ECLI:NL:RBNHO:2024:1244

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 februari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
107652620BM VERZ 23-2707 en 10765263 MB VERZ 23-611
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van bewindvoerder en mentor in een familiezaken met betrekking tot geestelijke en lichamelijke toestand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot instelling van bewind en mentorschap voor een jongere, geboren in 2003. De verzoekers, de stiefvader en moeder van de betrokkene, wilden beiden als bewindvoerders en mentoren worden benoemd. De betrokkene, echter, gaf de voorkeur aan een professionele bewindvoerder, wat leidde tot een conflict tussen de wensen van de verzoekers en die van de betrokkene. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker sub 1 niet ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat hij niet tot de in de wet genoemde personen behoort die een bewind of mentorschap kunnen aanvragen. De kantonrechter heeft de voorkeur van de betrokkene gevolgd en een professionele bewindvoerder benoemd, Jurist & Bewind B.V., en de moeder als mentor. De beslissing om een bewind in te stellen is gebaseerd op de geestelijke en lichamelijke toestand van de betrokkene, waarbij ook problematische schulden zijn genoemd. De kantonrechter heeft de jaarbeloning van de bewindvoerder vastgesteld op € 621,00 exclusief btw. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummers: 10765262 BM VERZ 23-2707
10765263 MB VERZ 23-611 jb
Uitspraakdatum: 8 februari 2024

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
1. [stiefvader] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974
en
2. [moeder] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
van wie beiden het adres bekend is bij deze rechtbank,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2003,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek met bijlagen, ter griffie ingekomen op 24 oktober 2023;
  • het gespreksverslag van de gerechtsjurist van 5 december 2023;
  • het zelfstandige verzoek met bijlagen van betrokkene, ingekomen op 5 december 2023.
Op 29 januari 2024 heeft een mondelinge behandeling van beide verzoeken plaatsgevonden.

beoordeling

Verzoeker sub 1 dient niet ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek nu hij niet behoort tot de in artikel 1:432 en 451 B.W. genoemde personen, die instelling van een bewind of mentorschap kunnen verzoeken.
Het eerstgenoemde verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren en tot instelling van een mentorschap ten behoeve van betrokkene met benoeming van beide verzoekers tot bewindvoerders en mentoren.
Tijdens het gesprek over het verzoek met de gerechtsjurist op 5 december 2023 bleek dat betrokkene geen bezwaar had tegen instelling van een bewind maar wel met benoeming van verzoekers tot bewindvoerders. Over de instelling van een mentorschap had betrokkene nog zijn twijfels.
Vervolgens heeft betrokkene een zelfstandig verzoek ingediend tot onderbewindstelling van zijn goederen met benoeming van een professionele bewindvoerder, van wie hij ook een bereidverklaring had bijgevoegd.
Verzoekers hebben aangevoerd dat zij de aangewezen bewindvoerders zijn omdat zij al heel veel tijd besteed hebben aan betrokkene en zijn financiën en ook de nodige contacten daarvoor al hebben gelegd. Zij willen betrokkene goed begeleiden naar de toekomst en hem meer zelfredzaam maken. Verzoekers kunnen betrokkene ook een op een helpen. Zij zijn van mening dat betrokkene bij een professionele bewindvoerder een van de vele cliënten is. Zij zijn ook bang dat betrokkene een professionele bewindvoerder op afstand houdt door bijvoorbeeld de telefoon niet op te nemen. Betrokkene heeft nu ook ambulante begeleiding die hij op afstand probeert te houden.
Betrokkene heeft daartegenover gesteld dat hij de relatie met verzoekers, zijn stiefvader en zijn moeder, goed wil houden en daarom juist een professionele bewindvoerder wenst die niet zo dichtbij hem staat. In het verleden regelde zijn vader zijn financiën maar op een gegeven moment verslechterde de relatie met zijn vader vanwege financiële onenigheid. Betrokkene wil dat nu voorkomen en daarom heeft hij een professionele bewindvoerder voorgesteld. Betrokkene erkent wel dat hij hulpverlening op afstand heeft gehouden maar dat kwam omdat dat hem was opgedrongen. De door hem nu voorgestelde bewindvoerder heeft hij zelf uitgezocht.
Gelet op de stukken en afgelegde verklaringen acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat de noodzaak voor een bewind aanwezig is.
Omdat verzoekers en betrokkene het niet eens zijn over de benoeming van de bewindvoerder, dient de kantonrechter daarom nu te beoordelen wie tot bewindvoerder moet worden benoemd.
Op grond van artikel 1:435 lid 3 B.W. dient de kantonrechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van betrokkene te volgen, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. In dit geval doen zich geen gegronde redenen voor zodat de kantonrechter de voorgestelde professionele bewindvoerder zal benoemen.
De kantonrechter begrijpt de zorgen van verzoekers en waardeert ook hun oprechte betrokkenheid, maar de kantonrechter begrijpt ook zeker de keuze van betrokkene vanwege de eerdere ervaring met zijn vader.
Door verzoekers niet tot bewindvoerders te benoemen kunnen zij en betrokkene zich alleen richten op behoud van een goede familiaire relatie zonder dat deze relatie onder druk komt te staan door financiële perikelen.
De kantonrechter merkt op om verzoekers enigszins gerust te stellen dat het ook tot de taken van een professioneel bewindvoerder behoort om cliënten zoveel mogelijk te begeleiden naar zelfredzaamheid. De bewindvoerder en betrokkene kunnen daar afspraken over maken.
Vervolgens is het verzoek tot instellen van een mentorschap besproken. Betrokkene heeft ter zitting daarmee ingestemd en zijn verzoekers en betrokkene akkoord gegaan met alleen benoeming van moeder tot mentor.
Tot slot dient de kantonrechter nog te beoordelen op welke grond het bewind behoort te worden ingesteld. Verzoekers hebben als grond de lichamelijke of geestelijke toestand aangevoerd en betrokkene heeft in zijn verzoek verkwisting of het hebben van problematische schulden aangevoerd.
Gelet op de stukken en de verklaring van betrokkene dat hij meer blowt dan hij zou willen en hij wel aan zijn verslaving wil werken, is de kantonrechter van oordeel dat het bewind moet worden ingesteld vanwege de lichamelijke of geestelijke toestand van betrokkene. Als tijdens het bewind zijn schulden dan zijn opgelost kan het bewind nog doorlopen als hij nog niet van zijn verslaving af is en nog niet geheel zelfredzaam.
Als het bewind wordt ingesteld op de andere grond zal het opgeheven moeten worden als de schulden zijn opgelost, omdat de noodzaak voor het bewind dan niet meer aanwezig is en dat moment zou misschien te vroeg kunnen zijn voor betrokkene.
Omdat sprake is van problematische schulden zal de kantonrechter de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw).

beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart verzoeker sub 1 niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
  • stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan eerder genoemde [betrokkene] onder bewind wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand;
  • benoemt tot bewindvoerder: Jurist & Bewind B.V., Kvkno. 60757906, correspondentieadres: Postbus 67046, 1060 JA Amsterdam;
  • bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Centraal curatele- en bewindregister;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw);
  • stelt tevens een mentorschap in ten behoeve van eerder genoemde [betrokkene] ;
  • benoemt tot mentor: [moeder] , voornoemd.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. van Rijn, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).