Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Parking aan Zee B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 23 oktober 2024 een eindvonnis uitgesproken in de zaak tussen Parking aan Zee B.V. en een gedaagde partij. Parking aan Zee, vertegenwoordigd door mr. O.J. Boeder, had een vordering ingesteld, maar heeft geen akte genomen na een tussenvonnis van 28 augustus 2024 waarin de kantonrechter oordeelde over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft in het eindvonnis bevestigd dat de artikelen 5.5 tot en met 5.8, 7.5, 8.1 en 8.2 van de algemene voorwaarden oneerlijk zijn en heeft deze vernietigd. Hierdoor werd de vordering van Parking aan Zee afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van Parking aan Zee, aangezien zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.