ECLI:NL:RBNHO:2024:11374

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 november 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
11313007 \ AO VERZ 24-115
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak staat de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet van een werknemer centraal. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag niet rechtsgeldig is, omdat het niet onverwijld is gegeven. De werknemer, die in dienst was als Fitness Instructeur bij Snap Fitness, had een verzoek ingediend om het ontslag te vernietigen en om vergoedingen te ontvangen. Tijdens de zitting op 14 oktober 2024 heeft de werknemer aangegeven te berusten in het ontslag, wat betekent dat de arbeidsovereenkomst per 18 juli 2024 is geëindigd. De kantonrechter concludeert dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat Snap Fitness niet voldoende voortvarend heeft gehandeld. De werknemer krijgt een transitievergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding toegewezen. De kantonrechter wijst ook op de noodzaak van een correcte eindafrekening door Snap Fitness. De proceskosten worden aan de verwerende partij opgelegd, omdat deze grotendeels ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11313007 \ AO VERZ 24-115
Uitspraakdatum: 11 november 2024
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [plaats]
verzoekende partij
hierna te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. C. Sesver (Cliq Advocaten)
tegen
de besloten vennootschap
FEB 247 IJMUIDEN B.V.handelend onder de naam
Snap Fitness
gevestigd te IJmuiden
verwerende partij
hierna te noemen: Snap Fitness
gemachtigde: [gemachtigde] (Recht & Plichten Advies)
De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om de vraag of de werknemer terecht op staande voet is ontslagen. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat het ontslag niet onverwijld is gegeven. De werknemer krijgt een transitievergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding toegekend.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om het hem door Snap Fitness gegeven ontslag op staande voet te vernietigen, en subsidiair om (onder meer) ontslagvergoedingen en een billijke vergoeding toe te kennen. Ook is een verzoek gedaan om een voorlopige voorziening te treffen. Snap Fitness heeft een verweerschrift en een voorwaardelijk tegenverzoek ingediend.
1.2.
Op 14 oktober 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verzoeker] heeft ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting hebben partijen bij brieven van 7 oktober 2024 en 9 oktober 2024 nog stukken toegezonden. Ter zitting heeft [verzoeker] laten weten ‘te switchen’ en te berusten in het ontslag.

2.Feiten

2.1.
[verzoeker], geboren op 17 februari 1973, is op 4 oktober 2023 dan wel 1 november 2023 bij Snap Fitness in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van twee jaar. De functie van [verzoeker] was Fitness Instructeur met een salaris van € 2.000,- bruto per maand, exclusief vakantiegeld.
2.2.
Bij e-mail van 26 juni 2024 heeft Snap Fitness aan [verzoeker] geschreven:
“Het is duidelijk dat het momenteel niet goed met je gaat. Ik heb beter gezien dat je wat tijd nodig hebt om te rusten. Neem daarom gerust hele week vrij tot je weer aan het werk kunt heb ik je ziek gemeld je wordt gewoon uitbetaald volgens de contract tot dat je weer aan het werk kan. (…)”
2.3.
Op 18 juli 2024 heeft [verzoeker] per e-mail een ontslagbrief ontvangen. In de ontslagbrief staat (onder meer):
“(…) Op 22 juni 2024 hebben wij je een derde officiële waarschuwing gestuurd met betreft Ontslag op staande voet naar je adres. Helaas hebben we de brief retour ontvangen. We hebben de brief nogmaals aangetekend verstuurd vorige week maandag, zoals voorgeschreven door onze advocaat, en voegen deze brief als bijlage toe. We willen graag de inhoud van deze waarschuwing en de bijbehorende klachten met je bespreken.
Er zijn diverse klachten van leden over jouw gedrag en de situatie sinds het ongeluk op de club. Eerder hebben leden je horen schreeuwen op kantoor tijdens een gesprek met mij in maart, wat heeft geleid tot je eerste officiële waarschuwing. Deze klachten hebben wij ook per e-mail ontvangen. Leden voelen zich onveilig en overwegen hun abonnement op te zeggen. We hebben schriftelijk bewijs dat deze klachten voortkomen uit oude en recente incidenten, inclusief het incident waarover je je excuses hebt aangeboden aan de leden, maar waarbij leden zich nog steeds niet veilig voelen en durven niet tegen jou te zeggen de klachten zijn aantoonbaar op de mail natuurlijk.
Na overleg met onze advocaat en na het lezen van jouw dossier en de bewijzen van de klachten van de leden van laatste incidenten, en op basis van mijn eigen bevindingen over jouw werkzaamheden en je gedrag sinds je bij ons bent begonnen, hebben we besloten je contract per direct te beëindigen vanwege je gedrag en agressiviteit (Ontslag op staande voet). (…)”
2.4.
Snap Fitness heeft [verzoeker] loon doorbetaald tot en met 18 juli 2024.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter primair het ontslag op staande voet te vernietigen en Snap Fitness te veroordelen tot wedertewerkstelling en loondoorbetaling. Subsidiair heeft [verzoeker] een verzoek gedaan om een transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding toe te kennen. Daarnaast wil [verzoeker] dat Snap Fitness wordt veroordeeld om een correcte eindafrekening op te maken en daarvan een deugdelijke bruto-netto specificatie over te leggen.
3.2.
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Er is geen sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet en het ontslag is bovendien niet onverwijld gegeven.

4.Het verweer en het tegenverzoek

4.1.
Snap Fitness verweert zich tegen het verzoek. Daartoe heeft zij – samengevat – het volgende aangevoerd. Er is geen grond voor vernietiging van het aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet, omdat het handelen van [verzoeker] als dringende reden heeft te gelden. [verzoeker] heeft op meerdere momenten onprofessioneel gedrag vertoond. Dit heeft ertoe geleid dat meerdere leden hun abonnement bij de sportschool hebben opgezegd. De directe aanleiding voor het ontslag op staande voet was het incident op 21 juni 2024, waarbij [verzoeker] tegen een boksbal heeft geslagen en heeft geschreeuwd. Daarnaast is (later) gebleken dat [verzoeker] zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden door vertrouwelijke informatie met leden van de sportschool te delen. Het ontslag op staande voet is bij aangetekende brief van 22 juni 2024 én bij e-mail van 18 juli 2024 gegeven. Daarmee is aan de onverwijldheidseis voldaan.
4.2.
Verder wordt bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek, voor het geval het ontslag op staande voet wordt vernietigd, verzocht de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te ontbinden. Snap Fitness heeft ter zitting toegelicht dat zij ontbinding verzoekt op de g-grond (verstoorde arbeidsverhouding).

5.De beoordeling

het verzoek
5.1.
Ter zitting heeft [verzoeker] aangegeven dat hij berust in het ontslag op staande voet en (dus) de switch maakt naar zijn subsidiaire verzoeken om toekenning van (onder andere) een billijke vergoeding. Daarmee staat vast dat de arbeidsovereenkomst inmiddels is geëindigd. Dat heeft tot gevolg dat de primaire verzoeken van [verzoeker] (tot vernietiging van het ontslag op staande voet, loondoorbetaling en wedertewerkstelling) en het voorwaardelijk tegenverzoek van Snap Fitness niet behandeld hoeven te worden. Het gaat in deze zaak dus nog om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is verleend en zo nee, of Snap Fitness vergoedingen aan [verzoeker] moet betalen.
5.2.
Een ontslag op staande voet is op grond van de wet alleen geldig als daarvoor een dringende reden bestaat. [1] Bij de beoordeling van het ontslag op staande voet worden (uitsluitend) de ontslagredenen betrokken die in de ontslagbrief worden genoemd; niet naderhand nog gebleken gedragingen van de werknemer. De wet vereist ook dat er onverwijld wordt opgezegd en dat de dringende reden onverwijld wordt meegedeeld aan de werknemer. [2] Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren. De van een werkgever te vergen mate van voortvarendheid is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard en omvang van een eventueel noodzakelijk onderzoek, de eventuele noodzaak tot het inwinnen van rechtskundig advies en tot het verzamelen van bewijsmateriaal, en de door de werkgever in acht te nemen zorgvuldigheid. [3]
5.3.
De eerste vraag die voorligt is op welke datum het ontslag op staande voet is gegeven. Snap Fitness voert aan dat zij [verzoeker] (ook) op 22 juni 2024 per aangetekende brief op staande voet heeft ontslagen. [verzoeker] betwist dat, en geeft aan dat hij pas na ontvangst van de e-mail van 18 juli 2024 kennis heeft genomen van het (gestelde) ontslag op staande voet per 22 juni 2024.
5.4.
De kantonrechter stelt voorop dat een (schriftelijk) ontslag pas werking heeft op het moment dat de ontslagbrief door de werknemer is ontvangen. Als een brief per aangetekende post is verzonden en de ontvangst daarvan wordt betwist, moet de afzender bewijzen dat hij de brief aangetekend en naar het juiste adres heeft verzonden. Snap Fitness heeft geen verzendbewijs in het geding gebracht. Snap Fitness heeft ter zitting een schermafdruk van de PostNL app laten zien, maar daaruit valt niet af te leiden wát er is verstuurd en ook niet wannéér dit is verstuurd. Wel is duidelijk dat het postpakket waarop de schermafdruk zag (nog) niet bij [verzoeker] is afgeleverd. De stelling van Snap Fitness dat zij [verzoeker] op 22 juni 2024 op staande voet zou hebben ontslagen valt bovendien niet te rijmen met de e-mail die zij op 26 juni 2024 aan [verzoeker] heeft verstuurd (zie 2.2). In die e-mail geeft Snap Fitness aan dat [verzoeker] de tijd moet nemen die hij nodig heeft om uit te rusten totdat hij zich goed genoeg voelt om weer aan het werk te gaan. Vast staat ook dat [verzoeker] tussen 8 juli 2024 en 18 juli 2024 nog bij Snap Fitness heeft gewerkt. Dit alles duidt juist niet op een op 22 juni 2024 gegeven ontslag op staande voet.
5.5.
De kantonrechter houdt het er dan ook voor dat [verzoeker] op 18 juli 2024 op staande voet is ontslagen. De ontslagredenen zoals geformuleerd in de brief van 18 juli 2024 houden verband met (de klachten van sportschoolleden over) het gedrag van [verzoeker] tot en met het incident op 21 juni 2024. Gelet op het tijdsverloop tussen 21 juni 2024 en 18 juli 2024, is de kantonrechter van oordeel dat Snap Fitness niet voldoende voortvarend heeft gehandeld bij het geven van het ontslag op staande voet. Bij een ontslag op staande voet moet de situatie zo ernstig zijn dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst geen dag langer van de werkgever gevergd kan worden. Hierbij past niet dat pas na enkele weken wordt overgegaan tot het geven van een ontslag op staande voet. Snap Fitness heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die dit lange tijdsverloop rechtvaardigen. De conclusie is dat het ontslag niet onverwijld is gegeven en (dus) niet rechtsgeldig is.
5.6.
Omdat [verzoeker] heeft berust in het ontslag, staat vast dat de arbeidsovereenkomst per 18 juli 2024 geëindigd is.
Vergoeding wegens onregelmatig ontslag
5.7.
De verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal worden toegewezen, omdat is opgezegd tegen een eerdere dag dan die tussen partijen geldt. Snap Fitness wordt veroordeeld tot betaling van € 2.000,- bruto. Dit is het bedrag dat door [verzoeker] is verzocht en waartegen Snap Fitness geen afzonderlijk verweer heeft gevoerd. De gevorderde wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 18 juli 2024 [4] .
Transitievergoeding
5.8.
[verzoeker] heeft toekenning van de wettelijke transitievergoeding verzocht. Op grond van de wet is een werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever is geëindigd. De werknemer kan zijn recht op een transitievergoeding slechts kwijtraken in uitzonderlijke gevallen, waarin evident is dat het handelen of nalaten van de werknemer niet slechts als verwijtbaar, maar als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. [5] Naar het oordeel van de kantonrechter is daarvan in dit geval geen sprake. Voor zover [verzoeker] zich onprofessioneel heeft gedragen en dit tot klachten en/of opzeggingen van sportschoolleden heeft geleid, halen de aan [verzoeker] verweten gedragingen de hoge lat van de ‘ernstige verwijtbaarheid’ niet. De transitievergoeding is daarom toewijsbaar. Snap Fitness heeft geen verweer gevoerd tegen de berekening en hoogte van de transitievergoeding. De kantonrechter zal het verzochte bedrag van € 781,97 daarom toewijzen. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen met ingang van 18 augustus 2024, te weten een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. [6]
Billijke vergoeding
5.9.
[verzoeker] heeft verzocht om toekenning van een billijke vergoeding. Door het onterecht gegeven ontslag op staande voet is de grondslag voor het toekennen van een billijke vergoeding in beginsel gegeven. [7]
5.10.
Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in rechtspraak uitgangspunten geformuleerd. [8] De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding wordt wel tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
5.11.
De kantonrechter zal bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding om te beginnen rekening houden met de (te verwachten) inkomensschade van [verzoeker] als gevolg van het onterechte ontslag op staande voet. De kantonrechter ziet voldoende reden om aan te nemen dat de arbeidsovereenkomst binnen afzienbare tijd zou zijn beëindigd, als het ontslag op staande voet niet had plaatsgevonden. Op de zitting is gebleken dat het vertrouwen tussen partijen is verdwenen, en Snap Fitness aan [verzoeker] steeds meer verwijten is gaan maken. Anderzijds moet in dit verband worden betrokken de omstandigheid dat [verzoeker] zich kort voor het ontslag had ziekgemeld en dat dit volgens [verzoeker] de werkelijke reden voor het ontslag was. Rekening houdend met goede en kwade kansen gaat de kantonrechter ervan uit dat het dienstverband nog maximaal vijf maanden had voortgeduurd, dus tot 1 januari 2025. Op de zitting is gebleken dat [verzoeker] sinds 1 oktober 2024 een andere baan heeft, zij het dat hij nog in de proeftijd zit. Omdat [verzoeker] niet anders heeft gesteld, gaat de kantonrechter ervan uit dat het loon dat [verzoeker] bij zijn nieuwe werkgever verdient (ongeveer) gelijk is aan het loon dat hij bij Snap Fitness zou ontvangen. Rekening houdend met de mogelijkheid dat [verzoeker] zijn nieuwe baan in de proeftijd nog kan verliezen, zal de inkomensschade van [verzoeker] worden begroot op € 9.391,- bruto. [9] Snap Fitness wordt in deze procedure ook veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging. De kantonrechter ziet in dit geval aanleiding om deze vergoedingen in mindering te brengen op de inkomensschade, omdat die vergoedingen mede bedoeld zijn om die schade te dekken.
5.12.
Het voorgaande leidt ertoe dat de billijke vergoeding wordt vastgesteld op een bedrag van € 6.800,- bruto. Met dit bedrag wordt [verzoeker] naar het oordeel van de kantonrechter voldoende gecompenseerd en wordt ook voldoende tegengegaan dat Snap Fitness ervoor kiest een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
Eindafrekening
5.13.
[verzoeker] heeft verzocht Snap Fitness te veroordelen tot het verstrekken van een correcte bruto/netto-eindafrekening en om hetgeen zij op grond daarvan verschuldigd is aan [verzoeker] te betalen. [verzoeker] heeft dit verzoek, gezien de door hemzelf overgelegde productie 3, onvoldoende heeft onderbouwd. In deze productie is namelijk te zien dat het vakantiegeld en de vakantiedagen tot 19 juli 2024 al zijn afgerekend bij de salarisuitbetaling van juli 2024. Dit verzoek wordt daarom afgewezen.
Voorlopige voorziening
5.14.
Nu in deze beschikking al een beslissing wordt gegeven over het verzoek van [verzoeker], is er geen reden meer om een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding. [10]
Proceskosten
5.15.
De door [verzoeker] verzochte vergoeding van volledige kosten van rechtsbijstand wordt afgewezen. Voor een volledige proceskostenvergoeding is alleen plaats in geval van buitengewone omstandigheden, waarbij moet worden gedacht aan misbruik van procesrecht. [11] Daarvan is geen sprake. De stelling van [verzoeker] dat Snap Fitness heeft gehandeld in strijd met goed werkgeverschap, is daarvoor niet genoeg.
5.16.
De proceskosten komen voor rekening van Snap Fitness, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. Daarbij wordt Snap Fitness ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [verzoeker] worden gemaakt.
het tegenverzoek
5.17.
Omdat [verzoeker] heeft berust in het ontslag is de voorwaarde waaronder Snap Fitness het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gedaan, niet vervuld. Het verzoek hoeft daarom niet te worden beoordeeld en er hoeft ook niet op te worden beslist.

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
veroordeelt Snap Fitness om aan [verzoeker] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 2.000,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 18 juli 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Snap Fitness om aan [verzoeker] een transitievergoeding te betalen van € 781,97 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 18 augustus 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
veroordeelt Snap Fitness om aan [verzoeker] een billijke vergoeding te betalen van € 6.800,-.
6.4.
veroordeelt Snap Fitness om ter zake van het bovenstaande een correcte bruto/netto eindafrekening op te maken;
6.5.
veroordeelt Snap Fitness tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 1.036,-, te weten:
griffierecht € 87,00;
salaris gemachtigde € 814,00;
nakosten € 135,00;
6.6.
wijst het verzoek voor het overige af;
6.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. E. Jochem, kantonrechter en op 11 november 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:677 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 7:677 lid 1 BW.
3.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 februari 1980, te vinden in NJ 1980/328 (
4.Artikel 7:686a lid 1 BW.
5.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 8 februari 2019, te vinden op www. rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2019:203 (
6.Artikel 7:686a lid 1 BW.
7.Zie
8.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (
9.Salaris inclusief vakantiegeld over de periode van 19 juli 202 tot 1 januari 2025 (= € 11.551,- bruto) minus één maandsalaris inclusief vakantiegeld bij de nieuwe baan (= € 2.160,- bruto).
10.Zie artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
11.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 september 2017 (