ECLI:NL:RBNHO:2024:11405

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
6 november 2024
Zaaknummer
11142743 BM VERZ 24-1536
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van bewind wegens aanhoudende problematische schulden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van bewind. Verzoeker, die onder bewind is gesteld op 15 november 2021, heeft aangevoerd dat hij vrijwillig onder bewind is gegaan en dat hij ook weer vrijwillig moet kunnen stoppen. Hij ontkent dat er sprake is van een geestelijke of lichamelijke toestand die hem belemmert in het zelf beheren van zijn financiën.

De bewindvoerders, A.C. Lakeman-Kramer en F. Lakeman, hebben verweer gevoerd tegen het verzoek. Zij stellen dat verzoeker problematische schulden heeft en dat het nog niet is gelukt om een schuldhulptraject op te starten, omdat verzoeker daar niet aan wil meewerken. Bovendien blijven er verkeersboetes binnenkomen, wat de schuldenlast van verzoeker verder verhoogt.

De kantonrechter heeft overwogen dat het feit dat het bewind vrijwillig is aangevraagd, niet betekent dat het ook vrijwillig kan worden beëindigd. De rechter heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van problematische schulden en dat verzoeker onvoldoende heeft aangetoond dat de noodzaak voor het bewind niet meer bestaat. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat opheffing van het bewind niet aan de orde is, vooral gezien de aanhoudende schulden en de indruk dat verzoeker als katvanger wordt gebruikt voor verkeersboetes.

Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. A.C. Schroten, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer: 11142743 BM VERZ 24-1536 NVDM
Uitspraakdatum: 30 oktober 2024

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats] , [geboorteland] , op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
van wie de bewindvoerders zijn:
A.C. Lakeman-Kramer en F. Lakeman, vennoten van Lakeman Bewindvoering,
gevestigd te Zaandam.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek met bijlagen, ter griffie ingekomen op 15 mei 2024;
  • de reactie van de bewindvoerders, ter griffie ingekomen op 12 juni 2024.
Op 25 september 2024 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot opheffing van het bij beschikking van 15 november 2021 ingestelde bewind over de goederen die aan verzoeker (zullen) toebehoren.
Verzoeker voert aan dat hij vrijwillig onder bewind is gegaan en dat hij er dus ook weer vrijwillig mee moet kunnen stoppen. Daarnaast ontkent verzoeker dat sprake is van een geestelijke of lichamelijke toestand op grond waarvan hij niet in staat is zelf zijn financiën te beheren.
De bewindvoerders voeren verweer tegen het verzoek. Zij vinden opheffing van het bewind niet verstandig. Verzoeker heeft problematische schulden en het is nog altijd niet gelukt om een schuldhulptraject op te starten omdat betrokkene daar niet aan wil mee werken. Ook blijven er verkeersboetes binnenkomen waardoor de schulden blijven toenemen.
Gelet op het voorgaande overweegt de kantonrechter als volgt. De kantonrechter wil voorop stellen dat het feit dat bewind vrijwillig wordt aangevraagd niet betekent dat er ook weer vrijwillig mee kan worden gestopt. De vraag of het bewind kan stoppen dient te worden beantwoord door de kantonrechter. Nu er nog sprake is van problematische schulden en het door een gebrek aan medewerking van verzoeker nog altijd niet gelukt is daarvoor een oplossing te vinden, is de kantonrechter van oordeel dat opheffing van het bewind nog niet aan de orde kan zijn. Zeker niet nu de schulden nog steeds oplopen doordat, zoals verzoeker ter zitting zelf heeft verklaard, een vriend verkeersboetes veroorzaakt met een voertuig dat op naam staat van verzoeker. Dit wekt namelijk de indruk dat verzoeker als katvanger wordt gebruikt en dit zegt ook iets over de mate waarin verzoeker zelfredzaam is. Nu A.C. Lakeman-Kramer namens de bewindvoerders ter zitting heeft verklaard bereid te zijn het bewind te blijven uitvoeren, zal de kantonrechter het verzoek afwijzen. Verzoeker heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de noodzaak voor het bewind niet meer bestaat.
De beslissing luidt derhalve als volgt.

beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Schroten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter