In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot instelling van bewind en mentorschap voor een jongere, geboren in 2003. De verzoekers, de stiefvader en moeder van de betrokkene, wilden beiden als bewindvoerders en mentoren worden benoemd. De betrokkene, echter, gaf de voorkeur aan een professionele bewindvoerder, wat leidde tot een conflict tussen de wensen van de verzoekers en die van de betrokkene. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker sub 1 niet ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat hij niet tot de in de wet genoemde personen behoort die een bewind of mentorschap kunnen aanvragen. De kantonrechter heeft de voorkeur van de betrokkene gevolgd en een professionele bewindvoerder benoemd, Jurist & Bewind B.V., en de moeder als mentor. De beslissing om een bewind in te stellen is gebaseerd op de geestelijke en lichamelijke toestand van de betrokkene, waarbij ook problematische schulden zijn genoemd. De kantonrechter heeft de jaarbeloning van de bewindvoerder vastgesteld op € 621,00 exclusief btw. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.