming van Hallo vanaf 25 oktober 2024 wordt begroot op € 5.308,- per dag. De voorzieningenrechter zal deze vergoeding toewijzen tot de zittingsdag, omdat de situatie verandert en onzeker is wat de schade thans nog bedraagt.
Stellar
4.22.
Tot slot vordert Blok om haar te betrekken bij gesprekken met Stellar en haar op de hoogte te houden van de correspondentie. Ter zitting is gebleken dat de gesprekken tussen Stellar en Hallo inmiddels tot een einde zijn gekomen, zodat het belang van Blok op dit onderdeel is komen te vervallen. Ten aanzien van de vordering van Blok op Hallo om verslag te doen van de inhoud en resultaten van de besprekingen die reeds hebben plaatsgevonden, Blok mee te nemen in alle correspondentie met Stellar en/of overige derden en op eerste verzoek van Blok alle relevante bescheiden te delen voor zover deze betrekking hebben op het herstelproces, overweegt de voorzieningenrechter dat Blok hierbij voldoende rechtmatig belang heeft. Bovendien is de verzochte informatie voldoende gespecificeerd, zodat de voorzieningenrechter de vordering op dit onderdeel zal toewijzen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd tot € 150.000,-.
4.23.
Hallo is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Blok worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
142,87
- griffierecht
6.617,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
8.044,87
4.24.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Hallo tot betaling van een bedrag van € 368.861,73 aan Blok als voorschot op de schadevergoeding, te betalen vóór 17 december 2024, en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 17 december 2024 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt Hallo tot betaling van een bedrag van € 5.308,- als voorschot op de schadevergoeding, voor iedere dag vanaf 25 oktober 2024 tot 19 november 2024, te betalen vóór 17 december 2024, en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 17 december 2024 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.3.
gebiedt Hallo om op eerste verzoek van Blok verslag te doen van de inhoud en resultaten van besprekingen die reeds hebben plaatsgevonden tussen Hallo en Stellar, en Blok mee te nemen in de correspondentie met Stellar en/of overige derden en op eerste verzoek van Blok alle relevante bescheiden te delen voor zover deze betrekking hebben op het herstelproces van Blok,
5.4.
veroordeelt Hallo om aan Blok een dwangsom te betalen van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan het onder 5.3 bepaalde voldoet, tot een maximum van € 150.000,- is bereikt,
5.5.
veroordeelt Hallo in de proceskosten van € 8.044.87, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Hallo niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
veroordeelt Hallo tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad
5.8
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2024.
MKI/AW