Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
“Op de vergoeding voor bijkomende leveringen en diensten wordt een systeem van voorschotbetalingen toegepast, met dien verstande dat geen bedragen worden verrekend en/of terugbetaald. Mocht echter blijken dat de overeengekomen vergoeding(en) voor bijkomende leveringen en diensten voor verhuurder niet voldoende is (zijn, zijn geweest), wordt voor daarna volgende perioden de overeengekomen vergoeding verhoogd.”
“Indien partijen zijn overeengekomen dat door of vanwege verhuurder bijkomende leveringen en diensten worden verzorgd, stelt verhuurder de daarvoor door huurder verschuldigde vergoeding vast op basis van de kosten die met de levering en diensten en de daaraan verbonden administratieve werkzaamheden zijn gemoeid. Voor zover het gehuurde deel uitmaakt van een gebouw of complex en de leveringen en diensten mede betrekking hebben op andere daartoe behorende gedeelten, stelt verhuurder het redelijkerwijs voor rekening van huurder komende aandeel in de kosten van die leveringen en diensten vast. Verhuurder hoeft daarbij geen rekening te houden met de omstandigheid dat huurder van een of meer van deze leveringen en diensten geen gebruik maakt.”In artikel 16.4 staat
“Verhuurder verstrekt huurder over elk jaar een rubrieksgewijs overzicht van de kosten van de leveringen en diensten, met vermelding van de wijze van berekening daarvan en van, voor zover van toepassing, het aandeel van huurder in die kosten.”. Artikel 16.6 bepaalt
“Wat blijkens het overzicht over de betreffende periode, rekening houdend met voorschotbetalingen, door huurder te weinig is betaald of door verhuurder te veel is ontvangen, wordt binnen een maand na verstrekking van het overzicht bijbetaald of terugbetaald.”