Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
132,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de eiser, een huurder, schadevergoeding van Kennemer Wonen, de verhuurder, wegens aanhoudende vochtproblemen in de gehuurde woning. De eiser stelt dat zij sinds 2017 schade heeft geleden door deze vochtproblemen, die zijn ontstaan na een wolkbreuk. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat de eiser de gestelde gebreken niet voldoende heeft onderbouwd. De procedure begon met een dagvaarding op 7 april 2024, waarna op 30 oktober 2024 een zitting plaatsvond. De kantonrechter oordeelde dat de wateroverlast in 2017 was veroorzaakt door een uitzonderlijke wolkbreuk en dat de verhuurder adequaat had gereageerd door herstelwerkzaamheden uit te voeren. De eiser had niet aangetoond dat er na 2017 nog vochtproblemen waren en de huurcommissie had eerder geoordeeld dat er geen gebreken waren die een huurprijsverlaging rechtvaardigden. De kantonrechter concludeerde dat de eiser niet had aangetoond dat er sprake was van aanhoudende vochtproblemen en wees de vordering af. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van Kennemer Wonen, die op € 810,00 werden begroot.