ECLI:NL:RBNHO:2024:1250
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en hoofdverblijfplaats van minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de vrouw een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarbij zij stelt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw ontvankelijk is in haar verzoek, ondanks het ontbreken van een ouderschapsplan. De vrouw heeft aangegeven dat het voor haar niet mogelijk is om een ouderschapsplan over te leggen, omdat de man psychisch kwetsbaar is en 80%-100% afgekeurd is voor werk. De minderjarige kinderen van partijen zijn [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De rechtbank heeft de minderjarige kinderen in de gelegenheid gesteld om hun mening kenbaar te maken, maar de advocaat van de vrouw heeft laten weten dat zij van deze gelegenheid geen gebruik wensen te maken.
De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige 1] bij de vrouw zal zijn. De rechtbank heeft het verzoek met betrekking tot de hoofdverblijfplaats toegewezen, omdat niet is gebleken dat het belang van [de minderjarige 1] zich daartegen verzet. De beslissing is gegeven door mr. W.P. van der Haak, rechter en kinderrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2024. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.