ECLI:NL:RBNHO:2024:12074

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
10636561 \ CV EXPL 23-4942
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door passagiers na vertraagde vlucht en beroep op buitengewone omstandigheden

In deze zaak vorderen twee passagiers, die met Latamy.pl een vervoersovereenkomst hadden gesloten, compensatie van de vervoerder Transavia Airlines C.V. wegens een vertraagde vlucht (HV6150) van Alicante naar Amsterdam op 22 april 2024. Door deze vertraging hebben de passagiers hun aansluitende vlucht naar Warschau gemist en zijn zij 23 uur en 31 minuten later dan gepland aangekomen. De passagiers eisen een schadevergoeding van €800 per persoon, vermeerderd met rente en kosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij vertragingen.

De vervoerder betwist de vordering en voert aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk vertragingen van eerdere vluchten die de EOBT (Estimated Off Block Time) van vlucht HV6150 beïnvloedden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers beschikten over een bevestigde boeking en dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vertraging niet te wijten was aan zijn handelen, maar aan omstandigheden buiten zijn controle. De rechter oordeelt dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen en wijst de vordering van de passagiers af. De proceskosten worden aan de passagiers opgelegd, omdat zij ongelijk krijgen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10636561 \ CV EXPL 23-4942
Uitspraakdatum: 23 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1] (Polen),

2.
[eiser 2],wonende te [plaats 2] (Polen),
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: Yource B.V.
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. L. Kloot

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Latamy.pl een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 22 april 2024 vervoeren van Alicante (Spanje) naar Amsterdam met vlucht HV6150 (hierna: de vlucht). KLM zou de passagiers vervolgens verder vervoeren naar Warschau (Polen) met vlucht KL1369.
2.2.
Vlucht HV6150 is vertraagd uitgevoerd. De passagiers hebben hun aansluitende vlucht naar Warschau gemist. Zij zijn omgeboekt naar een alternatieve vlucht, waarmee zij 23 uur en 31 minuten later dan oorspronkelijk gepland in Warschau zijn aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.
3.
Het geschil
3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 145,20 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,- per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De eerste vraag die voorligt is of de passagiers over een bevestigde boeking voor de vlucht beschikten. Het Hof heeft in het arrest van 21 december 2021 (C-146/20, C-188/20, C-196/20 en C-270.20) een ruimere definitie aan het begrip ‘boeking’ toegekend. Het door Airhelp overgelegde e-ticket van Latamy.pl kan naar het oordeel van de kantonrechter als een ‘bevestigde boeking’ in de zin van de Verordening worden aangemerkt.
4.3.
De vervoerder heeft een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden. Hij heeft in dit verband aangevoerd dat het toestel voorafgaand aan vlucht HV6150, de vluchten HV5466 en HV6149 heeft uitgevoerd. Volgens de vervoerder heeft vlucht HV5466 meermaals een gewijzigde slottijd opgelegd gekregen. De passagiers hebben niet betwist dat de vertraging van vlucht HV5466 is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden, maar zij stellen dat niet is gebleken in hoeverre deze vertraging doorwerkt naar de vluchten HV6149 en HV6150.
4.4.
De vervoerder heeft bij dupliek de ‘
IATA-messages’ van alle drie de vluchten overgelegd. Hieruit volgt dat vlucht HV6149 voor de duur van 99 minuten is vertraagd wegens de verlate binnenkomst van vlucht HV5466 (code 93 [1] ) en voor de duur van 10 minuten wegens code 68 [2] . De vervoerder heeft aangevoerd dat zij vervolgens, in verband met de vertraagde aankomst van vlucht HV6149, een nieuwe EOBT voor vlucht HV6150 heeft aangevraagd. Anders dan de passagiers betogen, heeft de vervoerder voldoende aannemelijk gemaakt dat de aanpassing van de EOBT geen verband houdt met enig handelen door de vervoerder, maar is te herleiden tot de buitengewone omstandigheden die zich hebben voorgedaan op de voorafgaande vlucht(en). De vervoerder heeft daarmee voldoende aangetoond dat de vertraging die ten aanzien van vlucht HV6150 is ontstaan door het verschuiven van de EOBT [3] (met uitzondering van tien minuten) is veroorzaakt door een buitengewone omstandigheden. De luchtverkeersleiding heeft de vertrektijd van vlucht HV6150 vervolgens verder uitgesteld in verband met capaciteitsproblemen op Schiphol [4] . De vervoerder is verplicht door de luchtverkeersleiding opgelegde restricties op te volgen, hij kan daarop geen invloed uitoefenen. Ook dit is een buitengewone omstandigheid.
4.5.
Gesteld noch gebleken is dat de passagiers de aansluitende vlucht evengoed hadden gemist indien er geen buitengewone omstandigheden waren opgetreden en dat de passagiers de aansluitende vlucht hebben gemist ten gevolge van de 10 minuten vertraging die niet door een buitengewone omstandigheid is veroorzaakt. Hieruit volgt dan ook dat de uiteindelijke vertraging van de passagiers op de eindbestemming het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden. De conclusie is dat het beroep op buitengewone omstandigheden slaagt.
4.6.
De vraag die vervolgens voorligt is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging ten gevolge van de annulering te voorkomen dan wel te beperken. De passagiers zijn met een vertraging van minder dan 24 uur aangekomen op hun eindbestemming. Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de alternatief aangeboden vlucht geen redelijke maatregel vormt. De kantonrechter volgt de vervoerder in zijn stelling dat het niet van hem kon worden gevergd om een reservetoestel in te zetten. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van de vervoerder worden verwacht. De vordering van de passagiers wordt daarom afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Daarbij worden de passagiers ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de vervoerder worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
5.3.
veroordeelt de passagiers betaling van € 67,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Aircraft Rotation – Late arrival of incoming aircraft from a previous flight or sector.
2.Cabin crew error or special request not within operational.
3.Deze vertraging is in de IATA message aangemerkt als ‘code 93’.
4.Code 83: ATFM due to restriction at destination airport.