Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 12 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
zonder rechtsgrondeen betaling heeft verricht (bijvoorbeeld omdat geen verbintenis aanwezig is of deze met terugwerkende kracht is komen te vervallen) betaling kan terugvorderen. [eiser] heeft gesteld dat [gedaagde] aanzienlijk meer in rekening heeft gebracht dan gerechtvaardigd is gezien de verrichte werkzaamheden. Hij heeft zich dat pas achteraf gerealiseerd. Dit betekent echter niet dat de betalingen (waarvan de hoogte niet vaststaat) zonder rechtsgrond zijn verricht. [eiser] heeft immers gewoon opdracht gegeven voor de werkzaamheden, hiervoor telkens betaald en vervolgens weer nieuwe opdrachten tot het verrichten van werkzaamheden gegeven. [gedaagde] was, zo begrijpt de kantonrechter de stellingen van partijen, een manusje van alles die allerlei kortdurende klusjes voor [eiser] deed die ook steeds werden afgerekend. Dat [eiser] [gedaagde] achteraf te duur vindt, maakt dat niet anders. Overigens staat niet alleen de hoogte van de betalingen, maar ook de omvang van de werkzaamheden niet vast. Ook het zogenoemde deskundigenrapport voldoet niet, omdat het eenzijdig is opgesteld. Dat een ander stelt werkzaamheden sneller te kunnen uitvoeren, wat daar verder ook van zij, laat de afspraken tussen [eiser] en [gedaagde] bovendien onverlet. Reeds daarom komen de gemaakte kosten voor het zogenoemde deskundigenrapport niet voor vergoeding in aanmerking.