ECLI:NL:RBNHO:2024:12275

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
10332121 \ CV EXPL 23-888
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De vlucht BA433, die op 5 augustus 2022 van Amsterdam-Schiphol naar Londen Heathrow zou vliegen, werd geannuleerd door British Airways. De vervoerder stelde dat de annulering het gevolg was van capaciteitsbeperkingen op de luchthaven van Londen Heathrow, veroorzaakt door een personeelstekort. De kantonrechter oordeelde dat British Airways een geslaagd beroep kon doen op buitengewone omstandigheden, omdat de annulering niet te voorkomen was ondanks het treffen van redelijke maatregelen. AirHelp had gevorderd dat de vervoerder hen zou compenseren met € 250,00 per passagier, maar de kantonrechter wees deze vordering af. De rechter concludeerde dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat alle redelijke maatregelen waren genomen om de situatie te verhelpen. De vordering van AirHelp werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10332121 \ CV EXPL 23-888
Uitspraakdatum: 20 november 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. Volgens de vervoerder was de annulering van de vlucht het gevolg van een capaciteitsreductie. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder een geslaagd beroep kan doen op buitengewone omstandigheden. Daarnaast heeft de vervoerder voldoende onderbouwd waarom hij specifiek de vlucht in kwestie heeft geannuleerd. De vordering van AirHelp zal daarom worden afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] (hierna: de passagiers) hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 5 augustus 2022 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen Heathrow Airport (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA433 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de passagiers hun eventuele vorderingen aan haar hebben overgedragen en dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat passagier [betrokkene 2] haar vordering aan AirHelp heeft overgedragen. Hij voert aan dat de door AirHelp overgelegde kopie van de identiteitskaart geen volledige kopie is, nu deze onder meer geen naam bevat. Bij conclusie van repliek heeft AirHelp echter de kopie van de andere zijde van de identiteitskaart van passagier [betrokkene 2] overgelegd, die onder meer de naam en geboortedatum bevat. Het niet-ontvankelijkheidsverweer van de vervoerder faalt.
4.3.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.4.
De vervoerder stelt dat de vlucht geannuleerd was vanwege capaciteitsbeperkingen op de luchthaven van Londen Heathrow. De luchthaven had in de zomer van 2022 te kampen met een groot personeelstekort. Dit heeft ertoe geleid dat de luchtverkeersleiding de capaciteit van de luchthaven naar beneden heeft bijgesteld (zie onder meer de overgelegde verklaring van de CEO van Londen Heathrow en een bericht van de luchtverkeersleiding).
4.5.
De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat er op 5 augustus 2022 sprake was van een capaciteitsreductie op Londen Heathrow. AirHelp heeft dit ook niet betwist. Het is in het geval van een capaciteitsreductie aan de vervoerder om aan te tonen dat hij, gelet op de duur en de mate van de restricties, geen andere keuze had dan tot annulering van de vlucht over te gaan.
4.6.
AirHelp betwist dat de vlucht geannuleerd moest worden vanwege de capaciteitsreductie. De annulering is dan ook aan te merken als een operationele keuze van de vervoerder. Ook was de vlucht de enige vlucht die geannuleerd werd rondom de aankomsttijd van de vlucht, aldus AirHelp. De vervoerder heeft hiertegen ingebracht dat hij bij het annuleren van vluchten met verschillende factoren rekening houdt. In het onderhavige geval was volgens de vervoerder doorslaggevend dat de geannuleerde vlucht BA433 een korte-afstandsvlucht betreft en dat deze route meerdere keren per dag wordt uitgevoerd. Daarnaast golden de beperkingen de hele dag, waardoor het later uitvoeren van de vlucht geen optie was. Ten slotte was de vlucht in kwestie niet de enige vlucht die geannuleerd moest worden. Op de dag van de vlucht heeft alleen de vervoerder al 12 vluchten geannuleerd, aldus de vervoerder.
4.7.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Hij heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van de capaciteitsbeperking een aantal vluchten moest annuleren en dat de vlucht in kwestie daar één van was. Daarbij moet de luchtvaartmaatschappij de mogelijkheid hebben om een zelfstandige afweging te maken. De omstandigheid dat bij de beslissing tot het annuleren van specifieke vluchten wellicht (ook) een operationeel aspect heeft meegespeeld, betekent niet automatisch dat het annuleren van vluchten als gevolg van een capaciteitsreductie inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van een vervoerder. Ook kon hij geen invloed uitoefenen op de beperkingen. Daarom was de annulering van de vlucht het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.8.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de buitengewone omstandigheden te voorkomen. De vervoerder stelt in dit verband dat hij de capaciteitsbeperking niet kon voorkomen, maar de passagiers heeft omgeboekt op een vlucht waarmee zij zonder vertraging op de eindbestemming zijn aangekomen. AirHelp heeft dit niet betwist. Het betoog van de vervoerder slaagt. De vervoerder heeft hiermee voldoende onderbouwd dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen. De vordering van AirHelp zal worden afgewezen.
4.9.
AirHelp zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De daarover gevorderde rente is toewijsbaar vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder
en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 67,50 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter