ECLI:NL:RBNHO:2024:12084

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
10847476 \ CV EXPL 23-8248
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na annulering van vlucht door vervoerder

In deze zaak vorderen de passagiers, vertegenwoordigd door Yource B.V., compensatie van de vervoerder Royal Air Maroc na de annulering van hun vlucht AT1683 van Amsterdam naar Tanger op 10 juli 2023. De passagiers zijn omgeboekt naar een alternatieve vlucht en arriveerden met meer dan acht uur vertraging in Tanger. De vervoerder heeft geweigerd om compensatie te betalen, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers een vervoersovereenkomst met de vervoerder hebben gesloten en dat de annulering van de vlucht hen recht geeft op compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. De passagiers vorderen een totaalbedrag van € 3.290,05, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder heeft de vordering betwist, maar de kantonrechter oordeelt dat de passagiers voldoende bewijs hebben geleverd dat zij de vervoerder de kans hebben gegeven om het geschil buiten rechte op te lossen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de handtekeningen op de volmachten overeenkomen met die op de paspoorten van de passagiers, waardoor Yource B.V. gemachtigd is om de procedure te voeren. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten zijn voor rekening van de vervoerder. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10847476 \ CV EXPL 23-8248
Uitspraakdatum: 20 november 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van zijn minderjarige kinderen
[minderjarige 1], [minderjarige 2]en
[minderjarige 3],allen wonende te [plaats 1],
3.
[eiser 3],wonende te [plaats 2],
4.
[eiser 4],wonende te [plaats 3]
allen wonende te [plaats 1],
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: Yource B.V.
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Royal Air Maroc
gevestigd te Casablanca (Marokko)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. T. Teke

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 10 juli 2023 vervoeren van Amsterdam naar Tanger (Marokko), met vlucht AT1683 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vlucht is geannuleerd. De passagiers zijn omgeboekt naar een alternatieve vlucht, waarmee zij met ruim acht uur vertraging in Tanger zijn aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd. De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.800,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 490,05 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,- per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de handtekeningen van de passagiers op de volmachten in voldoende mate overeenkomen met de handtekeningen van de passagiers op hun paspoorten. De kantonrechter vindt het dan ook voldoende aannemelijk dat Yource B.V. gemachtigd is om deze procedure namens de passagiers te voeren. Het niet-ontvankelijkheidsverweer van de vervoerder faalt.
4.3.
De vervoerder heeft geen beroep op buitengewone omstandigheden gedaan, zodat de vordering tot betaling van de hoofdsom (en de daarover gevorderde wettelijke rente) zal worden toegewezen.
4.4.
Resteert de vraag of de vervoerder rauwelijks is gedagvaard. De passagiers hebben bij conclusie van repliek meerdere e-mails/brieven van hun gemachtigde aan het hoofdkantoor van de vervoerder in het geding gebracht. Hoewel deze aanmaningen betrekking hebben op ruim 70 verschillende zaken/claims, heeft de gemachtigde van de passagiers (in ieder geval in de e-mail van 16 november 2023) een linkje opgenomen naar alle benodigde documenten [1] van alle individuele reizigers. In ieder geval deze aanmaning is daarmee voldoende geconcretiseerd. De passagiers hebben vervolgens (zowel vóór als na dagvaarding) meerdere reminders aan de vervoerder verstuurd. De kantonrechter is van oordeel dat de passagiers daarmee voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij de vervoerder de mogelijkheid hebben geboden om het geschil buiten rechte op te lossen. Van rauwelijks dagvaarden is dan ook geen sprake.
4.5.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom moet de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, toetsen aan het rapport Voorwerk II. De passagiers hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven uit het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II. De tarieven uit het Besluit worden redelijk geacht. Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief (inclusief btw), zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kunnen maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 3.290,05, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.800,00 vanaf 10 juli 2023 en over € 490,05 vanaf 1 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 129,14;
griffierecht € 244,00;
salaris gemachtigde € 476,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 119,00 aan nakosten, voor zover de passagiers daadwerkelijk nakosten zullen maken;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Identificatie, boekingsbescheiden en volmachten.