Uitspraak
De man wil dat de vrouw de helft van de laatste twee maanden huur aan hem vergoedt. Die vordering wordt gedeeltelijk toegewezen. De gevorderde incassokosten worden afgewezen.
1.De procedure
2.De feiten
1 oktober 2023 opgezegd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Op de zitting heeft [eiser] desgevraagd toegelicht dat hij aanvankelijk slechts € 800,00 heeft voldaan ter zake van de huur over de maand september, omdat hij zich op het standpunt stelde dat hij slechts de helft van de huur verschuldigd was en [gedaagde] de andere helft diende te voldoen.
[eiser] heeft voorts gesteld dat de verhuurder het restant van de huur over de maand september in mindering heeft gebracht op de waarborgsom. Daarbij heeft [eiser] ook gesteld dat de waarborgsom door de verhuurder niet aan hem is terugbetaald in verband met de slechte staat van de vloerbedekking in de woning, hetgeen zou zijn veroorzaakt door de kat of katten van [gedaagde]. Omdat [eiser] ter onderbouwing van deze standpunten geen concrete informatie heeft gegeven over deze waarborgsom en [gedaagde] bij gebrek aan informatie daarover niets kan zeggen, passeert de kantonrechter de stelling van [eiser] dat hij uiteindelijk de volledige huur over de maand september 2023 heeft voldaan. De kantonrechter neemt slechts de door [eiser] aangetoonde huurbetalingen over de maanden augustus en september 2023 (€ 1.615,02 + € 800,00 = € 2.415,02) tot uitgangspunt.
In de stellingen van [gedaagde] over de omstandigheden waaronder zij de woning heeft verlaten en een nieuwe woning heeft betrokken ziet de kantonrechter geen aanleiding om minder toe te wijzen, nu deze niet, althans onvoldoende concreet zijn en niet zijn onderbouwd.