ECLI:NL:RBNHO:2024:12345

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
11152125
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurkoopovereenkomst en vordering tot betaling van achterstallige termijnen

In deze zaak heeft Hiltermann Lease B.V. een huurkoopovereenkomst gesloten met [gedaagde] voor het gebruik van een bedrijfsauto. [gedaagde] heeft echter niet alle termijnen betaald, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door Hiltermann. Hiltermann vordert nu een verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden, betaling van de achterstallige en toekomstige huurtermijnen, en de kosten voor de inname van de auto. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Hiltermann terecht de overeenkomst heeft ontbonden en heeft de vordering van Hiltermann grotendeels toegewezen. De rechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] een betalingsachterstand had van € 893,13 en dat hij in totaal nog € 16.610,69 aan Hiltermann verschuldigd is. Daarnaast moet [gedaagde] de kosten voor de inname van de auto vergoeden, tenzij hij deze binnen 72 uur na betekening van het vonnis inlevert. De rechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar gematigd tot € 1.138,74. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11152125 \ CV EXPL 24-1820 (PA)
Vonnis van 18 december 2024
in de zaak van
HILTERMANN LEASE B.V.,
te Hoofddorp,
eisende partij,
hierna te noemen: Hiltermann Lease B.V.,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.
De zaak in het kort
Hiltermann heeft met [gedaagde] een huurkoopovereenkomst gesloten voor het gebruik van een bedrijfsauto. [gedaagde] heeft niet alle termijnen betaald, waarna Hiltermann de overeenkomst heeft ontbonden. Hiltermann vordert een verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden, betaling van de achterstallige en toekomstige huurtermijnen en de kosten voor inname van de auto. De vordering van Hiltermann in de zaak tegen [gedaagde] zal (grotendeels) worden toegewezen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 juni 2024
- de mondelinge conclusie van antwoord van 19 juni 2024
- het tussenvonnis van 3 juli 2024
- de mondelinge behandeling van 26 november 2024, waar namens Hiltermann Lease B.V. is verschenen [naam] , bijgestaan door de gemachtigde. [gedaagde] is niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Hiltermann exploiteert een onderneming die zich bezig houdt met de lease en financiering van onder andere bedrijfsauto's.
2.2.
[gedaagde] exploiteert een onderneming die zich onder andere bezig houdt met voeg- en metselwerk.
2.3.
Op 27 mei 2022 heeft [gedaagde] een bedrijfsauto geleased (huurkoop) van Hiltermann. De looptijd van de leaseovereenkomst is 60 maanden. De maandelijkse leasevergoeding is
€ 297,71. Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing verklaard.
2.4.
[gedaagde] heeft een aantal leasetermijnen, ondanks aanmaningen daartoe, niet tijdig voldaan.
2.5.
Op 21 mei 2024 heeft Hiltermann de overeenkomst ontbonden.

3.Het geschil

3.1.
Hiltermann vordert – samengevat – een verklaring voor recht dat de leaseovereenkomst ontbonden is. Daarnaast vordert Hiltermann betaling van een bedrag van € 18.376,80, dat bestaat uit een hoofdsom van € 16.610,69, € 105,04 aan rente en € 1.661,07 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[gedaagde] erkent de achterstand in de betalingen. Hij stelt dat hij de auto nog in zijn bezit heeft. Door derden is schade aan de auto aangebracht. Deze schade wil [gedaagde] onder zijn verzekering laten herstellen voordat hij de auto teruggeeft.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat vast dat zij een financiële leaseovereenkomst zijn aangegaan voor de duur van 60 maanden. Ook staat vast dat [gedaagde] een achterstand in de leasetermijnen heeft laten ontstaan. Hiltermann heeft [gedaagde] daarna in gebreke gesteld en de huurkoopovereenkomst op 21 mei 2024 ontbonden. Hiltermann was bevoegd om dit te doen op grond van de wet [1] en de algemene voorwaarden [2] . De verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden, wordt daarom toegewezen.
4.2.
Dat [gedaagde] de aanmaningen niet tijdig heeft gelezen, omdat de aanmaningen zijn verstuurd naar een mailadres dat hij bijna niet bekijkt, zoals hij heeft gesteld, komt voor rekening en risico van [gedaagde] . Dat [gedaagde] zelf nog betaald moest krijgen van een aannemer doet aan de betalingsverplichting van [gedaagde] niet af.
4.3.
Toen Hiltermann de overeenkomst ontbond, had [gedaagde] een betalingsachterstand van € 893,13. Dit bedrag moet [gedaagde] alsnog aan Hiltermann betalen. In artikel 43 van de algemene voorwaarden staat dat [gedaagde] ook de toekomstige huurtermijnen moet betalen aan Hiltermann. Volgens de dagvaarding gaat het om € 15.717,56. Dat betekent dat [gedaagde] in totaal nog € 16.610,69 (€ 893,13 + € 15.717,56) aan Hiltermann verschuldigd is.
4.4.
[gedaagde] moet ook de kosten voor de inname van de auto vergoeden. In artikel 44 van de algemene voorwaarden staat namelijk dat de gebruiker ( [gedaagde] ) bij tussentijdse beëindiging van de overeenkomst de auto moet afleveren bij Hiltermann. Als deze bepaling niet wordt nagekomen, is Hiltermann bevoegd om op kosten van de gebruiker de auto zelf in te nemen. Hiltermann heeft gesteld dat [gedaagde] de auto niet heeft ingeleverd bij Hiltermann en dat Hiltermann de auto daarom zelf moet innemen. Dit kost € 859,10. Deze vordering wordt toegewezen, in die zin dat als [gedaagde] de auto niet binnen 72 uur na betekening van dit vonnis heeft ingeleverd bij Hiltermann, [gedaagde] deze kosten moet betalen.
4.5.
De kosten voor de aangifte zullen worden afgewezen. Deze kosten zijn nog niet gemaakt en is het ook niet zeker dat die kosten (tot het gevorderde bedrag) gemaakt zullen worden.
4.6.
Hiltermann eist over de totale oorspronkelijke hoofdsom (€ 16.610,69) de contractuele rente van 18% per jaar. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de contractuele rente over de betalingsachterstand toe tot 21 mei 2024, de dag dat de overeenkomst is ontbonden. Dat gaat in totaal om een bedrag van € 893,13. De contractuele rente wordt toegewezen vanaf de verschillende vervaldata van de leasetermijnen.
4.7.
Omdat de overeenkomst (en daarmee ook de algemene voorwaarden) op 21 mei 2024 is ontbonden, kan Hiltermann geen aanspraak maken op de contractuele rente over de toekomstige huurtermijnen. Ook kan de gevorderde wettelijke handelsrente niet worden toegewezen. Het bedrag aan toekomstige leasetermijnen is namelijk een schadevergoeding. Daarom zal de kantonrechter over het bedrag van € 15.717,56 de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag van de ontbinding [3] .
4.8.
Bepaald zal worden dat, indien de auto door [gedaagde] wordt ingeleverd en vervolgens door Hiltermann wordt verkocht, de verkoopopbrengst in mindering wordt gebracht op de te betalen hoofdsom en rente.
4.9.
Hiltermann vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van
€ 1.661,07. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Vanwege het tarief van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt het gevorderde bedrag gematigd tot € 1.138,74.
4.10.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Hiltermann worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,84
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.471,84
4.11.
De kantonrechter zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als een van de partijen hoger beroept instelt tegen deze beslising. De beslissing geldt in dat geval tot het gerechtshof een andere beslissing neemt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken] (contractnummer 374576) is ontbonden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot afgifte van de auto, Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken] , binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 400,00 per dag of gedeelte van de dag dat [gedaagde] met de afgifte in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,00,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hiltermann te betalen een bedrag van € 16.610,69, te vermeerderen met:
- de contractuele rente van 18% per jaar over € 893,13 vanaf de vervaldata van de leasetermijnen tot de dag van volledige betaling,
- de wettelijke rente over een bedrag van € 15.717,56, vanaf 21 mei 2024 tot de dag van volledige betaling,
met dien verstande dat, indien voornoemde auto door [gedaagde] wordt ingeleverd en vervolgens door Hiltermann wordt verkocht, de verkoopopbrengst hierop in mindering wordt gebracht,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 859,10 voor de kosten van inname van de auto indien [gedaagde] de auto niet binnen 72 uur na betekening van dit vonnis heeft ingeleverd bij Hiltermann,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 1.138,74 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.471,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. Lourens en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.

Voetnoten

1.Artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek.
2.Artikel 43 van de algemene voorwaarden.
3.Artikel 6:83 sub b BW.