In deze zaak vordert de passagier, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.Y. Lai, betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten van de Duitse luchtvaartmaatschappij Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, vertegenwoordigd door mr. E.C.C.M. Bootsman en mr. F.B. Mahabali. De passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Salzburg naar Amsterdam via Frankfurt op 21 juli 2023. Door een vertraging van de vlucht van Salzburg naar Frankfurt heeft de passagier haar aansluitende vlucht naar Amsterdam gemist en is zij pas 9 uur en 32 minuten later aangekomen. De passagier heeft compensatie van de vervoerder gevraagd, maar deze heeft niet uitbetaald. De passagier stelt dat de vervoerder in een eerder stadium meer informatie had moeten geven over de oorzaak van de vertraging, waardoor de procedure voorkomen had kunnen worden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De passagier heeft erkend dat zij geen compensatie toekomt op basis van de Europese Verordening, maar vordert nog wel vergoeding van de buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De vervoerder betwist de vordering en stelt dat de gemachtigde van de passagier geen incassoregistratie heeft overgelegd, wat volgens de Duitse wetgeving verplicht is. De kantonrechter oordeelt dat het verzoek van de vervoerder om een incassoregistratie niet onredelijk was en dat de passagier niet aan dit verzoek heeft voldaan. Hierdoor kan de vervoerder niet worden verweten dat hij niet eerder inhoudelijk heeft gereageerd. De vordering van de passagier wordt afgewezen en de proceskosten komen voor rekening van de passagier.