Uitspraak
1.De procedure
- de producties van Gemeente [plaats];
- de mondelinge behandeling van 21 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [eiser].
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 november 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres, een soeverein/autonoom verklaard persoon, en de Gemeente [plaats]. De eiseres vorderde onder andere de vernietiging van belastingaanslagen en schadevergoeding van € 22.500,00. De rechtbank heeft de eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot vernietiging van de belastingaanslagen, omdat zij niet had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang. De vordering tot schadevergoeding is afgewezen, omdat de eiseres niet voldoende onderbouwing had gegeven voor haar vordering en de kantonrechter niet bevoegd was om zich uit te laten over de belastingaanslagen, die onherroepelijk vaststonden. De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat de eiseres de belastingaanslagen had moeten aanvechten bij de belastingrechter en niet in kort geding. De eiseres is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van de Gemeente [plaats] betalen, die zijn begroot op € 678,00.