In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, op 27 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de schade die nijlganzen, brandganzen, grauwe ganzen en Canadese ganzen aan haar percelen hadden aangericht. Bij besluit van 22 december 2021 werd haar een tegemoetkoming van € 31.894,64 toegekend, wat 80% van de getaxeerde schade van € 40.173,84 vertegenwoordigde. Eiseres ging in bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard door GS op 14 oktober 2022, waarna zij beroep instelde.
De rechtbank oordeelt dat de standaardisering van de tegemoetkoming door GS onvoldoende gemotiveerd is. De rechtbank stelt vast dat de gekozen standaard voor de tegemoetkoming niet is gebaseerd op inzicht in de schadelast van de individuele grondeigenaar, wat in strijd is met de vereisten van de wet. De rechtbank concludeert dat de beslissing van GS om de tegemoetkoming op 80% te stellen niet kan standhouden, omdat er geen adequate onderbouwing is voor deze standaardisering. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat GS opnieuw op de bezwaren van eiseres moet beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens wordt GS veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,- en moet het betaalde griffierecht worden vergoed.