ECLI:NL:RBNHO:2024:11974

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
10639686 \ CV EXPL 23-3436
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de installatie van zonnepanelen en de gevolgen van wanprestatie

In deze zaak heeft een opdrachtgever een aannemer ingeschakeld voor de installatie van zonnepanelen op zijn woning. De opdrachtgever heeft de factuur van de aannemer niet betaald en heeft de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, omdat de aannemer een omvormer heeft geplaatst die niet geschikt bleek voor de zonnepaneleninstallatie. De kantonrechter oordeelt dat de aannemer tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, maar dat de opdrachtgever niet gerechtigd was om de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden, omdat hij de aannemer niet in de gelegenheid heeft gesteld om het gebrek te herstellen. De kantonrechter stelt vast dat de opdrachtgever slechts de helft van het openstaande factuurbedrag mocht opschorten en dat de rest betaald moet worden. De vorderingen van de opdrachtgever worden grotendeels afgewezen, terwijl de tegenvordering van de aannemer tot betaling van de factuur voor de helft wordt toegewezen. De zaak illustreert de complexiteit van overeenkomsten in de bouwsector en de verantwoordelijkheden van zowel de opdrachtgever als de aannemer.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10639686 \ CV EXPL 23-3436 TB
Uitspraakdatum: 31 juli 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. J.M. Keizer
tegen
de besloten vennootschap
Elektro Control Nederland B.V.
gevestigd te Vijfhuizen
gedaagde
verder te noemen: ECN
gemachtigde: Stichting Achmea Rechtsbijstand
De zaak in het kort
Een opdrachtgever heeft door een aannemer zonnepanelen laten plaatsen op het dak van zijn woning. De opdrachtgever heeft de factuur van de aannemer niet betaald en de overeenkomst met de aannemer uiteindelijk buitengerechtelijk ontbonden omdat de aannemer een omvormer heeft geplaatst die niet geschikt bleek te zijn voor deze specifieke zonnepaneleninstallatie. De kantonrechter is het eens met de opdrachtgever dat de aannemer een zonnepaneleninstallatie heeft geplaatst die niet voldoet. Met de buitengerechtelijke ontbinding is de kantonrechter het niet eens omdat de opdrachtgever de aannemer een wijze van herstel heeft opgedragen, terwijl de aannemer door de opdrachtgever in staat had moeten worden gesteld noodzakelijk herstel naar eigen inzicht te verrichten. De aannemer was dus niet in verzuim. De kantonrechter is verder van oordeel dat de opdrachtgever slechts de helft van het openstaande factuurbedrag mocht opschorten en de rest moet betalen. De vorderingen van de opdrachtgever worden daarom grotendeels afgewezen. De door de aannemer ingestelde tegenvordering tot betaling van de factuur wordt voor de helft toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 11 juli 2023 een vordering tegen ECN ingesteld. ECN heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 19 december 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. [eiser] is verschenen. ECN is niet verschenen. De kantonrechter heeft bepaald dat een nieuwe mondelinge behandeling moet worden bepaald.
1.3.
Op 20 juni 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiser] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Op 8 maart 2022 heeft [eiser] een verzoek ingediend voor de installatie van zonnepanelen via een offertevergelijker.
2.2.
Naar aanleiding van die aanvraag is op 30 maart 2022 tussen [eiser] en ECN telefonisch overleg geweest en heeft een medewerker van ECN een bezoek gebracht aan [eiser] om de offerte te bespreken. Vervolgens is die avond een offerte gestuurd ter hoogte van € 6.292,00 (incl. btw) voor 13 zonnepanelen. In de offerte is – voor zover van belang – het volgende opgenomen: “
1 SolarEdge 4000H HD Wave met SetApp configuratie, 13 SolarEdge | Optimizer S440-1GM4MRM”. De opdrachtbevestiging is ondertekend door [eiser] .
2.3.
Op 14 april 2022 heeft een medewerker van ECN een schouw uitgevoerd op het adres van [eiser] .
2.4.
De installatie van de zonnepanelen heeft plaatsgevonden op 19 april 2022.
2.5.
ECN heeft [eiser] een factuur gestuurd voor de installatie van de zonnepanelen ter hoogte van € 6.292,00 voor 13 zonnepanelen, 1 SolarEdge 4000H HD Wave met SetApp configuratie, 13 SolarEdge | Optimizers S440-1GM4MRM en 1 montagesysteem, gedateerd op 23 april 2022.
2.6.
Op 29 april 2022 heeft [eiser] ECN in gebreke gesteld. Kort samengevat geeft [eiser] aan dat hij betaling van de factuur zal aanhouden totdat de volgende zaken door ECN zijn geleverd:
“1) de geleverde installatie is nog niet volledig naar ons overgedragen. We hebben nog geen gebruikersnaam en password ontvangen t.b.v. toegang tot de cloud omgeving van de geleverde en geïnstalleerde SolarEdge omvormer.2) Graag zie ik door SolarEdge bevestigd dat de geïnstalleerde installatie (omvormer en optimizers) onder haar fabrieksgarantie valt en installatie conform haar installatievoorschriften is geïnstalleerd.3) Ik wil dat Elektro Control Nederland mij aantoont dat de panelen, omvormer en optimizers nieuw zijn geleverd (geen refurbished/2e hands/eerder gebruikte materialen).”
2.7.
Op 3 mei 2022 heeft een installateur van ECN een bezoek gebracht aan [eiser] .
2.8.
Bij brief van 6 mei 2022 heeft [eiser] aan ECN laten weten dat hij een voorkeur heeft voor scenario zes van de zes met de installateur besproken scenario’s. [eiser] kiest voor een omvormer SEH5000H (1-fase omvormer) en twee extra zonnepanelen meerwerk voor € 900,00 exclusief btw. Daarnaast blijven de eisen uit de brief van 29 april 2022 onverkort van toepassing.
2.9.
Bij e-mail van 10 mei 2022 van ECN naar [eiser] heeft ECN voorgesteld de huidige SE4K SolarEdge 3-fase omvormer te vervangen door een SE4K SolarEdge 1-fase omvormer en dat er drie nieuwe zonnepanelen geïnstalleerd worden, voor € 1.200,00. Daarnaast meldt ECN dat zij nooit met refurbished of tweedehands materialen werken.
2.10.
Op 12 mei 2022 heeft [eiser] aan ECN een e-mail gestuurd naar aanleiding van een telefoongesprek eerder die dag met een medewerker van ECN. Kort samengevat wil [eiser] een paar dagen meer tijd om adviezen in te winnen over het door ECN gedane voorstel. Verder gaf de medewerker telefonisch aan de omvormer op afstand zou worden uitgeschakeld als [eiser] de factuur niet zou voldoen. ECN heeft vervolgens op afstand de toegang tot het systeem uitgeschakeld.
2.11.
Bij e-mail van 13 mei 2022 heeft (de gemachtigde van) [eiser] een voorstel gedaan om in der minne tot een oplossing te komen. [eiser] schakelt een deskundige in of de gehele installatie wordt door ECN verwijderd.
2.12.
Bij brief van 2 augustus 2022 heeft ECN laten weten niet akkoord te zijn met de voorstellen van [eiser] , omdat installatie volgens gemaakte afspraken was geplaatst. De installatie beantwoordde aan de offerte met uitzondering van de enkelfase-omvormer, die op verzoek van [eiser] was vervangen.
2.13.
[eiser] heeft KEI Advies B.V. (hierna: KEI) ingeschakeld om de situatie te beoordelen. KEI heeft van het onderzoek op 21 december 2022 een rapport opgemaakt.
2.14.
Op 16 januari 2023 heeft [eiser] ECN in gebreke gesteld met een verwijzing naar rapport van KEI. [eiser] verzoekt ECN om binnen drie weken de door de deskundige geadviseerde herstelwerkzaamheden uit te voeren en daarnaast verzoekt [eiser] om een plan van aanpak binnen zeven dagen waarin staat beschreven wanneer en op welke wijze zij de herstelwerkzaamheden zal uitvoeren. Indien ECN niet bereid is om na te komen binnen deze termijn, zal zij in verzuim komen te verkeren en bestaat de mogelijkheid voor [eiser] om de overeenkomst te ontbinden.
2.15.
Bij brief van 10 februari 2023 heeft [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
2.16.
Bij brief van 1 maart 2023 heeft ECN gereageerd op het rapport van KEI. Kort samengevat schrijft zij 1) dat het juist is dat het aantal optimizers niet klopt met een 3-fase omvormer. Zij heeft daarom een enkelfase omvormer geoffreerd en op verzoek van [eiser] een 3-fase omvormer geplaatst en stelt zij zich op het standpunt dat overeenkomst deugdelijk is nagekomen, 2) dat het alsnog plaatsen van een enkelfase omvormer nog steeds het meest voor de hand ligt, maar dat het plaatsen van extra panelen ook een optie is. De mogelijkheden zijn besproken met [eiser] . Deze afspraak wil ECN nog steeds nakomen, 3) dat niet duidelijk is wat het probleem is dat de omvormer ten tijde van montage twee jaar oud is en 4) dat de sticker geplaatst zou worden als ECN de aanpassingen aan de installatie had kunnen uitvoeren.
2.17.
Op 3 april 2023 heeft [eiser] aan ECN laten weten geen vertrouwen meer in ECN te hebben dat zij de overeenkomst alsnog deugdelijk zou nakomen. [eiser] heeft daarop een voorstel gedaan. [eiser] laat de installatie aanpassen door een derde partij en ECN neemt het overgrote deel van de gebrekkige installatie terug, terwijl [eiser] een vergoeding betaalt voor het resterende deel, dat bij [eiser] zou achterblijven.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter:
I. voor recht verklaart dat ECN tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst zoals bedoeld en omschreven in het lichaam van deze dagvaarding;
II. voor recht verklaart dat de tussen partijen gesloten overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden op 10 februari 2023, althans de tussen partijen gesloten overeenkomst alsnog te ontbinden;
III. ECN veroordeelt om binnen 1 maand na het wijzen van een vonnis de door haar geplaatste installatie zoals bedoeld en omschreven in het lichaam van deze dagvaarding te demonteren en op te halen bij [eiser] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend, dat genoemd bevel niet wordt nageleefd;
IV. ECN veroordeelt tot betaling van € 1.984,40 inclusief btw aan kosten voor het deskundige onderzoek ter vaststelling van gebreken van de door ECN verrichte werkzaamheden;
V. ECN veroordeelt tot betaling van € 297,66 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente;
VI. met veroordeling van ECN in de kosten van deze procedure en in de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Hij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat ECN tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, op grond waarvan hij de overeenkomst op 10 februari 2023 buitengerechtelijk heeft ontbonden op grond van artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Gebleken is dat er een omvormer is geplaatst die tweedehands bleek te zijn en bovendien niet geschikt was voor deze specifieke installatie; het minimum voor de combinatie van optimizers en omvormer was zestien panelen. Hierdoor raken de optimizers overbelast, wat leidt tot een versnelde vermindering van de levensduur. Bovendien zou de opbrengst van de gehele installatie suboptimaal zijn en zou voor deze opzet geen fabrieksgarantie worden afgegeven, aangezien deze niet voldeed aan de fabrieks- en installatievoorschriften van de leverancier. Zo blijkt onder meer uit het rapport van KEI. ECN is, nadat zij daartoe meermaals in de gelegenheid is gesteld, niet bereid geweest tot herstel van de gebreken. Zij is daarmee verzuim komen te verkeren. Vanwege het verzuim is ECN over voornoemd bedrag wettelijke rente verschuldigd. [eiser] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten, nu de gemachtigde van [eiser] buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
ECN voert verweer. Zij betwist dat zij tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en dat [eiser] gerechtigd was om tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan. [eiser] verkeerde in schuldeisersverzuim. De installatie is geleverd conform de wensen van [eiser] en voldoet aan de overeenkomst en de nadere afspraken. Verder meent ECN dat de gestelde tekortkomingen van zodanig geringe aard zijn dat deze ontbinding van de overeenkomst niet rechtvaardigen. De door [eiser] aangevoerde gronden om niet te betalen vormen dan ook geen grond voor opschorting, in ieder geval niet voor opschorting van het gehele bedrag.
4.2.
ECN vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter [eiser] veroordeelt tot betaling van € 6.292,00 en tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 689,60, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 6.292,00, met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. Zij legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [eiser] , ondanks verschillende brieven, in gebreke is gebleven met betaling van de volledige factuur van ECN.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten tot het leveren en plaatsen van 13 zonnepanelen en een omvormer SolarEdge 4000H HD Wave (1-fase omvormer) met SetApp configuratie tegen betaling van een bedrag van € 6.292,00 (incl. btw), conform de offerte van 30 maart 2022. In deze zaak is van belang of de overeenkomst door [eiser] rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is. Dit wordt als volgt toegelicht.
Er is sprake van een tekortkoming
5.2.
Het uitgangspunt bij deze beoordeling is dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis in de regel een ontbinding mogelijk maakt. Dat is slechts anders als de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [1]
5.3.
Bij de beoordeling van de vraag of [eiser] een beroep op ontbinding toekomt wordt vooropgesteld dat tussen partijen een gemengde overeenkomst tot stand is gekomen. Partijen zijn een overeenkomst met elkaar aangegaan op grond waarvan ECN in de uitoefening van zijn bedrijf enerzijds zonnepanelen heeft verkocht en heeft geleverd aan [eiser] (een consument) en anderzijds die zonnepanelen heeft geplaatst. Daarmee is sprake van zowel een consumentenkoopovereenkomst als van een overeenkomst van aanneming van werk. Dit heeft tot gevolg dat de bepalingen van koop en aanneming naast elkaar van toepassing zijn en dat de regels van consumentenkoop prevaleren boven de regels van aanneming van werk wanneer de regels met elkaar strijdig zijn [2] .
5.4.
Voor een rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding is dus allereerst vereist dat sprake is van een tekortkoming. [eiser] heeft gesteld dat dit het geval is. Volgens [eiser] was de geplaatste 3-fase omvormer tweedehands en bovendien niet geschikt voor deze specifieke installatie. ECN heeft op de dag van installatie van de zonnepanelen aangeboden de geoffreerde 1-fase omvormer te vervangen voor een vergelijkbare 3-fase omvormer SolarEdge SE4K. ECN heeft niets opgemerkt over eventuele gevolgen voor fabrieksgarantie. Evenmin heeft ECN aangegeven dat het vervangen zou worden door tweedehands omvormer. [eiser] verwijst ter onderbouwing van zijn stelling naar het door KEI opgestelde rapport waaruit blijkt dat de installatie verschillende gebreken bevat.
5.5.
ECN heeft aangevoerd dat [eiser] zelf een 3-fase omvormer geplaatst wilde hebben in plaats van de geoffreerde 1-fase omvormer in verband met het in de toekomst bijplaatsen van zonnepanelen. De installateur van ECN heeft aan [eiser] laten weten dat dit gezien het aantal zonnepanelen niet de juiste omvormer was. [eiser] wilde dit toch en ECN heeft vervolgens een 3-fase omvormer geplaatst, aldus ECN.
5.6.
Gelet op de reactie van ECN en de toelichting op de zitting is komen vast te staan dat de zonnepaneleninstallatie dat bij [eiser] is geplaatst door ECN suboptimaal werkt door plaatsing van een 3-fase omvormer. De kantonrechter is daarom van oordeel dat ECN een zonnepanelen installatie heeft geplaatst die gebrekkig is. ECN kan zich ook niet verweren met de stelling dat dit de uitdrukkelijke wens van [eiser] was omdat van ECN als deskundig aannemer had mogen worden verwacht dat zij op de hoogte was van de normen en dat zij zich daaraan had gehouden. Dit brengt met zich mee dat in het midden kan blijven op wiens initiatief de 3-fase omvormer is geplaatst. Ook als het de wens van [eiser] was om een 3-fase omvormer te plaatsen had ECN dus behoren te weten dat de wens van [eiser] niet zou voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Dat ECN [eiser] hiervoor zou hebben gewaarschuwd, doet hier niet aan af.
5.7.
De conclusie is dat ECN tekort is geschoten in de tussen partijen gesloten koop-/aannemingsovereenkomst. Dat betekent dat de gevorderde verklaring voor recht onder I van de vordering zal worden toegewezen.
ECN is niet in verzuim
5.8.
Om de overeenkomst buitengerechtelijk te kunnen ontbinden moet, naast dat sprake is van een tekortkoming, ECN in verzuim zijn. Volgens de voormelde feiten waren partijen nog in onderhandeling over hoe het gebrek zou worden opgelost. [eiser] heeft in de brief van 6 mei 2022 zes herstelopties opgenomen die ter plaatse door partijen zijn besproken, waaronder een wijze van herstel waarbij ‘simpelweg’ een nieuwe fase 1 omvormer zou worden geplaatst. [eiser] heeft volgens dezelfde brief op dat moment er de voorkeur aan gegeven om panelen te laten bijplaatsen (optie zes). Dit behoorde volgens ECN tot de mogelijkheden, mits er zou worden bijbetaald voor de plaatsing van de extra panelen. Bij deze stand van zaken zijn de onderhandelingen over hoe het herstel zou plaatsvinden naar het zich laat aanzien stilgevallen. Pas na ontvangst door ECN van het rapport van de door [eiser] ingeschakelde deskundige, heeft [eiser] onder toezending hiervan ECN zeven dagen de tijd gegeven om te komen met plan van aanpak en drie weken om tot herstel over te gaan overeenkomstig plan van aanpak. [eiser] heeft hierbij miskend dat volgens vaste jurisprudentie een aannemer in staat moet worden gesteld noodzakelijk herstel naar eigen inzicht te verrichten. Het is daarom aan [eiser] om de installatie door ECN te laten herstellen. Immers is deze de eerst aangewezen partij om deugdelijkheid van het eigen werk te beoordelen. Omdat [eiser] dit heeft nagelaten en een wijze van herstel heeft opgedragen is ECN niet in verzuim gekomen waardoor ontbinding van de overeenkomst niet gerechtvaardigd was. Dit brengt met zich dat de overeenkomst nog bestaat en daarmee in beginsel de betalingsverplichting voor [eiser] om de factuur te voldoen. Dit betekent dat de gevorderde verklaring voor recht onder II van de vordering dat de overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden zal worden afgewezen. De afwijzing van de vordering onder II leidt er toe dat ook de vordering onder III, het demonteren van de zonnepanelen installatie, zal worden afgewezen.
[eiser] mocht de helft van het factuurbedrag opschorten
5.9.
Door [eiser] is een beroep op opschorting gedaan. Tussen partijen staat vast dat [eiser] de gehele factuur nog niet heeft voldaan en dat een te betalen bedrag openstaat van € 6.929,00. [eiser] stelt dat hij de betaling van het volledige factuurbedrag mocht opschorten, omdat ECN tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en de opschorting in verhouding staat tot de wanprestatie.
5.10.
De vraag die voorligt is of [eiser] zich met recht kon beroepen op opschorting van de betaling van het gehele factuurbedrag. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] niet het gehele bedrag mocht opschorten. Voorwaarde voor opschorting is dat de wederpartij een opeisbare verbintenis niet nakomt. Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser kan de nakoming van zijn verbintenis opschorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt [3] .
5.11.
Zoals hiervoor is overwogen, staat vast dat de installatie weliswaar functioneert, maar dat de zonnepaneleninstallatie niet optimaal functioneert door plaatsing van een 3-fase omvormer en dus een gebrek bevat. Naar het oordeel van de kantonrechter mocht [eiser] , gelet op de door ECN reeds verrichte werkzaamheden en de aard en de omvang van de nog te verrichten (herstel)werkzaamheden, niet betaling van het volledige factuurbedrag opschorten. De tekortkoming aan de zijde van ECN rechtvaardigt opschorting van de betalingsverplichting voor [eiser] voor een aanzienlijk deel van het factuurbedrag niet. Wanneer sprake is van een ongegronde opschorting, raakt de opschortende partij op het moment van de ongegronde opschorting in verzuim [4] . [eiser] was, rekening houdend met de omstandigheid dat de zonnepaneleninstallatie functioneert maar suboptimaal, naar het oordeel van de kantonrechter slechts gerechtigd om zijn prestatie op te schorten tot een daarmee in verhouding staand bedrag van 50% van het factuurbedrag. Dit betekent concreet dat [eiser] zijn betalingsverplichting voor een bedrag van € 3.146,00 had mogen opschorten. Ten aanzien van het overige deel van zijn betalingsverplichting, zijnde een bedrag van € 3.146,00, heeft te gelden dat hij dit bedrag ongegrond heeft opgeschort en dat [eiser] voor dat deel in verzuim is geraakt.
ECN hoeft de kosten van de deskundige niet te vergoeden
5.12.
[eiser] vordert € 1.984,40 aan kosten voor het inschakelen van een deskundige. Om expertisekosten te vergoeden is nodig dat het redelijk is geweest dat kosten zijn gemaakt en de kosten moeten op zich ook redelijk zijn [5] . Over het deskundigenrapport heeft ECN aangevoerd dat inschakeling van de deskundige niet nodig was omdat partijen een oplossing voor handen hadden. De kantonrechter is het eens met het standpunt van ECN. Voor het inschakelen van de deskundige waren partijen al op de hoogte van het gebrek aan de zonnepanelen installatie en waren partijen in discussie over een oplossing. De vordering onder IV tot vergoeding van de kosten van het deskundigenonderzoek wordt dan ook afgewezen.
ECN hoeft de buitengerechtelijke kosten niet te betalen
5.13.
[eiser] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Aangezien alleen wordt toegewezen de verklaring voor recht dat ECN tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en alle overige vorderingen worden afgewezen, worden de buitengerechtelijke kosten afgewezen.
5.14.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.
de tegenvordering
5.15.
Gelet op wat onder de vordering is geoordeeld, wordt de tegenvordering van ECN toegewezen tot een bedrag van € 3.146,00. [eiser] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente. Omdat niet duidelijk is op welke datum de factuur gedateerd 23 april 2022 van ECN is verstuurd en door [eiser] is ontvangen, zal de kantonrechter de wettelijke rente over voornoemd bedrag toewijzen vanaf 29 mei 2022.
5.16.
ECN maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe [eiser] zal worden veroordeeld, te weten € 407,30.
5.17.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
verklaart voor recht dat ECN tekort is geschoten in de nakoming van de tussen [eiser] en ECN gesloten overeenkomst;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.3.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
6.4.
veroordeelt [eiser] tot betaling aan ECN van € 3.146,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 29 mei 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 7:5 lid 4 BW.
3.Artikel 6:52 BW.
4.Artikel 6:83 sub c BW.
5.Artikel 6:96 lid 2 onder b BW.