Uitspraak
1.DE VOORDEELMARKT ALKMAAR B.V.,
2.
DE VOORDEELMARKT B.V.,
3.
V&F HOLDING B.V.,
4.
[gedaagde],
afzonderlijk te noemen: gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2-4,
1.De zaak in het kort
2. De procedure
3.Feiten
[naam 1] aan de [adres] te [plaats 2] voor de duur van tien jaar, ingaande 1 februari 2018 voor € 73.804,00 per jaar. Na vijf jaar was de huur € 10.428,20 inclusief btw per maand. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW van toepassing (model ROZ 2012).
4.Het geschil
Verder vordert [eiser] gedaagde sub 1 te veroordelen tot betaling van 1) de achterstallige huurpenningen en het voorschot op de servicekosten van in totaal € 10.428,20 per maand vanaf november 2023 tot de dag van beëindiging of ontbinding, 2) de contractuele rente van 1% met een minimum van € 300,00 per maand of de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van dagvaarding, en 3) de schade bestaande uit, onder meer, de gederfde huurinkomsten, de kosten van de genoten incentives, de herstelkosten van de oplevering en 4) de contractuele boete van € 250,00 per dag vanaf 1 november 2023 tot 1 juli 2024.
Daarnaast vordert [eiser] dat de kantonrechter voor recht verklaart dat gedaagden sub 2-4 aansprakelijk zijn uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid voor de door [eiser] geleden schade en gedaagden sub 2-4 hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de schade gelijk aan de bedragen die van gedaagde sub 1 worden gevorderd.
Ook vordert [eiser] Voordeelmarkt c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de redelijke juridische kosten althans de wettelijke proceskosten en de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
5.De beoordeling
135,00