In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 oktober 2024 een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten een depressie als gevolg van een bipolaire I stoornis en mogelijk een posttraumatische stressstoornis. De officier van justitie had op 16 oktober 2024 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, waarbij de rechtbank op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling tot de conclusie kwam dat er ernstig nadeel voor betrokkene of anderen kon ontstaan, waaronder levensgevaar.
Tijdens de zitting heeft betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, aangegeven dat zij inziet dat zij zorg nodig heeft en bereid is om op vrijwillige basis mee te werken. Ondanks de verbeteringen in haar situatie, zijn er zorgen over de mogelijkheid van ontregeling bij het afbouwen van medicatie. De rechtbank oordeelde dat, gezien het verleden van levensgevaar door ernstige ontregeling, een zorgmachtiging noodzakelijk is om snel te kunnen ingrijpen indien nodig.
De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van vocht, voeding en medicatie, het beperken van bewegingsvrijheid, en het insluiten van betrokkene. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 31 oktober 2025. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 11 november 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.