Uitspraak
1.De procedure
- de producties van de gemeente
- de mondelinge behandeling van 20 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van de gemeente
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, vordert eiser, vertegenwoordigd door A.K. Awadzi, schadevergoeding van de gemeente Zaandam, vertegenwoordigd door C.J. Loggen-ten Hoopen, naar aanleiding van twee aanslagen die de gemeente op eiser heeft opgelegd. Eiser heeft de aanslagen, die betrekking hebben op parkeerbelasting en gemeentebelastingen, onbetaald gelaten, wat heeft geleid tot dwangbevelen en beslaglegging op zijn voertuigen. Eiser stelt dat de aanslagen onrechtmatig zijn, omdat deze zijn opgelegd zonder menselijk toezicht en met gebruik van geautomatiseerde processen. Hij vordert onder andere de vernietiging van de dwangbevelen, opheffing van de beslagen, en schadevergoeding van € 22.500,00.
De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de aanslagen nietig zijn. De rechter oordeelt dat in kort geding geen uitspraak kan worden gedaan die een bestaande rechtstoestand wijzigt, en dat de aanslagen onherroepelijk zijn. De vordering tot opheffing van de beslagen wordt afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er sprake is van een noodtoestand voor eiser. Ook de vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld. Eiser wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van de gemeente betalen, die zijn begroot op € 678,00.
De kantonrechter concludeert dat de gemeente gerechtigd was om beslag te leggen op de voertuigen van eiser, en dat er geen basis is voor de vorderingen van eiser. Het vonnis is uitgesproken op 4 december 2024.