In deze zaak vordert de eiser, verhuurder van een bedrijfsruimte in Bergen (NH), betaling van een huurachterstand van de gedaagden, die de bedrijfsruimte huren. De huurachterstand bestaat uit niet-betaalde indexeringen van de huurprijs en niet-volledig betaalde huurtermijnen. Daarnaast maakt de eiser aanspraak op boetes, vergoeding van onroerendezaakbelasting, waterschapsbelasting en kosten voor onderhoud en herstel. De gedaagden betwisten de vordering en stellen dat met de eiser is afgesproken dat de huurprijs niet zou worden geïndexeerd. Ook doen zij een beroep op verrekening van een deel van de huurprijs met energiekosten die zij hebben betaald voor de bovenburen. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geoordeeld dat de gedaagden alleen de kosten voor onderhoud en herstel aan de eiser hoeven te betalen. De overige vorderingen van de eiser zijn afgewezen, omdat de gedaagden aannemelijk hebben gemaakt dat er een afwijkende afspraak bestaat over de indexering van de huurprijs. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser niet voldoende heeft onderbouwd dat de gedaagden de energiekosten voor de bovenhuurders moeten betalen. De eiser heeft ook geen recht op vergoeding van onroerendezaakbelasting en waterschapsbelasting, omdat deze kosten niet kunnen worden doorberekend aan de gedaagden. De kantonrechter heeft de eiser veroordeeld tot betaling van de proceskosten en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.