In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 oktober 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van [de minderjarige] niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor haar verzorging en opvoeding te dragen. De ingezette hulpverlening moet in het belang van [de minderjarige] worden geborgd, en er moeten nog belangrijke zaken worden geregeld voor haar meerderjarigheid.
De procedure begon met een mondelinge behandeling op 28 oktober 2024, waarbij de vader van [de minderjarige] en vertegenwoordigers van de Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) aanwezig waren. Tijdens deze zitting heeft de kinderrechter [de minderjarige] gehoord en haar mening gevraagd. De kinderrechter heeft de beschikking van 24 oktober 2024 in overweging genomen, waarin de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing ambtshalve met één dag zijn verlengd.
De GI heeft aangegeven dat er de komende maanden gekeken moet worden naar de mogelijkheden voor [de minderjarige] om zelfstandig te wonen na haar meerderjarigheid. De vader heeft zijn eigen problematiek aangepakt en zijn traject succesvol afgerond, maar [de minderjarige] heeft moeite met het accepteren van hulp. Ondanks haar weerstand tegen hulpverlening, zijn er positieve ontwikkelingen in haar leven, zoals een verbeterde relatie met haar vader en haar plannen om een stewardessenopleiding te volgen.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat [de minderjarige] nog steeds in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de noodzakelijke zorg niet of onvoldoende wordt geaccepteerd. Gezien haar leeftijd en de huidige situatie van de ouders, is het in het belang van [de minderjarige] om de hulpverlening te continueren tot aan haar meerderjarigheid. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 23 januari 2025, met de mogelijkheid voor [de minderjarige] om bij Wilskracht Zorg te blijven wonen en een vervolgtraject te volgen.