In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 november 2024 uitspraak gedaan over het verzoek van de gecertificeerde instelling De William Schrikker Stichting, Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, om de ondertoezichtstelling van een minderjarige te verlengen voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft het verzoek afgewezen, ondanks de contactbreuk tussen de moeder en de minderjarige. De moeder, die niet op de zitting verscheen, heeft geen actie ondernomen om het contact met haar dochter te herstellen, wat door de GI als zorgwekkend werd ervaren. De vader, die sinds oktober 2022 het ouderlijk gezag over de minderjarige heeft, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van het verzoek. De kinderrechter concludeert dat er geen wettelijke gronden zijn om de ondertoezichtstelling te verlengen, ondanks de zorgen over het contact tussen de moeder en de minderjarige. De kinderrechter hoopt echter dat er in de toekomst weer normaal contact kan ontstaan tussen de moeder en de minderjarige.