Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij
met andere woorden:over de door haar geleden schade). Het procesdossier bevat evenmin informatie over die gevolgen en ook op zitting is dergelijke informatie niet boven tafel gekomen. Hoewel het goed voorstelbaar is dat de benadeelde partij als jong slachtoffer van een zedenfeit (nog) niet heeft willen of kunnen praten over wat dat feit bij haar teweeg heeft gebracht, zal wanneer (immateriële) schadevergoeding wordt gevorderd wel
ietsgesteld moeten worden over de gevolgen van het bewezenverklaarde feit. Nu weet de rechtbank te weinig om vast te stellen wat de gevolgen voor de benadeelde partij zijn of zijn geweest en op welk bedrag die immateriële schade dan gewaardeerd moet worden. Bij deze stand van zaken ziet de rechtbank ook geen mogelijkheden gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
7 (zeven) maanden.