In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 januari 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De minderjarige is opgevangen door haar grootouders vanwege de verslavingsproblematiek van haar ouders. De grootouders kunnen echter niet voor langere tijd voor haar zorgen, waardoor de minderjarige vijf dagen per week bij een ander pleeggezin verblijft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, zodat er meer duidelijkheid kan komen over het perspectief van de minderjarige en de rol van de ouders daarin. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn door hun persoonlijke problematiek niet in staat om de zorg voor de minderjarige te dragen. De moeder heeft positieve stappen gezet in haar behandeling, terwijl de vader een terugval heeft gehad. De kinderrechter heeft besloten dat de minderjarige niet terug naar huis kan en dat de huidige situatie, waarbij zij bij een pleeggezin verblijft, moet worden gewaarborgd. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van een jaar, tot uiterlijk 21 januari 2025, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.