Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [eiser];
- de akte van [gedaagde].
2.De verdere beoordeling
€ 1.000,00 aan immateriële schadevergoeding.
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 23 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde naar aanleiding van een mishandeling na een voetbalwedstrijd. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Doruk van Tülü & Kahraman Advocaten, vorderde schadevergoeding voor materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de mishandeling had geleden. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. A. Vogelaar van Blond Advocatuur, had eerder in een strafprocedure een veroordeling voor mishandeling en poging tot zware mishandeling gekregen, maar voerde aan dat hij handelde uit zelfverdediging. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn beroep op zelfverdediging, waardoor vaststond dat hij onrechtmatig had gehandeld.
Eiser vorderde onder andere vergoeding van medische kosten, vervoerskosten, kosten voor huishoudelijke hulp en immateriële schadevergoeding. De kantonrechter kende € 225,09 toe voor medische kosten, maar wees de vordering voor vervoerskosten af wegens gebrek aan bewijs. Voor de kosten van huishoudelijke hulp en verzorging oordeelde de rechter dat eiser niet voldoende had onderbouwd dat deze kosten noodzakelijk waren, waardoor deze vorderingen ook werden afgewezen. Eiser vorderde daarnaast € 3.500,00 aan immateriële schadevergoeding, maar de kantonrechter oordeelde dat de gevorderde schadevergoeding te hoog was en kende € 1.000,00 toe, rekening houdend met de aard en ernst van het letsel en de omstandigheden van de zaak.
De kantonrechter wees ook de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten toe, maar slechts tot een bedrag van € 183,76. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van in totaal € 1.225,09 aan eiser, plus de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten van € 658,82. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.