In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, is de besloten vennootschap Chevaldo Brabant B.V. als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De zaak betreft de toetsing van de (on)eerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden van de eisende partij, in het bijzonder met betrekking tot de contractuele informatieplicht zoals vastgelegd in artikel 6:230v lid 7 van het Burgerlijk Wetboek. In een tussenvonnis van 20 december 2023 werd de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de (on)eerlijkheid van deze bedingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij de informatieplicht niet heeft nageleefd, wat leidt tot de conclusie dat de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd moet worden. De kantonrechter oordeelt dat de eisende partij de contractuele informatieplicht heeft geschonden, wat in strijd is met de Europese richtlijnen en jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dit heeft geleid tot de gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst, waarbij 25% van de verschuldigde hoofdsom wordt teruggegeven aan de gedaagde partij. Daarnaast heeft de kantonrechter de oneerlijkheid van het rente- en incassobeding in de algemene voorwaarden vastgesteld, wat ook heeft geleid tot de vernietiging van deze bedingen. De gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.072,80 aan de eisende partij, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 11 december 2024 door mr. M. Woerdman.