In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument en een verkoper over de ontbinding van een koopovereenkomst van een elektrische fiets. De eiser, een consument, had op 14 april 2022 een Koga E-Nova EVO fiets gekocht voor € 3.749,00. Na een terugroepactie door de fabrikant Koga, waarbij een safety bridge aan de fiets was toegevoegd, stelde de eiser dat de fiets niet meer aan de overeenkomst voldeed. De eiser vorderde terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding, omdat zij meende dat de fiets een constructiefout vertoonde en niet meer veilig was.
De kantonrechter oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat de fiets niet aan de overeenkomst voldeed. De enkele omstandigheid dat er een terugroepactie was geweest, was niet voldoende om te concluderen dat de fiets non-conform was. De kantonrechter stelde vast dat de gewichtstoename van de fiets door de safety bridge minimaal was en dat er geen bewijs was dat de fiets onveilig of instabiel was. De eiser had haar stellingen onvoldoende onderbouwd en de vorderingen werden afgewezen. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in geschillen over non-conformiteit en de rechten van consumenten bij de ontbinding van koopovereenkomsten. De kantonrechter wees erop dat de eiser in dit geval niet kon aantonen dat de fiets niet voldeed aan de verwachtingen die zij op basis van de overeenkomst mocht hebben.