Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Intermaris
1.Het procesverloop
2.De feiten
“6.6. Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder (…)”.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert Stichting Intermaris in kort geding de ontruiming van een huurwoning vanwege overlast door de huurder. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, ondanks de vastgestelde overlast. De huurder krijgt een laatste kans om zijn gedrag aan te passen en zijn huurwoning te behouden. De zaak begon met een dagvaarding op 4 oktober 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 oktober 2024. Intermaris had eerder al meerdere waarschuwingen gegeven aan de huurder, die sinds september 2012 in de woning woont. De huurder heeft erkend dat hij zich laat provoceren en heeft inmiddels hulp gezocht. De kantonrechter oordeelt dat er voldoende zicht is op verbetering, waardoor ontruiming op dit moment niet gerechtvaardigd is. De beslissing houdt rekening met de ernst van de situatie, maar biedt de huurder de kans om zijn gedrag te verbeteren. De kosten worden door beide partijen zelf gedragen.