In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Noordwest Ziekenhuisgroep en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door de gemachtigde Huting & van der Mije, had een vordering ingesteld op basis van de algemene voorwaarden die door de stichting zijn gehanteerd. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 22 november 2023 de eisende partij de gelegenheid gegeven om de toepasselijke algemene voorwaarden over te leggen en zich uit te laten over eventuele oneerlijke bedingen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de artikelen 10 en 11 van de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn voor de consument. Artikel 11, dat de mogelijkheid biedt om incassokosten in rekening te brengen zonder dat de wettelijke termijn is verstreken, is in strijd met de wet. De kantonrechter heeft geoordeeld dat deze bepalingen niet aansluiten bij de wet en heeft artikel 11 vernietigd, waardoor de gevorderde incassokosten zijn afgewezen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de eisende partij niet kan aanspraak maken op hogere gerechtelijke kosten dan het liquidatietarief, wat betekent dat de proceskosten voor rekening van de gedaagde partij komen.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 455,11, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs in aanwezigheid van de griffier.