In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 11 november 2024, wordt de omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad voor het bouwen van 64 tijdelijke woonunits ten behoeve van de opvang van Oekraïense vluchtelingen beoordeeld. De rechtbank heeft eerder, op 5 juli 2024, een tussenuitspraak gedaan waarin werd vastgesteld dat de parkeernorm van 0,3 per woonunit ondeugdelijk was gemotiveerd. Het college kreeg de gelegenheid om het gebrek te herstellen. In reactie hierop heeft het college een rapport van het adviesbureau Goudappel overgelegd, waarin een nieuwe parkeernorm van 0,65 per woonunit werd geadviseerd. Dit rapport concludeert dat het autobezit onder Oekraïense vluchtelingen niet per definitie lager is dan dat van bewoners van sociale huurwoningen, en dat de parkeernorm voor de woonunits moet worden aangepast aan de specifieke situatie van de vluchtelingen.
De rechtbank oordeelt dat het college zich in redelijkheid op het rapport van Goudappel heeft kunnen baseren. De rapportage wordt gekarakteriseerd als deskundigenrapportage en biedt een overtuigende motivering voor de nieuwe parkeernorm. De rechtbank vernietigt het eerdere besluit van het college voor zover het de parkeernorm van 0,3 per woonunit betreft, maar laat de rechtsgevolgen van het aangepaste besluit in stand. Dit betekent dat de omgevingsvergunning voor de bouw van de woonunits geldig blijft, zolang deze aan de nieuwe parkeernorm voldoet. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan de eisers.