ECLI:NL:RBNHO:2024:11673

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
11355583 \ KG EXPL 24-134
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan verduurzamingswerkzaamheden door huurder

In deze zaak vordert Stichting Intermaris, een woningbouwvereniging, dat een huurder, aangeduid als [gedaagde], wordt veroordeeld om medewerking te verlenen aan noodzakelijke verduurzamingswerkzaamheden aan de door hem gehuurde woning. De vordering is gebaseerd op het feit dat de huurder eerder heeft ingestemd met de werkzaamheden, die onder andere het aansluiten op een warmtenet en het plaatsen van zonnepanelen omvatten. De kantonrechter heeft op 13 november 2024 uitspraak gedaan in deze kort geding procedure, waarin de huurder werd aangesproken op zijn eerdere akkoord en de dringende noodzaak van de werkzaamheden werd benadrukt.

De procedure begon met de dagvaarding van de huurder op 18 oktober 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 oktober 2024. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Intermaris toewijsbaar was, omdat de huurder niet alleen had ingestemd met de werkzaamheden, maar ook omdat deze werkzaamheden noodzakelijk waren voor het behalen van verduurzamingsdoelstellingen. De kantonrechter stelde vast dat de huurder gehouden was om mee te werken aan de uitvoering van de werkzaamheden, ook al had hij bedenkingen geuit over bepaalde aspecten van de werkzaamheden.

De kantonrechter concludeerde dat er geen sprake was van bedreiging bij de ondertekening van het akkoord door de huurder, en dat de vordering van Intermaris om medewerking te verlenen aan de werkzaamheden volledig moest worden toegewezen. De huurder werd veroordeeld tot het verlenen van toegang tot de woning en het ontruimen van delen van de woning indien nodig. Tevens werd de huurder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op € 943,97 werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 11355583 \ KG EXPL 24-134 (rvk)
Uitspraakdatum: 13 november 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Stichting Intermaris
statutair gevestigd te Hoorn
eiseres
verder te noemen: Intermaris
gemachtigde: mr. M. Dibbets
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
in persoon procederend
De zaak in het kort
In deze zaak vordert een verhuurder, een woningbouwvereniging, dat een huurder wordt veroordeeld om zijn medewerking te verlenen aan werkzaamheden. De vordering wordt toegewezen omdat de huurder heeft ingestemd met de werkzaamheden en daarnaast omdat het om dringende werkzaamheden gaat in verband met het behalen van doelstellingen op het gebied van verduurzaming.

1.Het procesverloop

1.1.
Intermaris heeft [gedaagde] op 18 oktober 2024 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2024. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 10 mei 2007 van Intermaris de woning aan [adres] te [plaats] (hierna: de woning). Het gaat hier om een bovenwoning.
2.2.
Intermaris is van plan haar woningbezit in de buurt [buurt 1] en [buurt 2] , waaronder de woning, te verduurzamen. Hiervoor moeten werkzaamheden uitgevoerd worden. Het gaat om onder meer aansluiting op een warmtenet, het aanbrengen van isolatie, het plaatsen van HR++ glas, het installeren van mechanische ventilatie en het plaatsen van zonnepanelen. Intermaris wil de werkzaamheden complexgewijs uitvoeren.
2.3.
In verband met de voorgenomen aansluiting op het warmtenet is in overleg met de huurdersorganisatie een ‘ [sociaal plan] ’ opgesteld (hierna: het Sociaal plan). In dat sociaal plan is een bepaling opgenomen die garandeert dat de kosten die een bewoner betaalt voor warmte via het warmtenet gelijk zullen blijven ten opzichte van stoken op gas. Ook wordt een compensatie gegeven voor elektrisch koken.
2.4.
Intermaris heeft in verband met de voorgenomen werkzaamheden, op 13 september 2023 aan de bewoners het ‘Bewonersvoorstel Buurt [buurt 1] en [buurt 2] ’ (hierna: het Bewonersvoorstel) gestuurd. [gedaagde] heeft niet gereageerd op de vraag van Intermaris of hij kan instemmen met het bewonersvoorstel, ook niet na diverse herinneringen en een huisbezoek.
2.5.
Wel is [gedaagde] op 8 april 2024 op het kantoor van Intermaris verschenen en hij heeft daar het antwoordformulier ondertekend en aangekruist dat hij akkoord gaat met het Bewonersvoorstel en de uitvoering van het werk. Hij heeft niet gekozen voor zonnepanelen.
2.6.
[gedaagde] heeft vervolgens een planning voor de werkzaamheden ontvangen, maar hij heeft niet meegewerkt aan de uitvoering van de werkzaamheden. Hij blijft bij zijn weigering, ook na meerdere telefoongesprekken en nogmaals een huisbezoek.

3.De vordering

3.1.
Intermaris vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] veroordeelt om medewerking te verlenen aan de uitvoering van de werkzaamheden genoemd in het Bewonersvoorstel, daarvoor toegang tot de woning te verschaffen en zo nodig door Intermaris aan te wijzen plekken in de woning te ontruimen voor de duur van de werkzaamheden.
3.2.
Intermaris legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] heeft ingestemd met het Bewonersvoorstel en daarom gehouden is mee te werken aan de uitvoering van de werkzaamheden. Bovendien zijn de werkzaamheden aan te merken als dringende werkzaamheden waar een huurder sowieso aan moet meewerken. Ook als er van uitgegaan moet worden dat het gaat om renovatiewerkzaamheden, moet [gedaagde] meewerken omdat de betreffende werkzaamheden als een redelijk voorstel zijn aan te merken. Daarbij komt dat meer dan 70% van de bewoners heeft ingestemd met het Bewonersvoorstel en ook daarom moet het voorstel als redelijk aangemerkt worden.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij aan een aantal werkzaamheden zijn medewerking wil verlenen, maar niet aan alles. [gedaagde] wil niet meewerken aan het aansluiten op het warmtenet en het aanbrengen van mechanische ventilatie omdat dit tot extra kosten leidt. Ook wil hij niet meewerken aan het trekken van kabels door zijn woning ten behoeve van het plaatsen van zonnepanelen, omdat zonnepanelen brandgevaarlijk zijn en ook omdat Intermaris in strijd met de waarheid beweert dat zijn onderburen voor zonnepanelen hebben gekozen, wat niet zo is.

5.De beoordeling

5.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Intermaris daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om voorgenomen werkzaamheden die complexgewijs uitgevoerd moeten worden en omdat subsidies in gevaar komen als de werkzaamheden niet tijdig worden uitgevoerd en aannemers en uitvoerders op tijd ingepland moeten worden.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van Intermaris om [gedaagde] te veroordelen mee te werken aan de voorgenomen werkzaamheden moet worden toegewezen. Dit oordeel wordt hieronder toegelicht.
5.4.
[gedaagde] heeft in april 2024 op het kantoor van Intermaris een antwoordformulier ondertekend. Op dat formulier heeft hij aangekruist dat hij akkoord gaat met het Bewonersvoorstel en dat hij zal meewerken aan de werkzaamheden. [gedaagde] kan gehouden worden aan zijn akkoord en dat maakt dat de vordering van Intermaris in beginsel moet worden toegewezen. [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij het formulier onder dwang heeft getekend. De kantonrechter vat dit zo op dat [gedaagde] stelt dat hij onder invloed van bedreiging zoals bedoeld in artikel 3:44 Burgerlijk Wetboek (BW) tot ondertekening is overgegaan. In dit artikel staat dat een rechtshandeling (hier: het zetten van een handtekening ‘voor akkoord’) vernietigbaar is als deze is totstandgekomen onder invloed van bedreiging. Bedreiging is aanwezig als iemand een ander tot het verrichten van een rechtshandeling beweegt door deze onrechtmatig met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen en die bedreiging moet zodanig zijn dat een redelijk oordelend mens daardoor wordt beïnvloed.
5.5.
Van een bedreiging zoals hiervoor bedoeld is naar het oordeel van de kantonrechter echter geen sprake. Dat Intermaris heeft gezegd dat in het geval een huurder niet tekent of niet akkoord wil gaan, dat Intermaris dan langs gerechtelijke weg medewerking gaat afdwingen, is niet onrechtmatig. Het starten van een juridische procedure is namelijk niet onrechtmatig en ervoor waarschuwen dat men dat van plan is ook niet. Daarbij komt dat [gedaagde] zich op zijn beurt ook van juridische bijstand kan voorzien om zich te verweren tegen de aangekondigde werkzaamheden. Omdat er geen sprake is van bedreiging, is de rechtshandeling van [gedaagde] waarmee hij toestemming heeft gegeven, naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet vernietigbaar.
5.6.
Daarbij komt dat [gedaagde] op de zitting heeft verklaard dat hij zich niet (langer) verzet tegen een aantal van de geplande werkzaamheden en dat hij daaraan zal meewerken. Het gaat om de volgende werkzaamheden: het plaatsen van HR++ glas; het schilderwerk; het aanleggen van een perilex-aansluiting en het aanbrengen van een systeem voor mechanische ventilatie. Zijn verweer betreft in de kern dat hij bezwaar heeft tegen de aansluiting op het warmtenet en het trekken van stroomkabels door de woning voor de zonnepanelen die worden geplaatst ten behoeve van zijn onderburen. Over het warmtenet heeft [gedaagde] gezegd dat in de vijf grote steden projecten om warmtenetten aan te leggen zijn gestopt omdat de kosten voor de gebruikers te hoog oplopen en dat er daarnaast geen milieuwinst zal zijn omdat de warmte-installatie de eerste vijf jaar op gas gestookt zal worden. Verder voert [gedaagde] aan dat hij over de zonnepanelen navraag heeft gedaan bij zijn onderburen en dat die hebben gezegd helemaal geen zonnepanelen te willen.
5.7.
De kantonrechter acht het voorstelbaar dat [gedaagde] bedenkingen heeft bij de grote veranderingen die worden voorgesteld door Intermaris en de gevolgen die dat zal hebben, maar Intermaris heeft in het Bewonersvoorstel duidelijk uitgelegd waarom zij die werkzaamheden wil verrichten en uit de overgelegde producties blijkt dat Intermaris aan de bewoners ook heeft uitgelegd in welke stappen of fases de werkzaamheden uitgevoerd zullen worden.
5.8.
Verder is van belang dat [gedaagde] , los van de vraag of hij wel of niet instemt, als huurder gehouden is mee te werken aan de uitvoering van werkzaamheden in het geval van dringende werkzaamheden of wanneer sprake is van een redelijk voorstel tot renovatie. Dit is bepaald in artikel 7:220 lid 1 BW en in dit artikel staat dat indien gedurende de huurtijd dringende werkzaamheden aan het gehuurde moeten worden uitgevoerd, de huurder daartoe gelegenheid moet geven. Daarnaast staat in lid 2 van dit artikel dat lid 1 op overeenkomstige wijze van toepassing is wanneer de verhuurder met voortzetting van de huurovereenkomst wil overgaan tot renovatie en daartoe aan de huurder een, gelet op het belang van de verhuurder en de belangen van de huurder en eventuele onderhuurders, redelijk voorstel doet.
5.9.
De kantonrechter is van oordeel dat de aansluiting op het warmtenet valt onder het begrip ‘dringende werkzaamheden’ omdat deze werkzaamheden niet primair zien op het vermeerderen van het wooncomfort, maar op noodzakelijke maatregelen in het kader van de verduurzaming. Intermaris moet immers voldoen aan de klimaatdoelstellingen, waartoe behoort het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Intermaris heeft op de zitting uitgelegd dat er een woonlastencompensatieregeling geldt op grond waarvan de huurders niet meer aan verwarmingskosten zullen gaan betalen dan dat zij nu doen, bij gelijkblijvende tarieven en een gelijkblijvend gebruik. Die aansluiting op het warmtenet moet [gedaagde] daarom gedogen en er zijn medewerking aan verlenen.
5.10.
Wat betreft het doortrekken van de kabels voor de zonnepanelen gaat het eveneens om dringende werkzaamheden die [gedaagde] moet gedogen omdat ook de zonnepanelen worden geplaatst in het kader van de verduurzaming. Daarnaast gaat het om zonnepanelen die ten behoeve van de onderburen van [gedaagde] worden geplaatst. [gedaagde] is gehouden daar zijn medewerking aan te verlenen, ook als [gedaagde] zelf geen zonnepanelen wil. Voor zover [gedaagde] aanvoert dat zijn onderburen helemaal geen zonnepanelen willen, heeft hij dit niet met nadere bewijsstukken, zoals bijvoorbeeld een verklaring van die onderbuurman zelf, onderbouwd en dit kan in het kader van dit kort geding ook niet nader worden onderzocht, daar leent een kort geding procedure zich niet voor.
5.11.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Intermaris zal toewijzen.
De kantonrechter zal daarom het gevorderde, zoals geformuleerd in het petitum van de dagvaarding, in zijn geheel toewijzen. [gedaagde] moet immers aan alle in het petitum omschreven werkzaamheden zijn medewerking verlenen.
5.12.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Intermaris worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
943,97
5.13.
De gevorderde rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beschikking.
6. De beslissing
De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om te gehengen en te gedogen de uitvoering van de werkzaamheden genoemd in het Bewonersvoorstel, waaronder in het bijzonder:
Bouwstroom 2:
• Vervangen of aanbrengen mechanische ventilatie en aanbrengen van afvoerkanalen;
• Vervangen van glas door HR++ glas inclusief aanbrengen ventilatieroosters (exclusief de dakramen);
• Nalopen en herstellen van dakpannen en vervangen van 4-pansdakraampjes op zolder;
• Nalopen van hang- en sluitwerk en tochtwering;
• Uitvoeren van buitenschilderwerk aan de gevels, galerijen, balkons en bergingen, met kleurwijziging volgens het beeldkwaliteitsplan;
• Aanpassing leidingwerk voor het warmtenet;
• Vernieuwing groepenkast in de meterkast;
• Ventilatierooster aanbrengen in meterkastdeur;
• Kabel naar de keuken aanleggen en een perilex stopcontact aanbrengen voor een elektrisch kooktoestel;
• Plaatsen thermostaat in de woonkamer en thermostaatknoppen op de radiatoren in de overige kamers;
• Herstellen houtrot;
• Indien aanwezig, saneren asbest (kruipluiken);
• Herstellen voegwerk van raamdorpelstenen;
• Reinigen en repareren van goten en regenwaterafvoeren;
• Inkorten binnendeuren voor doorstroming van ventilatie;
• Privacy-schermen tijdelijk verwijderen voor plaatsing nieuw glas en schilderwerk;
• Verplaatsen lichtpunt in de hal voor de mechanische ventilatie;
Bouwstroom 3
• Doorvoer boren door de gevel en/of vloer voor de warmteleidingen;
• Verwarmingsketel verwijderen en herstelwerk uitvoeren;
• Het plaatsen en aansluiten van de warmte-unit;
• Gasleidingen en gasmeter verwijderen;
• Aanbrengen verschillende koven voor het warmtenet;
• Aanbrengen nieuwe extra kast voor de warmte-unit;
Bouwstroom 5
• Plaatsen zonnepanelen op het dak;
• Kabels trekken vanuit de meterkast (van de onderburen) naar het dak;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan Intermaris en door Intermaris ingeschakelde derden op eerste verzoek van Intermaris en zo lang en zo vaak als nodig is in verband met de uitvoering van de in 6.1. bedoelde werkzaamheden;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot het verlenen van alle overige medewerking benodigd voor de uitvoering van de in 6.1. bedoelde werkzaamheden;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] om, als hij niet binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan de onder 6.1., 6.2. of 6.3. bedoelde veroordelingen voldoet, alle door lntermaris aan te wijzen gedeelten in het gehuurde te ontruimen en ontruimd te houden zo lang als nodig is in verband met de uitvoering van de in 6.1. bedoelde werkzaamheden;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 943,97 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.6.
veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter