Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 en 2
- de mondelinge behandeling van 31 oktober 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vastgoed B.V. en een gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.P. van Overeem, vorderde ontruiming van een woning na beëindiging van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst was voor bepaalde tijd en eindigde op 31 augustus 2024. De gedaagde heeft erkend dat hij de woning moest verlaten en heeft tijdens de zitting de sleutels van de woning overhandigd aan de advocaat van de eiseres. Ondanks de ontruiming handhaafde de eiseres de vordering tot ontruiming voor de zekerheid. De voorzieningenrechter heeft de ontruimingsvordering toegewezen, met uitzondering van de overgave van de sleutels, aangezien deze al had plaatsgevonden. De eiseres heeft de vordering tot betaling van een huurvergoeding voor oktober 2024 verminderd tot nihil, waardoor hierover niet meer hoefde te worden beslist. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en de proceskosten van de gedaagde zijn begroot op € 320,00, welke door de eiseres worden vergoed. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.